Jacqueline van Dijk: duizendpoot op de achtergrond - Terdege

Jacqueline van Dijk: duizendpoot op de achtergrond

spg-JacquelineVanDijk-15935-18__2_site

Ze is gewoon Jacqueline van Dijk. En ‘de vrouw van’. En ‘de moeder van’ en ‘de vriendin van’. En dat zijn genoeg rollen, daarin kan Jacqueline haar talenten kwijt. „Ik heb er geen moment spijt van gehad dat ik altijd thuis ben bij de kinderen.”Ze is gewoon Jacqueline van Dijk. En ‘de vrouw van’. En ‘de moeder van’ en ‘de vriendin van’. En dat zijn genoeg rollen, daarin kan Jacqueline haar talenten kwijt. „Ik heb er geen moment spijt van gehad dat ik altijd thuis ben bij de kinderen.”

Eerste Kamerleden staan meer op de achtergrond dan Tweede Kamerleden, dat geldt ook voor hun vrouwen. Het is voor het eerst dat Jacqueline van Dijk (1973) een interview geeft, ondanks dat haar man Diederik al vijf jaar namens de SGP in de Eerste Kamer zit. „Ik ben er trots op dat hij het Kamerwerk mag doen, maar de achtergrondrol vind ik ook prima”, zegt Jacqueline. Het toont haar karakter. Ze zet zich graag in, maar liefst buiten de schijnwerpers.

Even glipt de 8-jarige Erik binnen. De jongste van de vijf kinderen komt poolshoogte nemen. „Iedereen is thuis en alles loopt anders door de coronacrisis”, glimlacht Jacqueline. „De eerste dagen van het thuisonderwijs was ik best uit mijn doen. Ik was de structuur kwijt. Nu zijn de ochtenden voor school, dat geeft duidelijkheid. De laatste jaren kon ik mijn eigen planning volgen overdag, nu komt die weer op de tweede plaats.”

Smaakt Terdege naar meer?

En wil je de andere artikelen ook graag lezen?

Terdege-portfolio-nummer-12

Zoektocht

Al op de middelbare school ontmoetten Diederik en Jacqueline van Dijk elkaar. In 5 vwo, toen hij na de havo instroomde in haar klas. Allebei een Van Dijk, maar geen familie van elkaar. Hoewel hun doopnamen anders doen vermoeden. „We heten Dirk Jacob Huibert en Wilhelmina Jacoba Huibertina. DJH en WJH, met deels dezelfde namen. Dat klonk erg grappig op onze bruiloft. Maar we hebben lang getobd met de verzekeringen. Ze haalden ons steeds door elkaar en snapten er niets meer van.”

Aan het trouwen ging een verkeringstijd van zeven jaar vooraf. Een heel vormende tijd, ziet Jacqueline terugkijkend. „Ik kom zelf niet uit reformatorische kring. We gingen wel naar de kerk, maar het geloof speelde in mijn jeugd geen grote rol. Toen ik verkering kreeg met Diederik begon er een hele zoektocht. Waar horen we bij, waar krijgen we antwoorden op onze vragen? We deden belijdenis in de hervormde Vredeskerk in Veenendaal. En toen gebeurde er iets moois. We hadden met mijn ouders veel gesprekken en zij raakten meer betrokken op het geloof.

Na ons hebben zij ook belijdenis gedaan. Nu is iedereen uit mijn ouderlijk gezin hersteld hervormd. Dat zie ik als Gods bijzondere leiding.”

Oudemannenpartij

Dat betekent niet dat Jacqueline meteen stond te juichen toen haar verloofde aan de slag kon bij de SGP. „Diederik liep stage bij het wetenschappelijk bureau van de partij, voor zijn studie rechten. Juist toen kwam er een beleidsfunctie vrij in de Tweede Kamerfractie. „Is dat niet iets voor jou?” vroeg Van der Vlies. Maar ik dacht: moet dat nou, bij zo’n oudemannenpartij? In mijn onwetendheid had ik me een beeld gevormd. Maar Diederik wilde graag de politiek in en was helemaal overtuigd van de SGP. Hij kreeg het er zo goed naar zijn zin en kwam in zo’n fijne werksfeer terecht. Achteraf was ik echt beschaamd over mijn eerste gedachten. Ook ik voelde me meteen thuis bij de collega’s en hun vrouwen. De mensen van de partij zijn echte vrienden geworden.”

