De decembermaand is weer aangebroken. Ik geef grif toe dat ik nooit echt een feestdagenpersoon ben geweest. Per gratie hangt er aan de gevel een lampjesslinger, maar verder zul je bij ons in huis geen dennenkrans, kerstbal of waxinelichtje vinden.
En toch is het dit jaar even slikken dat die dagen er aan komen, ook al zal het er anders uit zien dan andere jaren vanwege de maatregelen.
Het is over een poosje tóch kerst, maatregelen of niet. Mensen maken het extra gezellig in huis, trekken hun mooiste kleren aan en het gasfornuis maakt overuren op deze dagen.
Naast het Kerstevangelie staat het samenzijn centraal.
Samenzijn als gezin, familie of vrienden.
Hoe het er dit jaar ook uit komt te zien, ik sla dit jaar de familiediners over.
Bij het idee alleen al voel ik hoe de tranen in mijn ogen zullen branden, hoe ik ze keer op keer weg probeer te slikken en hoe ze keer op keer terug blijven komen.
Het zou een heuse kwelling voor me zijn.
Ik voel de stekende pijn in mijn hart als ik me inbeeld hoe iedereen op deze dag compleet is, behalve wij. Niemand die het helpen kan (zoals ik de vorige keer al schreef), maar ik ook niet.
En dan kan ik er beter maar niet zijn. Dan kan ik beter thuis zijn, de plek waar ik me veilig voel en niet het gevoel heb dat ik de sfeer beïnvloed door mijn tranen te laten lopen.
Het verse verdriet, het intense gemis en de herinneringen aan een jaar geleden maken dat ik het liefst een winterslaap wil houden tot al deze dagen voorbij zijn.
Vorig jaar kerst lag Jona in het ziekenhuis en namen we hem op tweede kerstdag mee naar huis. Het waren zware dagen geweest.
Een opname, omdat de voedingsproblemen zo erg geworden waren dat hij geen voeding meer binnenhield en ik het thuis niet meer aan kon met hem en er doorheen zat.
Gelukkig knapte Jona op en konden we hem weer mee naar huis nemen. Maar hij én wij hadden een jasje uitgedaan. Wederom hadden we ervaren hoe zorgvol en broos zijn leven was en niet eerder was ik zo bang geweest hem te verliezen. Psychisch en emotioneel had het me uitgeput.
Die herinneringen aan vorig jaar maken dat ik nu al mijn tranen weg slik.
Volgens de artsen was Jona absoluut niet in levensgevaar geweest tijdens deze opname.
Volgens mijn moedergevoel was dit wél het geval. En nu ik weet wat ik vorig jaar nog niet wist, weet ik dat mijn moedergevoel juist zat.
Dit is in mei de oorzaak van Jona’s overlijden geweest. Zijn lichaam verdroeg voeding en vocht niet meer, waardoor hij niet meer sliep en alleen maar aan het spugen en huilen was.
Een verschrikkelijk beeld, wat ik mijn leven lang niet meer kwijt zal raken.
En dit was tijdens de opname in december al aan de orde geweest. En ik heb gevoeld dat dit Jona’s leven in gevaar bracht, ook al zeiden de artsen van niet en hadden zij het over een flinke buikgriep, die net was extra heftig was met de problematiek waar Jona al mee te maken had.
Maar ik weet nu dat mijn paniek, zorgen en verdriet gegrond waren.
Moedergevoel liegt niet.
Mensen vonden het zo sneu voor ons dat we juist met kerst nu in het ziekenhuis waren, maar voor mij was het niet erg.
Ik had op geen enkele andere plek willen zijn, ik had aan geen enkel ander kerstdiner willen zitten, dan aan het diner in het ziekenhuis met de soep van mijn schoonzus aan die tafel met dat té felle licht van de TL-buis.
Ik had nergens anders willen zijn.
Want hij was er.
En het was goed.
Ik was bij mijn lieve Joontje. Bij het jongetje dat met zijn aanwezigheid voelde als thuiskomen.
Ik had nergens anders willen zijn, dan alleen bij hem.
Met liefde sliep ik naast hem iedere nacht.
Met liefde troostte ik hem ‘s nachts, als de voeding in zijn buik hem weer pijn deed.
Met liefde, ja, alle liefde sloeg ik het familiekerstdiner over.
En dit jaar wilde ik dat ik het zelfde kon doen. Dat ik nog steeds met onvoorwaardelijke liefde kon zorgen voor dat kind wat me zó veel waard is.
Maar dit jaar zal het pijnlijk zijn. Zal de leegte en stilte in huis extra voelbaar zijn. En ook al scherm ik me volledig af van de buitenwereld, ik zal voelen dat hij zó mist, juist op deze dagen dat familie bij elkaar komt en alles zo draait om ‘met elkaar’ zijn.
Extra zal ik voelen dat wij niet compleet zijn en dat nooit meer zullen zijn ook.
Een decembermaand met een rouwrandje, net als iedere andere maand sinds we Jona moeten missen.
Een maand, waarin ik me net als iedere andere maand bewust ben van wat ik heb en waar ik dankbaar voor mag zijn, maar ook besef dat ik een deel van mij voor altijd zal missen.
En dat is misschien juist in deze maand wel extra pijnlijk met al die momenten van saamhorigheid.
We missen ons lieve kindje zo.
Met liefde waren we bij hem, op ieder moment.
Hij was er en dat is alles waar we dankbaar voor waren en wat we nodig hadden.
Hem heel dicht bij ons.