Regelmatig staat Mirjam van Eckeveld samen met een andere vrijwilligster op de stoep bij de abortuskliniek van Arnhem. Om te waken en te bidden. En om te laten weten dat er hulp is, voor moeder én kind.
Mirjam van Eckeveld (23) is nog niet zo lang thuis. Ze is net op bezoek geweest bij een jonge, Surinaamse moeder uit Arnhem. Begin dit jaar stond het leven van die vrouw op z’n kop toen ze ontdekte dat ze zwanger was. Ze wist vanuit haar christelijke achtergrond heel goed dat het afbreken van een zwangerschap eigenlijk geen optie was. Toch maakte ze een afspraak bij een abortuskliniek, want ze was in paniek. In de kliniek werd een echo gemaakt, maar ze mocht niet meekijken: dat zou het alleen maar moeilijker maken.
Omdat ze bleef twijfelen, ging de abortus niet door. Via Google kwam ze op de site van Er is Hulp terecht, de hulpverleningstak van Stichting Schreeuw om Leven. Ze stuurde per e-mail een hulpvraag, waarop de maatschappelijk werker van Er is Hulp haar uitnodigde voor een intakegesprek. Hij zocht daarna een buddy voor haar, en zo kwam ze in contact met Mirjam, die in het nabijgelegen Velp woont.
Het buddy-project is nog relatief nieuw, vertelt Mirjam. „Het kantoor in Hilversum is voor de meeste vrouwen ver weg. Door hen in contact te brengen met een vrijwilliger die in de buurt woont, wordt de hulp veel laagdrempeliger. Buddy zijn betekent in de eerste plaats heel veel luisteren. Verder ga je bijvoorbeeld mee naar de verloskundige en kijk je of je moet helpen met het verzamelen van de babyuitzet. Bij financiële zorgen heeft Er is Hulp een sponsorplan, waardoor vrouwen ook in materiële zin ondersteund kunnen worden.