Herfst 1943. Ondanks het hobbelige bospad en de druilerige regen fluit Jacobi van den Burg een vrolijk liedje. Het klinkt hortend en stotend, maar dat komt doordat haar fiets allang geen luchtbanden meer om de wielen heeft. Het mag haar niet deren, want dinsdagavond is de fijnste avond van de week . Dan gaat ze naar Peer Peters!