Geraakt door kanker - Terdege

Geraakt door kanker

spg-17340-famVerrips-7-site

Elk jaar krijgen meer dan 100.000 Nederlanders de boodschap dat ze een vorm van kanker hebben. Een tijding die het leven radicaal verandert. Met de zwarte kanten ervan, maar soms ook onverwachte lichtzijden. „Vanaf het begin heb ik me gedragen gevoeld.”

De hoeve in buurtschap Overheicop bij het dorp Schoonrewoerd trekt de aandacht door de met gele stenen aangebrachte versieringen in de imposante gevel en de fraaie tuin. Samen met echtgenote Willemien en een zus en zwager die een ander deel van de kolossale boerderij betrokken, gaf Aart Verrips (36) het agrarische monument de oude glorie terug.

Tot dinsdag 17 maart 2020 kent het leven van Verrips, docent biologie aan de Gomarusscholengemeenschap in Gorinchem, enkel zonneschijn. „Een warm ouderlijk gezin, gelukkig getrouwd, fijn werk, nooit ziek geweest... Soms dacht ik: Dat kan toch zo niet blijven? Wanneer valt de bom?”

Op de betreffende dinsdag is hij met Willemien (33), verpleegkundige van professie, in de tuin aan het werk als hij zonder enig voorteken een zware epileptische aanval krijgt. Willemien vreest dat hij in haar armen zal sterven. „Achteraf beseften we hoe bijzonder alles is geleid. Bij het hek stonden net een paar meiden die hier vaak oppassen. Zij hebben meteen de ambulance gebeld en vingen de kinderen op. Ik voelde dat alles in Gods hand lag. Die wetenschap gaf rust toen ik achter de ambulance aan naar het ziekenhuis reed.”

Bidstond

De scan toont een tumor in de hersenen ter grootte van een mandarijn. Aan de wijze waarop de boodschap hem wordt meegedeeld, denkt Aart met waardering terug. „Je merkt dat artsen getraind zijn in zulke gesprekken. De dag erna is er een CT-scan van mijn hele lichaam gemaakt. Er waren geen uitzaaiingen te zien, dat was een enorme opluchting.” In het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam wordt de definitieve diagnose gesteld en krijgt hij te horen dat hem een wakkere hersenoperatie wacht. „Om zo veel mogelijk kwaad weefsel te kunnen verwijderen. Alles wegnemen was onmogelijk.”

Ondanks het diep ingrijpende van de tijding kijkt Aart niet negatief terug op de week die zijn leven radicaal veranderde. „Vanaf het begin heb ik me gedragen gevoeld. In onze familie was al veel openheid over de geestelijke dingen; hoe het met iedereen gesteld is. Hetzelfde geldt voor onze vriendengroep. Om de week hebben we als mannen op zaterdagmorgen een bidstond, de vrouwen op dinsdagavond, al een jaar of elf. Al die vrienden zijn meteen naar ons toe gekomen. Terwijl ik hier geknield lag, hebben ze om de beurt voor me gebeden. Op zo’n moment zie je haarscherp dat uiteindelijk maar één ding belangrijk is: vergeving van zonden en Gods nabijheid. Ik heb me vaak afgevraagd hoe mensen in zulke omstandigheden staande kunnen blijven als ze God niet kennen. Met mijn familie hebben we gegeten, gezongen en gebeden. Het was verdrietig en tegelijk goed.”

Zingen

Door de steun vanuit het eigen netwerk had het echtpaar tot nu toe geen behoefte aan psychologische hulp. „Er was alle ruimte om onze emoties te uiten”, zegt Willemien. „Samen huilen en zingen lucht op. De band in onze familie- en vriendenkring was al hecht, maar is nóg sterker geworden.”

Op donderdag 7 mei, twee dagen na zijn verjaardag, wordt de biologiedocent in Rotterdam geopereerd. „Vooraf hebben we intensief contact gehad met neurochirurg Joost Schouten, anesthesist Markus Klimek en de neurolinguïst, om de ingreep gezamenlijk voor te bereiden. Bij een wakkere hersenoperatie maak je deel uit van het team, omdat je tijdens de operatie opdrachten moet uitvoeren.”

Voordat de neurochirurg zijn schedel opent, doet Verrips een gebed met het team. „Je weet niet of, en zo ja hoe je uit zo’n operatie komt. Ik wilde voor die mensen iets achterlaten voor het geval het fout zou gaan. Bovendien is het ook voor hen een intensief karwei en hebben zij net zo goed Gods zegen nodig. Volgens mij konden ze het wel waarderen.” In de voorbereidingskamer had hij al gebeden met een vrouw die enorm tegen de operatie aan haar schildklier opzag. „Niet omdat ik geestelijk zo heldhaftig ben, God gaf het me op dat moment. Ik had met die vrouw te doen.”

