Door contacten met Strict Baptists in Engeland leerde ds. H. Brons de puriteinse gezangen kennen. Ze raakten zijn hart. Enkele jaren geleden begon hij hymnes in het Nederlands te vertalen en te berijmen. Recent werd er een selectie gepubliceerd. „Je moet deze liederen niet even snel lezen, maar echt proeven.”
Het is een fraai boekje geworden, met de wervende titel: ”Zie Christus’ liefde, rijk en vrij”. Ds. H. Brons, predikant van de gereformeerde gemeente in Moerkapelle, is er dankbaar voor. Van thuis kreeg hij niet alleen liefde voor Hollandse oudvaders en puriteinen mee, maar ook oog voor schoonheid. In de natuur, de cultuur en de literatuur.
Het was door bezoeken aan Engeland dat Brons, van origine jurist, de puriteinse hymnes leerde kennen. „De Strict Baptists zingen in de eredienst en ook thuis gezangen uit de liederenbundel van William Gadsby. Vanaf de eerste kennismaking werd ik geraakt door de diepe inhoud. Een kleine twintig jaar geleden deed ik in een vakantie al een poging om zo’n gezang in het Nederlands om te zetten.”
Het idee werd weer wakker door de komst van het tijdschrift De Metgezel, een uitgave van Nederlandse vrienden rondom The Gospel Standard, het lijfblad van de Strict Baptists. „Achterin stond een letterlijke vertaling van een van de hymnes uit Gadsby’s gezangenboek. Dat prikkelde me om een vertaling te maken met hetzelfde rijmschema en ritme, zodat je die ook kunt zingen. Intussen heb ik ruim 200 gezangen zo vertaald, waarvan er 50 zijn geselecteerd voor het boekje.”
Wat spreekt u er zo in aan?
„In de eerste plaats het Bijbelse. De inhoud sluit nauw aan bij de Schrift en bevat veel gereformeerde theologie. Het tweede dat in deze gezangen opvalt, is het meditatieve. Ze zijn vaak ontstaan door persoonlijke overdenking van de prediking. Je moet deze liederen niet even snel lezen, maar echt proeven, net als een goed gedicht. Het derde wat ik zou willen noemen, is hun vertrekpunt uit God en hun gerichtheid op Christus’ kruis, de enige plek waar een zondaar rust vindt. Taalkundig zijn de hymnes niet allemaal van hoog niveau, maar de inhoud maakt ook de eenvoudiger liederen vaak treffend.”
Welke dichters stijgen boven het gemiddelde uit?
„In de eerste plaats Isaäc Watts, zowel door de omvang van zijn oeuvre als door de literaire stijl. Ook de hymnes van John Newton en zijn vriend William Cowper zijn taalkundig van hoog niveau. Niet voor niets wordt Cowper in Engeland en Amerika tot de grootste dichters van zijn eeuw gerekend. Indrukwekkend vind ik het gezang van Robert Robinson over vrije genade. Ook Joseph Hart ben ik zeer gaan waarderen. Hij was van origine docent klassieke talen, maar sprak tegelijk de taal van het volk. Niet plat, hier en daar wel rauw. Het leven ís soms rauw.”
Zingt u de hymnes geregeld voor uzelf, in het Engels?
„Niet zo vaak, omdat ik geen instrument bespeel. Als ik het doe, is het met begeleiding van internet. Die gebruik ik soms bij het vertalen, al kun je ook zonder de melodie erbij in het ritme van de tekst komen.”
Hoe lastig was het om de oorspronkelijke kracht van de hymnes te behouden?
„Dat was een worsteling. Niet voor niets wordt gezegd dat vertalen verliezen is, of zelfs verraden. Zeker vanuit een zo krachtige en compacte taal als het Engels. Soms moest ik elementen laten vallen. Daar staat tegenover dat er door het vertalen verborgen parels tevoorschijn kwamen die ik bij oppervlakkiger lezen niet zag. Dat maakte het werk tot een vreugdevolle bezigheid.
