Boze bui - Terdege

Boze bui

Rita_1 (1)

“Ik zet een kruis door jou! Je bent een sufkip!” Met een boos gezicht zet Daniël een denkbeeldig kruis door mij heen. Ik heb hem zojuist uit het busje getild en zie aan alles dat hij zich erg boos voelt. Voorzichtig vraag ik aan hem hoe het op school was. Nors zegt hij: “Het was een boze dag en ik ben boos!”

Ik vraag hem of hij even buiten wil spelen totdat hij zich niet meer zo boos voelt. De ervaring leert dat je hem nu het beste even alleen kunt laten.

Even later zit hij heerlijk te schommelen. Sinds een week heeft hij zijn angst om te schommelen overwonnen en het valt mij op dat hij tot rust komt als hij schommelt.

Als ik na tien minuten ga kijken of hij al wat vrolijker is, staat zijn gezicht nog steeds op onweer. Al mopperend schommelt hij heen en weer. Ik moet mijn best doen om niet te lachen, want met zijn kleine woordenschat trekt hij alles uit de kast om aan zijn boosheid uiting te geven.

“Stomme school, stomme juf, stom, slaan, rot, allemaal.”

Opeens klinkt er een brul. Hij ziet een vogel vliegen en richt zijn woede op het onschuldige beestje:“Weg, stomme sufkipvogel! Kruis erdoorheen! Weg, vogel!” Hij is duidelijk nog niet klaar met zijn boze bui.

Ik onderschep zijn zus Emily, die heel graag met hem wil spelen. “Ga maar even niet naar Daniël toe, hij is erg boos. Laat hem maar even.” Teleurgesteld druipt ze af.

Het broer of zus zijn van kinderen die zich anders gedragen en op een andere manier benaderd moeten worden, vergt behoorlijk wat begrip van de anderen. Het is niet altijd leuk of makkelijk. Er is een hoop liefde en geduld voor nodig om hier op de juiste manier mee om te gaan.

Maar liefde hebben onze kinderen gelukkig in overvloed voor hun kleine broertje.

Celine (21): “Bijzonder”, dat is denk het beste woord om Daniël te omschrijven. Hij heeft mij geleerd om te genieten van hele kleine dingen. Wat was ik blij toen hij op 3-jarige leeftijd ineens woordjes begon te zeggen en wat is het geweldig om nu een “gesprek” met hem te kunnen voeren:

“Daniël, hoe was het op school?”

“Goed.”

“Wat heb je allemaal gedaan?”

“Vijf stukjes brood gegeten.”

“Heb je ook nog gespeeld?”

“Ja.”

Dat je zijn aandacht alweer kwijt bent, maakt niks uit. De ene keer vertelt hij wat meer dan de andere keer, maar alles wat hij vertelt, vind ik leuk. Als hij mij na een schooldag weer ziet, roept hij altijd heel hard: “Lien, ik heb je zo gemist!” Het is zo’n lieve schat! Aan de andere kant krijg ik soms opeens een “kruis” van hem. Dan is hij moe en overprikkeld en daardoor boos en vindt hij iedereen stom.

Daniël moet langere dagen naar school dan ik, hij wordt om tien over zeven al opgehaald en komt pas om halfvijf weer thuis, maar toch is hij bijna altijd gelukkig en blij. Hij moest eens weten hoe trots ik op hem ben. Hoewel de zorgen die mijn ouders om hem hebben best pittig zijn, ben ik ontzettend blij met zo’n broertje als Daniël.

“Daniël, I love you!”

“I love you too!” is dan altijd zijn antwoord.

Auteur

Rita Maris

Volg ons lifestyle platform op instagram.