Ineens schiet Jacqueline in de lach. „Ik moet nu weer denken aan de tijd dat Diederik veertien jaar bij de partij werkte. Hij vond het tijd om wat anders te gaan doen. Er was een vacature bij de Unie van Waterschappen en dat sloot goed aan op zijn specialisatie. Diederik had gesprek na gesprek en werd aangenomen.

Maar net voor hij dit aan de Kamerleden wilde vertellen, belde hij mij op. „Weet je wel zeker dat je naar de waterschappen wilt?” vroeg ik hem. „Je klinkt helemaal niet zo enthousiast.” „Ik moet toch ergens werken?” zei hij. Maar tegen de fractie vertelde hij toch dat hij bij de SGP zou blijven. Die avond stond Kees van der Staaij op de stoep met een grote bos bloemen. „De SGP is jouw plekje. We hopen dat je nog veel jaren bij ons blijft”, zei hij. En het klopt wat hij zei. Dat merkten we vorig jaar opnieuw, toen het even heel spannend was of de tweede zetel in de Eerste Kamer behouden bleef.” Sinds haar jongste naar school is, zet Jacqueline zich in voor stichting Diákonos, een vrijwilligersorganisatie voor palliatieve en terminale zorg in Benthuizen en omgeving. De veertig vrijwilligers werken vanuit christelijke visie maar bieden hulp aan iedereen. „Ik ben verantwoordelijk voor het organisatorische deel van de stichting”, vertelt Jacqueline. „Ik regel scholingsmomenten voor de vrijwilligers, verspreid folders en informatiemails en neem deel aan de netwerkgesprekken. Zo werken we samen met woon-zorgcentra in de regio. Ook daar verlenen we palliatieve en terminale zorg.”

Laatste zorg

Inmiddels werkt Diákonos nauw samen met Hospice Elim, dat wordt gebouwd in Moerkapelle. Daar kan de laatste zorg nog gerichter geboden worden. „In 2011 ben ik mijn moeder verloren. Ze was toen 64 jaar oud”, vertelt Jacqueline. „Het was een heftige tijd en zonder zorgachtergrond ervaar je nog meer onzekerheid. Ik vond het zo fijn dat ik toen met Diákonos kon bellen. We kregen tips om de laatste tijd voor mijn moeder zo dragelijk mogelijk te maken.” En na een stilte: „Mensen vragen vaak veel te laat om hulp. Het afgelopen jaar hebben we als Diákonos bij acht mensen zorg verleend. Maar bij veel anderen hadden we ook iets kunnen betekenen. Al is het maar een ochtendje waarnemen, zodat de mantelzorger wat boodschappen kan doen.”

Het werk voor Diákonos en het hospice geeft Van Dijk voldoening, maar ook in haar gezin vindt ze dat. „De kinderen leerden mij te genieten van elke leeftijd. Ze lieten me zien dat elke dag nieuw is, net zoals Gods genade steeds nieuw is. Ik genoot van het verzorgen toen ze klein waren. Maar de pubers met hun discussies en humor vind ik ook geweldig.” Dat Jacqueline thuis kan zijn bij de kinderen geeft veel stabiliteit. „Diederik had en heeft het druk, maar het geeft hem rust om te weten dat het thuis loopt. Ik kan het goed aan hier en dat zie ik als een gave. Andersom weet ik dat Diederik niet onnodig weg is. Hij is zorgzaam en wil ook graag thuis zijn.” Dat neemt niet weg dat het druk is. „We hebben vijf mondige kinderen. Allemaal leiderstypen die hun zegje willen doen. Dat is soms pittig, maar grote zorgen zijn ons gelukkig bespaard.”

En nog eens benadrukt Jacqueline: „Ik voel me zo bevoorrecht dat ik er altijd voor de kinderen kan zijn. Daar hoef ik me niet voor te verdedigen. Aan het begin van het moederschap heb je vaak nog zo veel dingen die je zou willen doen. Maar juist tegen moeders van jonge kinderen zou ik willen zeggen: geniet van deze mooie tijd. Er komt een stuk wegcijferen bij kijken, zeker aan het begin. Maar later heb je wel weer mogelijkheden om je in te zetten op plaatsen in de maatschappij, dat merk ik nu ook. Voor alles is een tijd.”

Auteur

Henrieke Hoogendijk-van Dam

Volg ons lifestyle platform op instagram.