Een primeurjager is hij niet. Veel liever schrijft-ie een mooi achtergrondverhaal. Alhoewel? Als hij CU-leider Gert-Jan Segers in de wandelgangen tegenkomt, zal hij het in deze spannende formatietijden niet nalaten te vissen: ”En heb je de zomervakantie al gecanceld?” Politiek redacteur Kees de Groot over zijn werk in Den Haag.
Het is op dinsdag 13 juni het gesprek van de dag in het restaurant van de Tweede Kamer: de formatie onder leiding van Tjeenk Willink is gisteravond geklapt. Spannende tijden, zowel voor politici als voor journalisten. Kees de Groot (37) loopt als verslaggever van het Reformatorisch Dagblad al vijftien jaar rond in Den Haag en volgt het op de voet. „Het maakt een wereld van verschil of GroenLinks in het nieuwe kabinet komt of de ChristenUnie. Niet zozeer in beleidszaken, maar wel op het vlak van medisch-ethische kwesties.” Daar komt nog iets bij. In de periode 2007 tot 2010 regeerde de CU mee. „Dat konden wij merken. Nog nooit eerder waren we figuurlijk zo dicht bij de Trêveszaal geweest. Daar worden de vergaderingen van de ministerraad gehouden. En de CU was meer bereid om dingen met ons te delen dan alle andere partijen daarvoor. Ik ben dus heel benieuwd welke kant het met de formatie uitgaat.”
Wist je op de lagere school al dat je politiek redacteur wilde worden?
„Nee, helemaal niet. Zelfs op de middelbare school had ik nog geen idee. Maar mijn beste vriend zei in de tweede klas dat hij politicologie wel een mooie studie vond. Uiteindelijk is hij iets heel anders gaan doen en ging ik in mijn eentje naar Leiden. Maar het pakte goed uit. De studie sloot perfect aan bij mijn interesses, al had ik nog niet goed voor ogen welke kant ik uit wilde gaan. Maar na mijn studie stuurde ik een open sollicitatie naar het RD. Twee weken later was daar een vacature. Ik werd aangenomen en zo ben ik bij de krant gekomen.”
Hoe ziet je werkdag eruit?
„Vooral toen ik net bij het RD begon, dachten mensen uit mijn omgeving dat politiek redacteur een parttime functie is. Ze sloegen steil achterover als ze hoorden dat we met vijf fulltime journalisten in Den Haag werkten. Ze hadden geen idee wat er bij ons werk komt kijken. Een Kamerdebat volgen kost soms een paar uur. Vervolgens moet je die uren luisteren terugbrengen naar 200 tot 300 woorden. Verder hebben wij contact met Kamerleden, fractiemedewerkers, wetenschappers, voorlichters van ministers en departementen. Ook houden we interviews, maken we analyses en schrijven we recensies over boeken uit ons vakgebied. Sinds kort brengen we voor de website van het RD ook korte video’s, bijvoorbeeld over de verkiezingen. Dat alles samen maakt dat ik zelden een saaie werkdag heb.”
Verveelt het nog niet na vijftien jaar?
„In tien jaar tijd kwamen er vijf nieuwe kabinetten. Daardoor lopen er steeds andere mensen in Den Haag rond. Alleen dat al houdt mijn werk levendig. En in vijftien jaar verander je zelf ook. Tijdens mijn studie moest ik Kamerleden interviewen. Dan reisde ik met lood in mijn schoenen deze kant op. Ik kwam er al snel achter dat Tweede Kamerleden heel normale mensen zijn die ook interesse in jou tonen. Dat is een leuke gewaarwording.