Vorig jaar deed ik mee aan een hardloopwedstrijd. Het geld dat werd opgebracht was bestemd voor het Babyhuis. Dus trok ik de stoute schoenen aan en besloot ik samen met een collega te gaan trainen. Zin had ik er niet in, maar het was een goede motivatie om een beetje actief te worden en het zou voor het goede doel zijn.
Voor, tijdens en na werktijd waren we regelmatig aan het trainen. Het liefst stelde ik het uit, verzon een smoes om niet te hoeven gaan. Maar omdat we samen gingen, kwam ik er meestal niet onderuit en gingen we trouw een aantal keer in de week een rondje rennen.
In het begin was het zwaar. Na een paar meter hing mijn tong al op de grond en dacht ik dat mijn longen dichtgevallen waren. Met pijn en moeite kreeg ik nog ergens adem, maar ik moest me concentreren op dat wat ik aan het doen was. Ik had echt zelfdiscipline nodig en het lukte me. Na een paar weken werd het iets leuker, dat kwam omdat ik ineens de dubbele hoeveelheid meters kon rennen en ik nog steeds adem had om door te gaan. Ik ontdekte bij mezelf dat ik best tot iets in staat was, maar ik soms door moest zetten en mezelf stevig toe moest spreken. Het was een leerzame periode en les. Soms duurt het even voordat je resultaat gaat zien.
Toen kwam de wedstrijd. Het was ruim 30 graden en ik was gespannen. Zou het me echt lukken om 5 kilometer te rennen, zonder dat ik halverwege niet meer verder kon? Ik besloot maar om de knop om te zetten, niet na te denken en zou doen wat iedereen deed. Gaan, focus en doorzetten.
Tijdens de wedstrijd stonden er mensen langs de lijn om ons aan te moedigen. Het was een gezellige en warme sfeer, ik voelde me verbonden met mensen die ik niet kende. We hadden één gemeenschappelijk doel, de eindstreep halen. Wat het ons ook zou kosten, we deden dit met elkaar en toch alleen. Toen ik uiteindelijk arriveerde bij de finish, overviel mij een enorm gevoel van trots en dankbaarheid. Het was gelukt! Hoe ik het vol had gehouden in die intense warmte? Geen idee. Of toch misschien wel. Het waren de mensen langs de zijlijn die me aanmoedigden, het was de beker water die ik halverwege kreeg, het waren de mensen die met me mee renden en die ik alleen maar aan hoefde te kijken om te zien dat ik niet alleen was. Ik kon die niet alleen, maar ik had deze mensen nodig.
Het deed me denken aan de moeders die in het Babyhuis komen. Zwanger geworden, soms een bewuste keuze maar vaker ook onbedoeld. Besloten om het kindje te houden. Ze gaan de strijd aan. Dat is heel vaak hard werken. De strijd bijna opgeven, maar toch doorgaan want ze hebben een kind. Aangevallen door hun omgeving, hun partner. Afgevallen worden door goede vrienden en familie. Er alleen voor staan, kwetsbaar maar strijdlustig. Het is hun kracht dat ze weten waar ze het voor doen. Een mini mensje die hun aandacht en liefde nodig heeft. Dat is waar ze het voor doen, dat is waarvoor ze de wedstrijd lopen.
Wij staan langs de zijlijn. Wij als professionals, vrijwilligsters. We mogen ze aanmoedigen, moed inspreken en soms letterlijk een glas water aanbieden of een zakdoek om te tranen te drogen. Ze hebben niet altijd veel woorden nodig, maar een steun in de rug. Iemand die ze aankijkt, mee knikt, meehuilt en blij is wanneer er weer een mijlpaal is bereikt. Wanneer er weer een overwinning is behaald. Soms halen we taart, hangen de slingers op en kopen cadeaus. Heel vaak ook is een knuffel al voldoende, een aanraking die indirect zegt: Ik zie je en ik ben trots op jou. Soms spreken we het uit, laten we merken dat ze het goed doen. Dat is soms ongemakkelijk omdat dit voor het eerst is in hun leven dat ze het horen. Ze weten er geen raad mee, maar ook dat mogen ze leren. Mijlpalen zijn er om gevierd te worden. Met een taart of een knuffel. Met een woord en glimlach.
En zo is het ook het leven. Jij en ik hebben aanmoediging en bemoediging nodig. We rennen allemaal de wedstrijd, zijn allemaal op weg naar onze eindbestemming. Onderweg hebben we elkaar nodig. We kunnen het niet alleen. Onthoud dat een vriendelijk woord, een gebaar of een aanraking al voldoende kan zijn. Laten we een pauze nemen in ons vaak drukke bestaan. Naar elkaar omzien, echte aandacht geven. Slik je oordeel in. Laten we niet veroordelen. Maar luisteren naar het echte verhaal. Tijd nemen voor diepgang, tijd nemen voor je medemens. Bezin je op je drukke leven, als je dat leeft. Want voor we het weten zijn we bij de eindstreep. Zorg dat je er klaar voor bent en weet wat je eindbestemming is.
beeld: Renate Bleijenberg-van Leeuwen