Lezen wij niet te weinig in het eerste boek dat God de mensheid gaf om Zichzelf te openbaren, Ik bedoel het ”boek van de natuur”?
Het antwoord op deze vraag is al heel mooi gegeven in artikel 2 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Dat spreekt over de natuur als een ”schoon boek” dat ons de onzienlijke dingen van God laat zien. Anders gezegd: de Schepper openbaart Zich door dit uiterst waardevolle, schitterende boek tot op zekere hoogte aan ons.
Als Hij dit boek van de natuur zo zorgvuldig maakte, dan doen wij er verkeerd aan wanneer we weinig de tijd nemen om het te bestuderen. Hij ‘schreef’ het immers niet voor niets. Bovendien doen we onszelf tekort als we dit boek ongeopend laten. Want juist hierdoor wil de Heere de twijfels stillen die ons kunnen vervullen over het Godsbestaan. In het schone, het machtige, het complexe, het gedetailleerde van elk schepsel ligt een schitterende openbaring van Gods wijsheid, almacht, goedheid en goddelijkheid. Hoe vaak riepen de oudtestamentisch gelovigen Hem niet aan als de Schepper van hemel en aarde? Vaak wezen de profeten naar het natuurboek om de bedrukten te bemoedigen.
Zo ervaar ik zelf het lezen van het natuurboek. Het kan bij mij soms best hard stormen met vragen over Gods bestaan. Zeker als je allerlei scheve dingen tegenkomt in het leven van jong en oud –onrecht, ontucht, mishandeling en geweld– kan het fundament van je geloof in God weleens schudden. Juist dan ga ik graag de natuur in. Als je de kleine en grote letters over Gods eeuwige kracht weer eens leest, komt het hart tot rust. Gebruikte God Zelf dit boek niet om Abrams geloof te versterken (Gen. 15:5) en de Joden in Babylon een hart onder de riem te steken (Jes. 40:26)?
Ook gebruik ik het natuurboek vaak om mijn hart te verlevendigen met een loflied voor de Heere. Vorig jaar kreeg ik van mijn Bijbelstudiegroep een bijenkorf. Dit cadeau vormde een nieuw hoofdstuk in Gods boek van de natuur. Dagelijks liep ik er even naartoe. Soms deed ik voorzichtig het deksel open om te bijen te zien werken. Ik verdiepte me in het bijenleven – en wie kan dan de hand van de Schepper ontkennen? Jaren geleden hield ik een preek over de mieren. Bij de voorbereiding daarvan heb ik letterlijk op mijn knieën gelegen om een mierennest te bestuderen. Het lezen van een aantal boekjes over het mierenleven nam vervolgens meer tijd in beslag dan de exegese van de tekst zelf, maar het was alle moeite waard.
Daarom is mijn advies dat we het boek van de natuur zeker meer moeten lezen. We missen veel details doordat we niet genoeg de moeite nemen om de natuur de bestuderen. Op school lezen we tijdens biologie- en natuurkundelessen alleen maar de inhoudspagina van het boek der natuur. Er valt nog zo veel meer te leren. Ik had een vriend in Nieuw-Zeeland die een wandelende ”natuur-Google” was. Die man zag details die ik totaal miste, omdat ik niet wist waar ik naar kijken moest. Hij had de planten bestudeerd en zelfs de stenen spraken tot hem over God. Van hem leerde ik dat de natuur een museum over God is. Zelfs in je achtertuin gebeuren wonderen die veel over Hem zeggen. Neem eens de tijd om een ontluikende bloemknop te bekijken. Dan kan het in je hart gaan zingen: „O Heere, onze Heere! Hoe heerlijk is Uw Naam op de ganse aarde.”
Reacties en vragen: jouwvragen@terdege.nl