Na de bevrijding begon de oorlog - Terdege

Na de bevrijding begon de oorlog

spg-11717-JeanneDiele-10

Ze mocht met spelletjes niet meedoen, werd uitgescholden en zat de hele lagereschoolperiode alleen achterin op een tweepersoonsschoolbank. Na de oorlog volgde een verbeten zwijgen. Jeanne Staal (79) wist zich dochter van een NSB’er, maar hoorde pas veel later wat haar vader echt had gedaan. ”Door Gods hulp heb ik het een plek kunnen geven. Anders was ik door woede verteerd.”

Een leven lang dochter van een NSB’er én landwachter. Tot na de millenniumwisseling gelooft Jeanne dat haar vader, die na de oorlog vier jaar in een kamp wordt opgesloten, alleen maar lid was van een foute politieke partij. In 2001 hoort ze voor de eerste maal dat hij tenminste één keer betrokken was bij een razzia waarbij een Joods gezin wordt opgepakt. Dat gezin keert nooit meer terug.

Haar leven, dat begint met een zware jeugd en vervolgens is gevuld met plaatsvervangende schuld- en schaamtegevoelens, staat op z’n kop. Gesprekken met lotgenoten geven haar lucht. „Bovenal is het God Die me heeft vastgehouden.”

Stamplaarzen

Jeanne Staal wordt op 20 augustus 1938 in Almelo geboren in een gezin dat is aangesloten bij een evangelische gemeente. Ze heeft een drie jaar oudere broer. In de oorlogsjaren wordt er nog een jongen geboren. „Vader had een kantoorbaan, maar was van beroep drogist. In de economisch slechte tijd was hij twee keer failliet gegaan. Moeder was kleuterjuf. Ze stond tot vlak voor mijn geboorte voor de klas, mijn broertje zat in de box erbij.”

De nu in Zwolle woonachtige Jeanne merkt als peuter maar weinig van de Tweede Wereldoorlog. „Er werd door mijn ouders nooit over de oorlog of de NSB gepraat waar de kinderen bij waren. In Almelo gebeurde niet zo veel. Er was af en toe een luchtalarm. Ik ben dan ook niet bang geweest. In 1943 kwam mijn vader in uniform thuis. „Papa is bij de politie om de orde op straat te handhaven”, verklaarde mijn moeder. Ik was nog geen vijf jaar oud en vond dat best stoer. Wel had ik een beetje angst voor de stamplaarzen die hij droeg. Ik was blij als hij die uitdeed.”

In datzelfde jaar houdt de kleuterschool op te bestaan. „De Duitsers namen bezit van het gebouw. Wij werden naar huis gestuurd. Vanaf dat moment speelde ik vaak buiten, maar ik hoor het de kinderen in mijn straat nog zeggen: „Sjaantje, je mag niet meer met ons meedoen.”

Auteur

Ad Ermstrang

Volg ons lifestyle platform op instagram.