In de kerkbank

In de kerkbank

kerk - renate site

Aarzelend langs de rijen door het gangpad. Is er nog een bank waar een vader en moeder met drie kinderen kunnen zitten? Een man staat op om zijn vrouw die in een rolstoel zit wat naar achteren te rijden zodat wij erlangs kunnen. Hij zegt vriendelijke dingen tegen ons en zijn vrouw.

‘Wat een lieve meneer’, fluistert mijn dochter als we de rij inschuiven. Ik plof neer, puf uit van het fietsen. Ene been over het andere, rokken glad, binnenkant pols langs het voorhoofd vol zweetparels. Zo, het heerlijke kijken kan beginnen.

Een bank voor ons ontdek ik een Oekraïens echtpaar naast hun gastvrouw, die met hen praat en op de Oekraïens-Nederlandse liturgie aanwijst in welk stadium de dienst zich bevindt. En als taal een barrière vormt, kun je altijd nog naar elkaar glimlachen.

Het grote gebed volgt. De dominee doet voorbede voor de twee broedervolken die nu in oorlog zijn, voor vluchtelingen wereldwijd. Hij bidt ook voor de bekering van machthebbers met foute motieven.

De collectezang wordt aangekondigd. De vrouw wijst de echtelieden naast haar de juiste psalmregel aan. Haar rechterhand pakt de pols van de jongen aan haar ander zijde. Háár jongen. Hun duimen verstrengelen zich. Ze tilt zijn arm zo hoog op dat ook hij vanuit zijn rolstoel de psalmen mee kan lezen en zingen. Psalm 49 vers 6.

Het orgel zet in, het kerkvolk volgt. Overtuigend, meeslepend en zelfs met bovenstem vorderen de psalmregels. Hier weten ze wat zingen is. We naderen de tweede helft van het vers:

Vreest hem dan niet, die grote schatten heeft,

wiens machtig huis in eer en aanzien leeft;

Want hij zal niets in ’t sterven met zich dragen;

zijn naam, zijn roem, ’t ligt al terneer geslagen.

Poetin flitst door mijn hoofd. En dan is het er. Een melancholische blijdschap die mijn hart tegelijk verzwaart en verlicht, en dat laatste laat winnen. Ineens ben ik blij, zó blij. Dat ik hier zit met man en kinderen. Tussen honderden Bijbels en evenzoveel stemmen die dezelfde klanken voortbrengen. Voor en achter ons mensen die aan den lijve ondervinden dat het leven niet maakbaar is en tegelijk getuigen van liefde en barmhartigheid. Hier in de kerkbank wordt een mens gelukkig, en dan moet de preek nog beginnen.

Als vriendje van het Kremlin zou mijn geloof in Poetin zijn geweest. Heel misschien dobberde ik met mijn gezin rond op een superjacht, betaald van westerse centen. Logischer zou het zijn dat mijn man op Oekraïens grondgebied sneuvelde door vijandelijke artillerie. Gestorven voor het vaderland.

Het is niet zo! Godzijdank zit ik hier. Ook vandaag kwam de zon weer op. Haar stralen vallen door de boogvormige kerkramen op het dorpsvolk en de Oekraieners. Én de Syriërs. Want die zitten hier ook. Als vormen we samen het heidenvolk van buiten het Bijbelse Sion: De Filistijn, de Tyriër en de Moor.

Arme Poetin, zat hij maar waar ik zit. Zag hij maar wat ik zie. Hoorde hij maar wat ik hoor. Want ook hij, met zijn machtig huis, eer en aanzien, zal niets in het sterven met zich dragen. Zijn naam en roem zijn nu al gedeeltelijk terneergeslagen. Ooit moet Poetin buigen voor zijn Maker. Laat het ons gebed zijn dat onze krakende, kapotte wereld met al haar bewoners er getuigen van zullen zijn! Wat een feest zal dat zijn voor de Kerk. Hier en Boven.

beeld: Renate Bleijenberg-van Leeuwen

Auteur

Tonja Versluis

Volg ons lifestyle platform op instagram.