Er zijn nog zo’n 25 bedrijven en bedrijfjes in Nederland die de circa 1200 molens onderhouden en restaureren. Rond de honderd molens zijn watergedreven, de overige worden voortbewogen door de wind. Gijs Jan Berkhof heeft zich toegelegd op molens die draaien door windkracht.
Hij is van origine een ‘gewone’ timmerman en had nooit kunnen denken dat hij tot het selecte groepje molenmakers zou gaan behoren. Met zeven andere bedrijven beschikt hij ook over een officieel erkenningscertificaat. Een ‘jong’ molenmakersbedrijf ligt best gevoelig in het wereldje, weet hij. Molenmakers werken vooral in familiebedrijfjes, die soms al honderden jaren oud zijn. Het is bijzonder om je als relatieve buitenstaander daartussen een plek te verwerven.”
De timmerman begint in 1999 voor zichzelf als aannemer. Jarenlang werkt hij nauw samen met een molenmaker in Terschuur. „Toen de eigenaar wilde stoppen, heb ik het bedrijf in 2007 voortgezet. Ik vind het jammer als het molenmakersvak uit deze omgeving zou verdwijnen en wil graag de cultuurhistorie behouden.”
Gaandeweg verdiept de passie voor het vak zich. „Je kunt als aannemer niet zomaar een sticker op de deur plakken en zeggen dat je ook molenmaker bent. Daarvoor is ervaring en vakkennis nodig.”
Molenmaker én molenaar. Hoe bijzonder is dat?
„De meeste molenmakers zijn zelf geen molenaar. Net zoals vliegtuigbouwers geen piloot zijn. Ik voelde me steeds meer aangetrokken tot het molenaarsvak en heb in 2012 mijn molenaarsdiploma behaald. Eens in de paar weken maal ik zelf. Natuurlijk is dat zakelijk gezien ook wel prettig. Met de molenaar praat je nu rechtstreeks, van hart tot hart.”
Wat is het werk van een molenmaker?
„Ieder jaar heeft er onderhoud plaats en moet alles worden nagekeken. Daarnaast heb je restauratiewerk. Het historische materiaal dient zo veel mogelijk behouden te blijven en wordt waar nodig vervangen. Dat gebeurt met oude onderdelen, terwijl er ook kunsthars wordt gebruikt om zo veel mogelijk van de bestaande delen te behouden. Verder zijn we in staat een molen opnieuw op te bouwen.”
Lees het hele artikel in Terdege (nr. 26, 13 september 2022).
beeld: Renate Bleijenberg-van Leeuwen