Pastor Nico van der Voet: Student gaat liever naar de psycho

Pastor Nico van der Voet: Student gaat liever naar de psycholoog

spg-nicovandervoet-16574-3-site

Studenten hebben het in coronatijd niet gemakkelijk, ziet CHE-pastor Nico van der Voet. Toch doen maar weinig jongeren een beroep op hem. „Ze gaan liever naar een psycholoog.”

Wie een rondje maakt door de Christelijke Hogeschool in Ede (CHE) kan er niet omheen: lege gangen, stille lokalen. Studenten zitten thuis, want in verband met de coronamaatregelen vindt het meeste onderwijs online plaats.

Voor studentenpastor Van der Voet betekent dat een hele omschakeling. Persoonlijke gesprekken en gespreksgroepen over thema’s als rouw, seksualiteit, zelfbeeld en liefdesverdriet houdt hij tegenwoordig deels op school en deels digitaal.

In november leidde hij via Teams een gespreksgroep over suïcidaliteit met zeven studenten. „Anders dan verwacht ging dat perfect. Ik zie gezichten beter en dichterbij dan in mijn gesprekskamer. Studenten zijn online heel open. Als ze alleen achter een scherm zitten, uiten ze zich gemakkelijker dan in een volle ruimte.”

Een online gespreksgroep biedt veel voordelen, vindt Van der Voet. „Een student uit Groningen doet net zo gemakkelijk mee als een student uit Zeeland. Deeltijdstudenten kloppen sneller aan, omdat ze er niet voor naar Ede hoeven te komen. Als iemand voor de crisis had voorgesteld om digitale gesprekken te voeren, was ik er misschien wel op tegen geweest. Nu geniet ik ervan.”

Voor studenten verandert er veel in corona­tijd, constateert Van der Voet. „Er zijn maar beperkt lessen op school en dan nog alleen in kleine groepen. Stages gaan soms niet door. De internationalisering stagneert. Studenten hebben minder sociale contacten en de contacten verlopen afstandelijker.

Een deel van de eerstejaarsstudenten is niet op kamers gegaan. Voor die enkele dag waarop ze naar school kunnen, gaan ze niet een hele week in Ede zitten.”

Depressie

De meeste studenten balen volgens hem vooral van de beperking van hun sociale contacten. „Het leven is niet gezellig meer. De weekenden zijn leeg. Baantjes zijn soms weggevallen. De instromers hebben het het lastigst, omdat die hun contacten nog moeten opbouwen en dat lukt nu niet altijd goed.”

De studie lijdt er bij velen onder, ziet de studentenpastor. „Het valt niet mee om gemotiveerd te blijven als je alleen op een kamertje zit te studeren.”

Studenten die al kampen met problemen, hebben het in de crisis extra moeilijk. „Voor studenten met een depressie, een moeilijke thuissituatie of degenen die het lastig vinden om structuur aan te brengen en gemotiveerd te blijven, wordt het er in deze tijd niet gemakkelijker op.”

Het hogeschoolpastoraat van de CHE, dat bestaat uit twee psychologen en een pastor, ziet een piek in het aantal aanmeldingen dit jaar. „Normaal gesproken doen er ruim 200 studenten een beroep op ons voor persoonlijke gesprekken. Dit jaar gaat het richting de 300. Het betreft met name studenten met al langer lopende klachten, zoals depressie of angst. Ook heerst er veel eenzaamheid.” Verreweg de meeste jongeren verkiezen een gesprek met de psycholoog boven dat met een pastor. „Ik krijg elk jaar minder hulpvragen. Studenten zijn moderne mensen die hun persoonlijke vragen niet meer vanzelfsprekend verbinden met geloof en God. Een student die was doorgestuurd naar mij vroeg: Maar heeft u dan ook verstand van angst? Voor psychische problemen zoeken ze geen gebed, maar goede hulp.”

Meer openheid

Waar hebben studenten de kerk nog voor nodig, vraagt Van der Voet zich weleens af. „Om zalig te worden, maar niet voor het gewone leven. Voor een brood gaan ze naar de bakker, voor onderwijs gaan ze naar school en voor hulpverlening naar een psycholoog.” Het is een ontwikkeling die niet alleen bij studenten speelt, constateert hij.

„Je ziet het in de hele samenleving. De behoefte aan pastoraat wordt minder, met name onder jonge mensen. Ik zou erom kunnen huilen, maar die tendens houd ik niet tegen. Het zijn de gevolgen van de secularisatie.”

In coronatijd wordt er nog minder een beroep op hem gedaan dan anders. „Eerstejaars die thuis zijn blijven wonen, nemen minder snel contact op met een pastor op school, die ze nog nooit hebben gezien. Ze gaan dan liever met geloofsvragen naar iemand uit hun eigen gemeente. Praten over privacygevoelige thema’s gaat bovendien digitaal vanuit huis een stuk lastiger dan op school.”

Van der Voet ziet ook positieve kanten aan de afnemende belangstelling voor het pastoraat.

„Als een homoseksuele student vroeger veilig wilde praten over zijn geaardheid, dan deed hij of zij dat op school. Tegenwoordig is daar thuis en in de kerk meer openheid over.”

Zorgen maakt hij zich over het kerkbezoek van studenten in coronatijd. „Ik merk dat een deel van de jongeren er moeite mee heeft om de zondagse kerkdiensten trouw en bewust te blijven beluisteren. Ze mopperen op de kwaliteit ervan en shoppen bij andere kerken. De coronacrisis kan de secularisatie versnellen, omdat mensen minder binding met hun gemeente voelen. Ik houd mijn hart vast.”

Digitaal kerkshoppen

Studenten kunnen in deze tijd gemakkelijk bij een kerkelijke gemeente uit beeld verdwijnen, ziet ook Christian van Bemmel van de Werkgroep voor Studenten van de Gereformeerde Gemeenten.

Die zorg was er altijd al, maar leeft in de coronacrisis sterker, zegt hij. „Activiteiten in de gemeente gaan niet door, studenten kunnen minder vaak naar de kerk, digitaal kerkshoppen is gemakkelijker dan ooit. Dat kan ertoe leiden dat de band met de eigen gemeente losser wordt.”

Hij adviseert kerkenraden daarom om met elke student persoonlijk contact te houden. „Ambtsdragers moeten weten waar hun jonge leden huizen, of ze eenzaam zijn of in een sociaal isolement verkeren. Ga in gesprek met hen. Zoek jongeren op in hun studiestad. Stel studenten op de hoogte van ontwikkelingen in de gemeente. Organiseer een bijeenkomst voor hen, bijvoorbeeld met een aantal andere gemeenten. Zo voorkom je dat je hen uit het oog verliest.”

Tegelijk hebben studenten zelf ook hun verantwoordelijkheid om betrokken te blijven op hun gemeente, benadrukt hij. „Een studente wilde graag naar de kerk, maar ze was niet ingedeeld in een groep. Ze nam zelf contact op met de kerkenraad en die regelde het voor haar.”

Voor somberen ziet Van Bemmel tot nu toe geen reden. „Ik ontmoet veel jongeren met een positieve insteek. Ze bezoeken trouw hun studentenkring, hebben een fijn netwerk en maken zich niet al te veel zorgen over de toekomst. En dat is misschien nog wel christelijk ook. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad.”

beeld: Tineke van der Eems

Auteur

Janita van Hoeven

Volg ons lifestyle platform op instagram.