Vissen die overgaan in vogels. Een trap die zo veel dimensies heeft dat het onmogelijk een echte trap kan zijn. Een weerspiegeling van zichzelf in een glazen bol die griezelig precies klopt. Eschers werk fascineert. En dat vindt niet alleen Judith Kadee, conservator van het museum Escher in Het Paleis in Den Haag. „We hebben over belangstelling voor Eschers werk nooit te klagen. In het buitenland is hij bijna nog bekender dan in Nederland. Iedereen houdt van de grapjes in zijn werk en de verbazing die het oproept. Daar zit een soort magie in.” Eschers kunst is nog steeds overal te vinden. In studieboeken. Op ansichtkaarten. In agenda’s. Of in een wiskundelokaal. Toen ze als kind in de tandartsstoel lag, zag ze werk van Escher boven haar hoofd hangen, vertelt Kadee lachend. „Door de optische illusies houdt zijn werk een charme waardoor het bij het publiek blijft leven. Ook mensen die weinig met musea en kunst hebben, voelen zich door Escher aangetrokken. Je hoeft geen voorkennis te hebben om met veel liefde en diepgang naar het werk hier te kunnen kijken. Dat maakt het voor jong en oud leuk.” Ook kinderen zijn geïntrigeerd. „Ik stond eens bij een groepje kinderen dat hier rondliep met hun meester. Een van de leerlingen draaide zich na het bestuderen van een werk om en zei vol ontzag tegen de docent: „Meester, Escher was een genie.” Ik smolt een beetje, dat snap je.” beeld: Sjaak Verboom