Naarmate je bekender wordt met de stijl van een dichter, wordt het vertalen gemakkelijker. Zo maken Newton en Hart regelmatig gebruik van ironie. Voor Engelsen is humor een belangrijke stijlfiguur. In een aantal psalmen en bij de profeten kom je die ook tegen, bijvoorbeeld om de machteloosheid van de afgoden te bespotten. Anne Steele is juist lieflijk in haar taalgebruik, en tegelijk geweldig knap. Vaak leverde ze voor de kerk waar haar vader predikant was een nieuw lied voor de zondag daarop.
Tijdens het vertalen van de hymnes ben ik me er steeds bewuster van geworden dat je niet in de eerste plaats de woorden, maar de gedachten erachter moet overbrengen.”
Kreeg u assistentie van deskundigen?
„Onze dochter Suzanne heeft meegelezen. Zij heeft Engels en literatuurwetenschappen gestudeerd. Ze heeft me meer dan eens voor fouten behoed. Ik ben met de vertaalde hymnes pas naar buiten gekomen in de coronatijd. In Vlaardingen, mijn vorige gemeente, ging ik meditaties houden die via YouTube werden uitgezonden. Een aantal jonge gemeenteleden zong een vertaalde hymne als illustratie bij een samenvatting van dat wat ik had gezegd. Het Reformatorisch Dagblad heeft daar een keer aandacht aan besteed. Zo is het contact met de uitgeverij tot stand gekomen. Als er voldoende belangstelling voor het boekje is, komt er wellicht een vervolgbundeltje met een nieuwe selectie.”
Bent u zelf content met de eerste selectie?
„Tot nu toe heb ik alleen positieve reacties gekregen, maar zelf ben je nooit helemaal tevreden. Ik blijf aan vertaalde hymnes schaven, om ze nog te verbeteren. Het deed me goed dat een kerkhistoricus me liet weten dat de zeggingskracht bewaard is gebleven.”
Waarom zijn in het boekje de melodieën er niet bij geplaatst?
„We wilden het aantrekkelijk van prijs houden, daardoor mocht het niet te dik worden. In het voorwoord verwijs ik naar de website van de Stichting Vrienden van The Gospel Standard. Daarop zijn de melodieën van de meeste liederen te vinden.”
Hebben de hymnes u nog dichter bij de puriteinen gebracht?
„In die zin dat ik beter ben gaan zien hoe hun prediking werd verwerkt. Je kunt deze liederen zien als een soort antwoord op hun verkondiging. De kracht van de puriteinen lag niet in de exegese, daarin blinken de Hollandse oudvaders meer uit, maar ze waren meesters in het doordenken van de betekenis van de tekst voor het persoonlijk leven. Dat maakt de hymnes zo herkenbaar.”
Vrije genade
Kom, Fontein van elke zegen,
Stem mij tot genadezang!
Onuitputtelijke regen
Vraagt om loflied, luid en lang.
Leer mij zingend God verhogen
Als een engel, vol van licht;
Lof Gods berg! O houd mijn ogen
Op die vaste Rots gericht.
Stenen plaats ik om te denken
Hoe Uw hulp mij hierheen bracht
Hoopvol dat Uw gunst zal schenken
Thuis te komen voor de nacht.
Jezus zocht mij, als een zwerver
Dwalend van de kooi van God;
Hij ontrukt mij mijn verderver
Tussentredend met Zijn bloed.
Alles dank ik aan genade
Die mij dagelijks verrast;
Maar mijn hart dwaalt van Uw paden,
Bindt het door Uw liefde vast.
Steeds tot dwalen weer genegen,
Ver van God Die ik bemin;
Neem mijn hart en plaats Uw zegel
Van uw Koningszegelring!
Vertaling van ”Come, thou Fount of every blessing”. Uit ”Zie Christus’ liefde, rijk en vrij”, door ds. H. Brons; uitg. De Banier; € 9,95.
beeld: Cees van der Wal