Waar ze ook vandaan komen en wat hun verhaal ook is, de gasten in pastoraal diaconaal centrum de Herberg in Oosterbeek hebben één ding gemeen: ze snakken naar rust. Een reportage.
De locatie heeft de Herberg in elk geval mee. Het centrum is gehuisvest in een oude, monumentale villa uit 1850, aan de rand van Oosterbeek. Vanuit deze plaats kun je fantastisch wandelen, zegt Alide Snitselaar, die al bijna twintig jaar in de Herberg werkt. En laat dat nu precies de bedoeling zijn: gasten moeten hier tot rust kunnen komen door beweging, dagstructuur en gesprekken. En dat werkt, zegt de pastoraal werker. De Herberg is al bijna dertig jaar een toevluchtsoord voor mensen die het thuis even niet meer redden.
Wie hier zo allemaal komen? Dat is erg uiteenlopend, vertelt Snitselaar. Mensen met een burn-out, met verdriet, met eenzaamheid. Mantelzorgers die thuis vastlopen, 60-plussers die worstelen met ouder worden. „De laatste tijd krijgen we veel long-Covidpatiënten die een lang herstelproces voor de boeg hebben en weinig prikkels verdragen. Voor al deze mensen biedt de Herberg een adempauze en bemoediging.”
Deze week zijn er twaalf gasten in het centrum, dat in coronavrije tijden plaats biedt aan negentien mensen. Waarom een verblijf in de Herberg voor hen werkt? „Als mensen uit de patronen stappen die ze thuis hebben gevormd, worden zaken helderder. Thuis ga je maar door, hier gaan ze bij zichzelf te rade. Bovendien: als iemand hier komt, wordt de omgeving vaak ook wakker geschud. Het wordt zichtbaar dat iemand vastloopt, er komt wat op gang.”
Het is nadrukkelijk niet de bedoeling van een opname in de Herberg om allerlei problemen op te lossen. Wél om behalve rust ook pastorale en psychologische ondersteuning te bieden door middel van persoonlijke gesprekken, creatieve activiteiten en thema-ochtenden. „Maar we bieden hier geen therapie aan, bewust niet. Voor mensen is het juist fijn om in een omgeving terecht te komen waarin ze niet als zieke behandeld worden.”
Gasten mogen maximaal zes weken aan één stuk blijven. „Soms is het beter om hier korter te zijn. Anders wordt de overgang naar thuis te groot.”
Snitselaar geeft een rondleiding door het indrukwekkende pand. Aan de muur hangen hier en daar schilderijen en teksten. Zoals verschillende replica’s van Rembrandts schilderij van de verloren zoon en het gedicht ”Voetstappen in het zand”. In de eetzaal staat een krijtbord met Jesaja 43:19.
In de keuken zijn vrijwilligers Albert en Annemarie druk bezig met het bereiden van vegetarische spaghetti, de warme lunch. Het is hun eerste dag bij de Herberg. „We wilden eens wat anders doen dan gewoonlijk. En we vinden de Herberg een goed doel. Het is de bedoeling dat we eens in de zes weken een weekend gaan koken.”
Ze zijn niet de enigen die de Herberg een warm hart toedragen. Er zijn maar liefst 200 vrijwilligers betrokken bij het centrum, naast 11 betaalde krachten.
Een van de betaalde krachten is Nelise, die verantwoordelijk is voor het reilen en zeilen in de keuken. Ze doet dit al 21 jaar met veel liefde. „Het is ontzettend dankbaar werk. Gasten vinden het heerlijk om zo te kunnen aanschuiven. Soms is het even puzzelen, omdat er altijd gasten zijn met allergieën en diëten. Maar het lukt altijd om voor iedereen het eten op tijd klaar te krijgen.”
In de koetshuiszaal naast het pand vindt juist een thema-ochtend plaats. „Dat doen we één keer in de week”, zegt Snitselaar. Thema van vanmorgen is zelfvertrouwen. Bea, hoofd gastenbegeleiding, houdt de aanwezige gasten voor dat zelfvertrouwen niet alleen tot stand komt in relatie tot de ander, maar ook tot de Ander.
Lees de hele reportage in Terdege (nr. 6/7, 15 december 2021).
beeld: Renate Bleijenberg-van Leeuwen