Van bouwkundig ingenieur werd hij timmerman. De opmerkelijke carrièreswitch was voor Berend Westhoff (45) een keuze van zijn hart. „Ik ga nu fluitend naar m’n werk.”
Voor de buitenstaanders is het gehuchtje onderdeel van Genemuiden, maar de bewoners weten wel beter. Kamperzeedijk –Oost om precies te zijn, want er is ook nog een West– is echt geen ”Gaellemuun”.
Het gefilterde licht van het winterzonnetje beschijnt deze middag het groepje huizen te midden van de groene weilanden. De oudbouw bevindt zich op en aan de dijk, in de polder liggen enkele nieuwere woonstraten. Het circa 650 zielen tellende vlek kent alleen een school, een dorpshuis en een snackbar; geen supermarkt of andere winkels. Een kerk ontbreekt eveneens. „Dat is hier een voordeel”, lacht Henrike Westhoff, die met haar man Berend en twee nog thuiswonende kinderen een fraaie twee-onder-eenkapper bewoont. „We maken nu ook geen ruzie op de dorpsschool. Verreweg de meeste inwoners zijn kerkelijk, maar hier gaat alles gezamenlijk. Er worden psalmen én liederen gezongen en verschillende Bijbelvertalingen naast elkaar gebruikt.”
Ze is zelf in het dorpje opgegroeid; haar man zou er ook niet meer weg willen. Dat was voor hem de reden om werk in de omgeving te zoeken, als ingenieur en sinds vier jaar als timmerman bij de precisieafbouw van chalets in Nieuwleusen. „We hebben hier alles wat we nodig hebben en mogen graag een wandeling maken in de omgeving.”
Decoupeerzaag
Berend Westhoff groeit op in Emmeloord. Zijn vader is er timmerman. „We hadden hout in overvloed en waren gewend aan spijkers en schroeven. Al op heel jonge leeftijd leerde ik de boormachine te hanteren en om te gaan met een decoupeerzaag en slijpstenen. Mijn vader deed voor hoe het moest, hij zorgde ervoor dat ik een veiligheidsbril droeg en wist hoe er andere voorzorgsmaatregelen genomen moesten worden. Als jochie was ik vaak in de weer met het maken van karren en het bouwen van hutten. Op de middelbare school werd dat minder. Ik had niet zo veel tijd en op zaterdag was ik druk met een bijbaantje in de kassen.”
Hij volgt het vwo. „Leren ging me gemakkelijk af, vooral de bètavakken. Ik had daarnaast heel veel plezier in het vak handvaardigheid. Vooral tekenen vond ik erg leuk. Omdat ik iets in de bouw wilde gaan doen, dacht ik erover om architect te worden.”
Ook thuis wordt dat min of meer gestimuleerd. „Je kunt het, dus doe het maar. Ik dacht er niet echt bij na. Ik had de keuze tussen Delft of Eindhoven, het werd de Technische Universiteit in Eindhoven. Daar ben ik in 1994 begonnen en in 1999 afgestudeerd. Tekenen boeide me het meest. M’n stage deed ik tussendoor bij een bedrijf in Veenendaal.”
Nog tijdens zijn studie trouwt hij met zijn jeugdliefde Henrike. Ze kennen elkaar vanaf de schoolbanken van scholengemeenschap Pieter Zandt. Korte tijd wonen ze in Barneveld. Na zijn studie vindt Berend werk in Genemuiden en vestigen ze zich in die plaats. Nog weer later –in 2004– verhuizen ze naar de Kamperzeedijk. Het ontwerp van het huis dat ze betrekken is van zijn hand en ook begeleidt hij de bouw.
De tekenaar vindt na zijn studie werk bij een klein bouwkundig bureau in Genemuiden. „Ik had er te maken met verschillende opdrachtgevers, vertegenwoordigers van gemeenten, aannemers, adviesbureaus, de brandweer en anderen. Projecten liepen naast elkaar en soms door elkaar heen. Dat gaf stress. ’s Avonds kon ik het werk moeilijk loslaten. Het bleef me in mijn gedachten achtervolgen.”
beeld: Renate Bleijenberg-van Leeuwen
Lees verder
