Binnenkijken

Binnenkijken

20220111_201209-site

De eerste week na de kerstvakantie mocht ik onverwacht nog een weekje mee aan boord. De matroos was geveld door het welbekende virus. Halsoverkop werd er oppas geregeld. Gezorgd dat de was zover weg was dat alle tassen, die net uitgepakt waren, weer ingepakt konden worden. En daar gingen we.

Raar voelde het. Opeens zo samen, na de verlengde kerstvakantie met z’n allen.

Niet erg hoor. Dat niet. Aan boord is ook thuis. Dus hup, knop om. En daar gingen we.

Samen aan boord betekent stiekem ook wel genieten hoor. Zomaar ongestoord bij schipper in de stuurhut zitten. Of het overdag is of ’s avonds maakt niet uit. Verder vraagt er toch niemand aandacht. En dus zit ik vooral op de ‘gezellige’ stukken veel boven.

Van Gouda naar Lisse varen, door Boskoop en Alphen aan de Rijn: dat is zo’n ‘gezellig’ stuk. Je vaart op sommige stukken praktisch bij mensen door de achtertuin. En laten mensen nu vaak wel aan de voorkant de gordijnen sluiten, maar aan de achterkant is het meestal vrije inkijk. Je kent het wel, tegen schemer een rondje gaan lopen en dan onbeschaamd binnenkijken bij de huizen waar de lampen al wel branden, maar de gordijnen nog open zijn. Nu, zo zit ik dus daar. Gluren bij de buren in overtreffende trap.

We varen langs kasten van huizen. Langs appartementen. Kleine stadshuisjes. De ene woning is groot, de andere knus. De meeste wit. Witte muren. Witte keuken. Witte tafel. En weinig kaarsjes. Tja, als je zelf altijd kaarsjes aan hebt, dan valt dat op. Ik spot slechts één huis met kaarsjes aan. Sommige zitten bij knus sfeerlicht. Anderen onder een grote Ledlamp.

En op die zomaar winterse dinsdagavond kijk ik daar even binnen. We kunnen de route onderhand dromen. De favoriete huisjes weten we precies te staan. Die met die mooie tuin. Met dat knusse balkon. Het huis waarvan de bewoner in de tijd dat het ‘flame’ lampje er bijna uit ging, alles heeft opgekocht. De oudere meneer die altijd zwaait vanachter z’n krant.

Zouden de mensen in de prachtige huizen die daar aan het water staan gelukkig zijn? Zouden ze God kennen? Zouden ze af en toe heerlijk hard meezingen met ‘O eeuw'ge Vader, sterk in macht’?

Zouden ze aan elkaar vragen ‘Hoe was jouw dag vandaag?’, onder het eten, of bij de koffie? Of zou het oudere echtpaar dat naast elkaar in hun relaxfauteuil zit, hun kopje koffie op het tafeltje ertussen, elkaar niet zo veel meer te vertellen hebben? Zou... Zou... Ik ken ze niet. En dus vul ik de kamers met mijn eigen verbeelding.

Als schipper de laatste brug oproept voor een opening voordat we het weidse land van de polder weer invaren, loop ik het smalle trapje af naar beneden. De lampen branden. De kaarsjes kunnen ook weer aan nu ik beneden ben. Even kijk ik rond in de kleine maar knusse roef. En herinner me het tegeltje bij oud tante aan de muur: ‘Al is mijn huisje nog zo klein, mijn grootste vreugd is thuis te zijn’.

Auteur

Alberta Paardenkooper-Middendorp

Volg ons lifestyle platform op instagram.