Onbereikbaar

De vijf uur durende operatie verloopt volgens het boekje. „Ik was bang dat ik ineens zou moeten hoesten of niesen, of dat mijn geest me in de steek zou laten, maar alles ging goed. Terwijl de neurochirurg de tumor verwijderde, voerde ik gesprekken met de neurolinguïst en de anesthesioloog. Vooraf had ik een aantal onderwerpen aangedragen.”
Voordat de schedel weer wordt gedicht, houdt Klimek hem een telefoon voor, zodat hij kan bellen met Willemien. Die heeft de uren doorgebracht in een park, met een vriendin. Samen biddend, in de wetenschap dat familieleden en vrienden in het kerkgebouw van de hersteld hervormde gemeente van Schoonrewoerd op dezelfde wijze bijeen zijn. „Elk uur kreeg ik via een neef een videoberichtje van Aart. De filmpjes had hij een paar dagen voor de operatie in de tuin opgenomen. Het waren bemoedigingen in de vorm van mooie herinneringen die hij ophaalde en korte Bijbelgedeelten die hij voorlas. Elk filmpje sloot af met een lied. Dat was zó bijzonder.”
De dagen na de ingreep zijn het zwaarst. Aart kan geen enkele prikkel verdragen, zegt nauwelijks iets, reageert als een robot en toont geen emotie of genegenheid. „Dat vond ik heel moeilijk”, bekent Willemien. „Vanwege corona mocht alleen ik op bezoek komen. In m’n eentje zat ik naast zijn bed. Degene met wie ik altijd alles deel, was onbereikbaar voor me.”

Kinderen

Zondagmorgen 10 mei, ruim twee dagen na de operatie, mag de patiënt naar huis. De kinderen zijn bij de grootouders ondergebracht. „Dat waren voor ons helende weken. Veel rust, weinig bezoek, er werd voor ons gekookt… Zomaar stil zaten we bij elkaar. Op woensdag kwam de oudste zus van Aart. Die voelde precies aan wat we nodig hadden. Ze zei niet veel, kookte voor ons, masseerde Aart…”
„Ik ben nog nooit zo verwend”, lacht hij. „Overdag ging het langzamerhand beter, de nachten bleven pittig. Ik had veel pijn, was vroeg wakker en had last van geluiden die me voorheen amper opvielen.”
De kinderen zijn volledig op de hoogte van de situatie. Aart heeft hun verteld dat hij tijdens de operatie mogelijk zal sterven. „Lastig is dat jonge kinderen niet goed overzien wat dat inhoudt, maar ik wilde de realiteit niet verbloemen. Het is wat het is. En het blijft spannend. Elk moment kan die tumor weer gaan groeien. Veel meer dan vroeger besef ik hoe kwetsbaar je bent als mens.
En als gezin. Elke avond bid ik of we de volgende dag weer met z’n allen wakker mogen worden. Dat is niet vanzelfsprekend. Ik ben me ook bewuster van het goede van de gewone dingen, zoals het op bed leggen van de kinderen.”

Fietsen

Intussen heeft het leven weer min of meer z’n vertrouwde ritme. In september 2020 hervat hij gedeeltelijk zijn werk als docent. Online, vanwege corona. Willemien ziet er aanvankelijk tegen op om haar baan in de thuiszorg op te pakken. „Ik was bang dat Aart opnieuw een epileptische aanval zou krijgen en durfde bijna het huis niet uit. In het begin was altijd een van onze ouders hier als ik werkte.”
Het echtpaar weet zich niet alleen gezegend met betrokken verwanten, maar ook met een pastorale predikant, slechts enkele jaren ouder dan Aart. „Zo nu en dan gingen we een rondje fietsen, dat praat heel ontspannen. Hij werd behalve mijn predikant een soort vriend. In de gesprekken hoefde hij niet eerst wat omtrekkende bewegingen te maken, we gingen meteen de diepte in.”
De reformatorische docent leest de Bijbel anders sinds hij weet van de kwaal die hij meedraagt. „Vooral de psalmen komen sterker binnen. Daarin liggen vreugde en zorg dicht bij elkaar. De rust die ik ervaar, komt niet voort uit onverschilligheid, maar ik heb geleerd mijn zorgen bij Christus neer te leggen. Zodra ik merk dat ik begin te piekeren over de toekomst, ga ik tot Hem. Volgens mij is dat wat Hij van ons vraagt.”
In een van de vensterbanken staat een kaart met de woorden: „Gisteren is voorbij. Morgen komt nog. Vandaag helpt de Heere.” „Dat is ons motto geworden.”
„Door je zorgen te maken, verdwijnen je problemen van morgen niet, maar wel de kracht voor vandaag”, citeert Willemien Corrie ten Boom. „Voor de zomervakantie zat ik hier in huis maar te tobben. Hoe moet het als Aart sterft? Het idee maakte me zó verdrietig… Dat veranderde toen de Heere tot me sprak door Mattheüs 6; hoe Hij zelfs voor de vogels zorgt. Prompt stond er in de tuin een prachtig, felgekleurd puttertje, als een knipoog uit de hemel.”

