Ontvangen

Ontvangen

Gerjanne v Lagen - onderwijscolumn- Pieter Zandt Kampen- __3

De bel ging. Mijn les was voorbij. De leerlingen druppelden naar buiten. Ik zwaaide wat links en riep wat rechts en zocht de PowerPoint voor mijn volgende les Nederlands op. Toen zag ik dat ik een oproep had gemist. Van het UMCG.

Er stokte iets in mij. Want als je een oproep hebt gemist van het UMCG, dan stokt er iets in je. De volgende leerlingen druppelden al binnen. ‘Ik moet even..,’ zei ik, en ik wees naar mijn telefoon, wist dat dit niet professioneel was, wist dat dit niet oké was, maar ik kon niet anders. Ik moest weten waarom ze hadden gebeld. Ik kon niet wachten tot na schooltijd.

De leerlingen knikten ruimhartig. Alles beter dan les, zo simpel is het, mensen. Dus ik belde, leunend op het randje van mijn bureau. ‘Er is nog één wachtende voor u,’ blikte de stem. ‘Er is één wachtende voor mij,’ riep ik de klas in. Zij knikten ernstig, visten boeken uit hun tas. ‘Als ze opnemen, loop ik naar de gang,’ zei ik, het gesprek voorbereidend. Toen was ik aan de beurt. Ik had de assistent aan de lijn. Ik holde de brede gang in, sloot de deur van het leslokaal, hoorde de gezelligheid in de klas robuustere vormen aannemen. Ik leunde met mijn hoofd tegen de lokaaldeur, probeerde me te richten op wat die vrouw uit Groningen zei. ‘We hebben onverwacht aanstaande woensdag een plekje. Zou je met Fieke kunnen komen?’ Ik weet niet of gedachten kunnen buitelen, maar ze buitelden. Ik sloot mijn ogen, haalde me mijn agenda voor de geest. Woensdag al??.... het is nu maandag… woensdagmiddag… vrije middag… speelafspraakjes… heb ik een auto… kan ik speelafspraakjes omwisselen… Ik zei: ‘Natuurlijk kunnen we. Dat regelen we.’ (En ik meende het).

Ik beëindigde het gesprek. Of zij beëindigde het gesprek, dat weet ik niet meer. Ik tuimelde het lokaal in, met een vol hoofd. Ik schakelde, bijna letterlijk moest ik mezelf toespreken vanbinnen: even parkeren, Gerjanne. Lesgeven nu. Zij hebben recht op les. Dus lesgeven deed ik. Ik legde het verschil uit tussen een overtuigende tekst en een activerende tekst en zij luisterden en maakten opdrachten en ik liep langs en corrigeerde alsof er geen Groningen bestond.

In de pauze haalde ik Groningen van de parkeerplaats. Regelen moest ik. De druk van de ketel halen, ontstressen. Ik belde mijn ouders. Mijn lieve, altijd inzetbare ouders. Ik app’te moeders van speelvriendjes en speelvriendinnetjes. Ik regelde vervoer voor mijn kinderen van en naar school. 8.30 en 12.30. Na een kwartier was het geregeld. Alleen maar welwillende mensen. Ik herhaal: alleen maar welwillende mensen.

En daar zat ik dan, op mijn bureaustoel. Alleen. De druk was weg. Ik ademde. Maar wat overbleef was een bezwaard gevoel. Vanwege al die mensen die moesten bijspringen. Ik slikte zo hard mogelijk om het bezwaarde gevoel te onderdrukken. Want ik wist dat het onnodig was. Ik wist dat ze het met liefde deden. Ik wist dat ik niks terug hoefde te doen. Het was goed. En toch… een bezwaard gevoel. En ik weet zeker dat mensen met zorgen het herkennen. Dat ontvangen soms niet makkelijk is. Dat ‘dank je wel’ soms zo leeg klinkt. Dat je vaak niets terug kan doen. En daarom schreef ik deze blog. Met geestdrift en liefde. Voor mijn ouders, die altijd op willen passen. Voor een zus, die eten wil koken. Voor een vriendin, die altijd wil school-brengen-en-halen. Voor die buren die een koek bakken voor bij de koffie. Voor die schoolpleinmoeders die hun huis onevenredig vaak open zetten voor mijn kinderen. Voor de roostermakers van de Pieter Zandt, die mijn rooster inschikkelijk en immer begripvol om mijn ziekenhuisbezoekjes plooien. Voor al die mensen schreef ik dit. En ik weet dat het niet helpt, maar ik schrijf de woorden toch:

Dank jullie wel.

Auteur

Gerjanne van Lagen

Volg ons lifestyle platform op instagram.