Oeps. Nee! Net als je denkt een aardig eind op weg te zijn en met al je zorg en aandacht de klei hebt gevormd, ontstaat er een rare draai in de rand van de beker. Het grijze werkstuk op de draaischijf lijkt ineens op een ingedeukt, plastic koffiebekertje. Best hip misschien, maar dit was niet de bedoeling.
Je hield je vingers iets te lang op dezelfde plek”, zegt Doremieke Bos, die me de beginselen van het pottenbakken bijbrengt. „Je kunt de fout nog wel herstellen, maar dat is voor nu te ingewikkeld.” Helaas. Opnieuw beginnen maar weer...
In Doorwerth, vlak bij Rhenen, wordt in de lokalen van een voormalig schoolgebouw weer lesgegeven. Niet in taal of rekenen, maar in pottenbakken op de elektrische draaischijf en in het met de hand vormen van keramiek. Het pand ademt nog de sfeer van een basisschool uit de jaren zeventig. Vierkante vormen, lokalen met grote ramen, waardoor het licht naar binnen stroomt. De betonnen zandbak op het plein, rijen kapstokhaakjes in de gangen en wc’tjes op kinderhoogte herinneren aan vervlogen tijden.
Twee jaar geleden nam Wietske Sietsma, eigenaar van Atelier W, haar intrek in het toen deels leegstaande schoolgebouw. Ze geeft hier samen met Doremieke en andere collega’s keramiekcursussen. De cursisten, vooral vrouwen, leren er bekers, mokken en schalen maken van klei. Op de cursus handvormen wordt ook gewerkt met mallen, waarmee je vormen kunt gieten.
In witte plankenkasten hebben werkstukken een tijdje hun thuis. De kommen en vazen zijn roze, wit of groen geglazuurd. Een sierlijke theepot, nu al het mooiste kindje van de klas, wacht geduldig tot hij wordt geglazuurd en afgebakken.
Gezelligheid
Het is aan het begin van deze herfstige ochtend nog fris in de lokalen. De cursisten druppelen binnen. Ze kruipen gezellig bij elkaar aan de lange tafel. In hoge, handgedraaide bekers serveert Wietske koffie of thee. Doremieke heeft speciaal voor deze morgen een plaattaart gebakken. Het is de laatste van de acht lessen die de workshop pottenbakken telt. „De andere keren nam een van de cursisten steeds wat lekkers mee. Ik dacht: nu ga ik daar eens voor zorgen.” De roodfruittaart gaat er goed in bij de vrouwen. Vanuit het aangrenzende lokaal, waar een les ”handvormen” wordt gegeven, komt iemand de nog net niet lege bakvorm terugbrengen. „Ik zet ’m maar snel hier, anders is hij straks helemáál op!”
Lees het hele artikel in Terdege (nr. 5, 28 november 2023).
beeld: Renate Bleijenberg-van Leeuwen