Fan van fossielen

Fan van fossielen

DSC07384

Het zijn de grote mammoetkoppen en -dijbenen die het meest in het oog springen. Maar de liefde van Kommer Tanis (58) uit Goedereede gaat eigenlijk vooral uit naar zijn verzameling kleinere botten. Opent hij zijn kast met middenhandsbeentjes en voetbeentjes, dan gaan zijn ogen stralen.

Drie grote kiezen liggen op de salontafel. Het lijken net donkere stenen, zwaar, met ribbelige randen. Afkomstig van een mastodont, een grote slurfdrager die zowel slagtanden aan de bovenkant als aan de onder­kant van zijn kaak had. Van een dier dus dat allang niet meer op de aarde rondwandelt.

Dat laatste geldt voor de meeste fossielen in de collectie van beroepsvisser Tanis. Hij heeft onlangs de kop van een sabeltandtijger op de kop getikt. „Een sabeltandkat”, corrigeert hij zichzelf. „Het zijn geen tijgers.” Inclusief de indrukwekkende slagtanden natuurlijk, want zonder is hij niet compleet.

De helft van zijn collectie heeft hij zelf gevonden, dan wel van medevissers gekregen. De andere helft heeft hij aangekocht gedurende de afgelopen decennia. Wat zo’n sabeltandkat kost? „Dan heb je het over een klein autootje”, zegt hij met een glimlach. Hij heeft een budget voor dat soort aankopen. En nee, dat is niet oneindig. Net zomin als de ruimte in huis.

Maar toen ving hij bot

Zijn liefde voor botten ontstond toen hij een jongen van een jaar of 8 was. De derde generatie in een Goerees vissersgeslacht. Waar zijn fascinatie voor botjes vandaan komt: hij heeft geen idee.

Als kind liep hij graag te struinen over het strand, zoekend naar dierenbeenderen. Ook zijn omgeving was niet veilig voor zijn speurende ogen. Konijnenbotjes nam hij mee. En die van vogels. Ook de poes van de buurvrouw moest er na de dood van het dier aan geloven. Zijn moeder stond oogluikend veel toe. Maar toen hij zijn gevonden eieren van de daarbij opgeduikelde nestjes wilde voorzien, ging hij een grens over. Want op vlooien en luizen zat ze niet te wachten. Hij ging zelfs eens zover dat hij de dode hond van zijn opa wilde opgraven. Voor de beenderen natuurlijk. Maar toen ving hij bot: dat ging niet door.

Dat kostbare gebeente

Van jongs af aan wilde hij visserman worden, dat leek hem prachtig. Uitvaren, de zee op. Als tiener ging hij voor het eerst met zijn vader mee, die hem het vak leerde.

Die tochten werden extra de moeite waard toen hij ontdekte wat er zoal in de netten van de vissers terecht kon komen: gefossiliseerde resten van geslurfden, van geweidragers, paarden en wisenten die op de Noordzeebodem liepen toen deze nog droog was. Allemaal materiaal uit de pleistoceenperiode.

Lees het hele artikel in Terdege (nr. 22, 12 juli 2022).

beeld: Renate Bleijenberg-Van Leeuwen

Lees verder

Lees het hele artikel in Terdege. Nog geen abonnee?

Terdege-portfolio-nummer-12

Auteur

Jacomijn Ariakhah

Volg ons lifestyle platform op instagram.