Structuur

Hoewel het werken hem nog steeds zwaar valt, ervaart Aart het tegelijk als een voorrecht. „Het geeft structuur, biedt voldoening en verbreedt je wereld weer. Ik ben geen figuur om hele dagen te wandelen of in de tuin te zitten.” Nadat de diagnose van zijn ziekte was gesteld, schreef hij aan zijn collega’s en leerlingen een brief waarin hij hen deelgenoot maakte van zijn omstandigheden, de wetenschap geborgen te zijn in Christus en de rust die dat geeft. „Ik voelde dat ik dat moest doen. Als God ons dit vertrouwen geeft, wil Hij dat we er ook van getuigen. Veel leerlingen zitten met geestelijke vragen. Voordat ik begon te schrijven, heb ik God gebeden of Hij me voor hen wilde gebruiken.”
Het echtpaar beseft dat het voor omstanders lastig is om in te schatten wat mensen in hun omstandigheden nodig hebben. „Je doorloopt verschillende fasen”, blikt Willemien terug, „en daar horen verschillende behoeften bij. In het begin is dat vooral de behoefte aan een luisterend oor en een schouder waartegen je kunt uithuilen. In een later stadium vind je het fijn als iemand op een positieve manier voor wat afleiding zorgt.”
Aart knikt. „Ik heb behoefte aan mensen die de ernst van de zaak inzien, zonder die altijd concreet te benoemen. Het is ook lastig om antwoord te geven op de vraag: Hoe gaat het? Onze dominee zei eens dat je beter kunt zeggen: Hoe gaat het vandaag? Daarmee maak je de vraag een stuk kleiner. Mijn antwoord is afhankelijk van het moment en de persoon die de vraag stelt. In mijn werk vind ik het prettig om net als voorheen te worden benaderd. Ze hoeven me niet te ontzien, al begrijp ik dat het gebeurt. Omgekeerd zou ik waarschijnlijk hetzelfde doen.”

Gezegend mens

Afgelopen maart werd er weer een scan gemaakt, met een gunstige uitslag. De prognose blijft onzeker. „Je leeft van scan naar scan”, zegt Willemien. „Er zijn mensen die al na enkele jaren aan deze tumor sterven. Als dat op me afkomt, klamp ik me vast aan Mattheüs 6. Het helpt dat Aart zo positief in het leven staat.”
„Menselijkerwijs komt er een moment dat het tumorweefsel weer gaat groeien”, beseft hij. „Dan start een behandeltraject met chemo, bestraling en als het nodig is opnieuw een operatie. Die wetenschap zorgt bij het naderen van een scan wel voor enige spanning, maar niet zo dat ik er slecht door slaap.”
De laatste keer was hij tegelijk aan de beurt met een man die exact dezelfde tumor bleek te hebben, en vijftien jaar geleden voor het eerst werd geopereerd. „Mijn hart maakte een sprongetje toen ik dat van zijn vrouw hoorde”, lacht Willemien. „Vijftien jaar!”
Na het gesprek met de oncoloog dronken ze met z’n vieren nog een kop koffie. „Die man bleek in de Gereformeerde Gemeenten te zijn opgegroeid, maar was helemaal klaar met God, zoals hij dat noemde. Wij hebben vooral geluisterd. Bij het afscheid vroeg Aart: „Mag ik voor jullie bidden?” Zij knikte, hij hield eerst de boot af en vroeg: „Ben jij niet bang voor de toekomst?” „Nee”, antwoorde Aart, „want die ligt in Gods hand.”
Dat raakte hem. Na het gebed zei hij: „Ik ga toch maar weer eens nadenken over dat geloof.” Zo sneed het mes aan twee kanten. Ik werd door die ontmoeting bemoedigd omdat deze man nog leeft, hij komt er misschien door tot bezinning. God bestuurt alle wegen.”
Behoefte aan georganiseerd lotgenoten contact hebben ze niet. „Misschien omdat het nu redelijk goed gaat”, zegt Aart. „Door contacten met patiënten bij wie dat niet zo is, kan het bij je gaan malen. Mensen die hetzelfde overkomt, mogen me wel altijd bellen. Dat is ook al gebeurd.”
De relatie met Willemien werd door de ziekte nog dieper. „We waren al open tegenover elkaar, nu spreken we de dingen nog vaker uit. Ik weet dat dit soort omstandigheden een huwelijk ook onder druk kan zetten, of mensen van God afvoeren. Het is genade als het anders is. In dat opzicht weet ik me een gezegend mens.”

beeld: Tineke van der Eems

Smaakt Terdege naar meer?

En wil je de andere artikelen ook graag lezen?

Terdege-portfolio-nummer-12

Auteur

Huib de Vries

Volg ons lifestyle platform op instagram.