De stem uit de speaker - Terdege

De stem uit de speaker

Henrieke

Ik heb de illusie dat ik aan alle vrouwen dezelfde zorg lever. Maar het is een illusie. Want neem nu Selma uit Syrië. Ik wil haar coachen, begeleiden, naast haar staan. Ik wil graag dat ze autonomie ervaart. Dat ze voelt dat zij leidt en ik volg. En als ik toch leid, dat ze dan nog steeds zeggenschap heeft. Zeggenschap over haar lichaam en haar baby. Maar er is een heel groot lastig ding wat háár mondigheid, en mijn volgzaamheid in de weg dreigt te staan, we verstaan elkaar zo slecht.

Ik versta geen Syrisch, zij het Nederlands steeds beter. Maar niet de grapjes, de woordspelingen, de spreekwoorden en gezegdes. Niet de spreektaal of vergelijkingen. Juist niet die vorm van communicatie die ons dichter bij elkaar brengt. Die wat warmte toevoegt aan onze conversatie. Dat maakt onze gesprekken wat kinderlijk en tegelijk zakelijk. Al glimlacht ze altijd allerliefst naar mij. Al glimlach ik terug en probeer ik op mijn beurt met mimiek en intonatie mijn woorden nog wat gevoel te geven, achter mijn mondkap.

Maar ik wil zo graag doordringen tot die diepere laag. Ik wil weten, hoe voel je je echt, mis je je familie, je moeder? Hoe ervaar je de Nederlandse zorg? Wat heb je van mij nodig? Hoe is het om zwanger te zijn in een land waar je de taal en de gebruiken niet kent, waar het zorgsysteem je vreemd is? Maar waar je toch, het liefste wat je bezit aan onze zorgen toevertrouwt. Heb je vertrouwen, ben je bang?

Selma heet ze, en 4 jaar geleden woonde ze nog in Syrië. Daar was ze juf en net getrouwd met Emir de tandarts. Ze heeft erge dingen gezien en beleefd, ze draagt iets mee, haar leven lang. Maar veel praat ze daar niet over. Ze is blij met alles wat ze nu heeft en krijgt. Maar ik zie het aan haar houding, aan de manier waarop ze naar me kijkt. Aan de waakzaamheid in haar grote, prachtige ogen. De manier waarop ze continue bevestiging zoekt. Goed? Vraagt ze dan, baby goed? Dan voel ik het leed in wat was en de kwetsbaarheid in wat is. Dan wil ik er voor haar zijn, haar de allerbeste zorg geven die welke vrouw dan ook verdient.

Met regelmaat bel ik tijdens haar consult de tolkentelefoon. En dat is dubbel. Want Selma verstaat mij dan wel, maar we zijn niet meer in gesprek. De inhoud van mijn informatie komt over, al weet ik dat niet eens zeker. Zij kan op haar beurt al haar vragen stellen, haar zorgen en twijfels delen.
Ze vertelt de donkere, zware stem uit de speaker tussen ons in dat ze zo moe is. Ik vraag de stem: wil je vragen hoe slaapt ze? Kan ze overdag rusten? Hoe is haar eetpatroon? Komt ze weleens buiten? Slikt ze haar vitamine D nog trouw? De stem zucht, en ik begrijp het, teveel vragen in één keer. Excuses, ik weet het, er zit een mens achter het kastje, maar zo voelt het alleen niet. En rustig herhaal ik de vragen.
Selma geeft antwoord, op wat ik vroeg, maar ze kijkt naar het kastje tussen ons in. Ondertussen kijk ik naar haar, ik probeer aan haar lichaamstaal, aan hoe ze kijkt, hoe ze haar handen beweegt af te lezen wat haar antwoord zal zijn. Maar de betekenis van haar woorden hoor ik pas later, van de rustige monotone stem uit het kastje.
Tijdens dit hele gesprek heb ik steeds het gevoel met 1-0 achter te staan. Het geluid wat ik hoor, moet ik linken aan de mimiek en de lichaamstaal die ik daarvoor al zag. Ik moet erop vertrouwen dat wat Selma vroeg, ook echt de vraag is die bij mij terecht komt. Wat ik terug antwoord, ook echt dezelfde informatie is die Selma ontvangt. En dat gaat soms ook mis. Tijdens één van de eerste afspraken vroeg ik Selma, via de tolk, om bij de volgende echo nogmaals met een volle blaas te komen. Selma begreep de Nederlandse vraag al, want we hadden haar dit voor de afspraak van die dag ook al gevraagd. Maar de tolk had geen flauw benul. Hij vertaalde letterlijk mijn zin met het werkwoord ‘blaas’. Hoe die zin precies geklonken heeft, weet ik nog steeds niet. Maar Selma begreep heel goed dat dit niet de vertaling kon zijn en ze schaterde het uit. Dit breekt het ijs, zei ik. Maar die zin begreep de tolk zelfs niet. Laat maar, zei ik toen, als je blaas maar vol is.

De tolkentelefoon, het is de enige manier waarop we thema’s die Selma echt nog niet verstaat, kunnen bespreken. Het is juist ook de enige manier waarop Selma kan leiden en ik kan volgen. Juist het spreken in haar eigen taal, maakt haar autonoom. Selma is inmiddels een Nederlander, maar in hart en nieren is ze Syrisch. Net als in haar baarmoeder, daar zit een kleine Hollands- Syrische baby die net als zijn moeder de beste zorg verdient die Nederland kan bieden, die ik kan bieden. En dat is geen illusie, dat is een recht.

Auteur

Henrieke de Wit

Volg ons lifestyle platform op instagram.