Grote leeftijdsverschillen kunnen spanningen in het gezin geven. Een discussie over de vakantiebestemming kan zomaar op ‘ploppen’. Aan de andere kant kunnen kinderen elkaar mooi helpen, bijvoorbeeld bij het schoolwerk. Wat zijn de regels? En wie doet wat in het huishouden en de opvoeding? Terdege sprak met twee ervaringsdeskundigen. „De oudste kinderen praten met de jongste over hun studiekeuze.”
Het gezin van Karel en Liesbeth Post –de een hulpverlener, de ander verloskundige– telt vier kinderen: Karsten (20 jaar), Noreen (18), Noa (16) en Nils (12). De oudste twee studeren, de jongste twee zitten op de Jacobus Fruytier scholengemeenschap.
Met acht jaar verschil tussen de oudste en de jongste, bestaat de kans dat de oudsten willen helpen opvoeden, merkt Post. „Wij zijn best wel ‘praterig’ aan tafel, dan duurt de maaltijd soms behoorlijk lang. Voor de jongste is het weleens lastig om erbij te blijven, dus mag er van ons speelgoed op tafel komen. Dat vinden wij belangrijker dan dat iedereen netjes aan tafel blijft zitten. Maar dan moesten we wel vaak de oudere kinderen wat ‘dimmen’ als zij daar moeite mee hadden. Onze gevleugelde uitspraak was dan: „Als ik je nodig heb, dan bel ik je wel”. Natuurlijk mogen ze opmerkingen over de opvoeding maken, maar dat moeten ze dan individueel bij ons doen.”
Ook het verschil in ontwikkeling tussen een ouder en een jonger kind levert uitdagingen op. „Als er iets gebeurt tussen een kind van 16 met een broertje van 6, dan is het lastig om die twee niet dezelfde normen op te leggen. Een kind van 6 is anders in zijn ontwikkeling. Daar houden wij rekening mee. „Jij bent 16, hij is 6, dus ik verwacht van jou ander gedrag”. Maar het is belangrijk dat goed te begeleiden, want het voelt oneerlijk.”
Goede studiekeuze
Mooie kanten die Post in zijn gezin ziet langskomen, zijn de dingen die kinderen elkaar leren. „Voordat de jongste naar het voortgezet onderwijs ging, heeft hij twee dagen les gehad over hoe alle docenten in elkaar zaten en hoe het er op school aan toe ging. Dus die jongen ging goed voorbereid naar het voortgezet onderwijs. Dat gaf een ‘boost’ in z’n zelfvertrouwen. Ze helpen elkaar ook met schoolwerk. Het is positief dat ze kennis over wiskunde bij elkaar gaan halen.
Lees het hele artikel in Terdege (nr. 15, 9 april 2024).
Lees verder
Lees het hele artikel in Terdege. Nog geen abonnee?
