Dit heeft alles te maken met het woord autonomie. Simpel gezegd komt dat neer op: ”zelf beslissingen willen nemen”. Wij als volwassen herkennen dat: als iemand iets voor ons wil bepalen, roept dat weerstand bij ons op. Autonomie. Het is belangrijk dat jongeren tijdens de puberteit een bepaalde mate van autonomie gaan ontwikkelen. Dit geeft hun voldoening, vrijheid en een positief zelfbeeld. Ze leren op die manier om zelf keuzes te maken en verantwoording te nemen, en ze ontwikkelen zo hun eigen identiteit. Voor ouders is dat zeker wennen. De hele kindertijd zorgen zij voor hun kind, bieden ze ondersteuning, geven ze grenzen aan. Dan begint de puberteit en komt er opeens tegengas, en lijkt het alsof de jongere zich overal tegen verzet. >Geef jongere een gevoel van controle over z’n eigen leven Probeer méé te bewegen. Dat wil niet zeggen dat je alles maar goed moet vinden, maar geef de jongere het gevoel dat hij controle heeft over zijn eigen leven, het gevoel dat hijzelf kan meebeslissen. Een jongere heeft er behoefte aan dat hij zich erkend en herkend voelt door zijn ouders. Dus, geef erkenning en ruimte. Heel praktisch: Als je wilt dat je zoon zijn kamer opruimt en je zegt „Wil jij nu eerst je kamer opruimen”, dan krijg je tegengas. Maar als je op donderdag zegt: „Ik wil graag dat je vóór zaterdagavond je kamer hebt opgeruimd”, geef je hem de ruimte om zelf het moment te kiezen waarop hij dat doet. Je geeft hem een stukje autonomie, terwijl je ook een grens aangeeft. Als je dochter vraagt hoe laat ze thuis moet zijn, kun je haar autonomie bevorderen door te vragen: „Hoe laat had je zelf gedacht”? Op die manier laat je haar meedenken en maak je haar meteen medeverantwoordelijk voor de afspraak die jullie maken. _Ook een vraag over omgaan met pubers of (seksuele) opvoeding? Stel hem aan Matthijs via: redactie@terdege.nl._ _Matthijs Voskuil is fotograaf, jongerenwerker en integratief coach. Hij werkt onder andere voor het jongerenplatform BasiC._