Ds. M. Baan: solist in een Brabants dorp - Terdege

Ds. M. Baan: solist in een Brabants dorp

Ds. Baan- serie Mijn eerste gemeente- Putten- RenateB _8_site

Sterrenkundige wilde Marinus Baan worden, maar het werd dominee. In 1974 begon de zoon van een stoffeerder uit Waddinxveen zijn ambtelijke loopbaan in het Brabantse dorp Aalburg. „De kerkenraadsleden waren eenvoudige lieden, maar ze kenden de zuivere leer terdege.”

Met zijn gymnasiumdiploma op zak ging Marinus Baan in Utrecht wis-, natuur- en sterrenkunde studeren. Hij was een bètajongen, al had hij op de middelbare school behalve Grieks en Latijn ook twee jaar Hebreeuws gevolgd. „’s Morgens om acht uur, voor de aardigheid.”

Het kwam hem goed van pas, want na twee jaar maakte hij de overstap naar theologie. „Je kunt daar zwaarwichtig over doen, ik houd het liever kort. Op een gegeven moment móét je van de Heere. Bij sterrenkunde zoek je het hoog, maar bij theologie nog wat hoger. Ik ben wel altijd een B-figuur gebleven. Filosofie vond ik een makkie. Dat is niet meer dan de alfavariant van de waarschijnlijkheidsleer. Van de logica vond ik in de theologie weinig terug. De meeste theologische boeken moet je achterstevoren lezen, dan weet je waar de schrijver naartoe wil. In de rest van het boek vind je hoe hij er denkt te kunnen komen. In consequent redeneren zijn de meeste theologen niet sterk, afgezien van de dogmatici.”

Zijn vader, eigenaar van een meubelstoffeerderij in Waddinxveen, reageerde zwijgzaam op de studiewisseling van zijn zoon. „Later zei hij eens: „Ik had wel gedacht dat je dominee zou worden.” Daar liet hij het bij. Hij sprak weinig en werkte en rookte veel; sigaren. Oud is hij niet geworden. Keelkanker.”

Engels

De sfeer op de theologische faculteit was een totaal andere dan die bij wiskunde. „Ik had gestudeerd in een van de eerste gebouwen van de Uithof. Theologie zat in het oude hoofdgebouw aan het Domplein, een heel andere entourage. Nog belangrijker: de hoogleraren konden lésgeven. De wiskundedocenten lieten soms dia’s met tekst zien. Aan de hand daarvan moest je het collegedictaat bij elkaar zien te schrijven. Die mensen konden niet praten. Daar hadden de hoogleraren in de theologie geen moeite mee. Soms deden ze het zelfs een beetje te veel, al was het altijd wel boeiend.”

Vooral de befaamde professor Gillis Quispel maakte indruk door zijn retorisch talent. „De vraag van een student uit onze groep beantwoordde hij na een betoog met de opmerking: „Heb ik uw vraag zo goed beantwoord, meneer?” Waarop die jongen zei: „Ja, professor, maar eigenlijk bedoelde ik…” Zo ging dat een paar keer. Toen zei Quispel: „Meneer, u bent net als de Engelsen. U schrijft street, u zegt striet, maar u bedoelt straat.” Zo had hij meer van die aparte dingen. Als hij binnenkwam, moest je allemaal gaan staan. Soms begon hij ineens in het koptisch te zingen. Ondanks die excentrieke zaken stak je veel van hem op.

Ook Van Ruler kon het brengen. Zijn laatste college zal ik nooit vergeten. Zeker zes keer citeerde hij in het Latijn de uitspraak dat het kruis van Christus de enige hoop is. In de kerstvakantie die volgde, is hij overleden. Hij werd opgevolgd door een volbloed barthiaan. Dat was een afknapper van jewelste.”

Lees het hele artikel in Terdege (nr. 24, 18 augustus 2021).

beeld: Renate Bleijenberg-van Leeuwen

Lees verder

Lees het hele artikel in Terdege. Nog geen abonnee?

Terdege-portfolio-1x-2024

Auteur

Huib de Vries

Volg ons lifestyle platform op instagram.