Bijna was Rien Donkersloot (38) econoom geworden. Toch besloot hij het conservatorium te proberen en een beiaardstudie te volgen. Dat pakte goed uit. Zijn enthousiasme voor muziek is onverminderd: „Ik kan niet met mijn vingers van toetsen afblijven.”
Tijdens een afsluitend rondje door de Amersfoortse Sint-Joriskerk lopen we langs het koororgel. „Wil je het horen?” Even later improviseert Rien Donkersloot (38) er lustig op los. Ook het hoofdorgel van de eeuwenoude kerk wordt uitgebreid gedemonstreerd.
Niet alleen het spelen, maar ook het praten over zijn passie gaat Donkersloot goed af. Hij oogt slanker dan de speelman die we zagen op video’s tijdens de coronaperiode.
Een collega is benieuwd naar uw geheim. Welk dieet volgde u?
Hard lachend: „Ik ben gaan hardlopen. Nooit gedacht dat ik dat zo leuk zou vinden. Als musicus leid je een zittend bestaan en ben je veel met je hoofd bezig. Fysiek bezig zijn ordent mijn gedachten en houdt me fit. Ik loop gemiddeld vijf keer per week ’s avonds een rondje van zo’n drie kwartier vanuit ons huis in Klaaswaal.”
Donkersloot is als organist verbonden aan de Sint-Joriskerk in Amersfoort en de Laurentiuskerk in Mijnsherenland. Daarnaast is hij stadsbeiaardier van Brielle, Goes en Haarlem en beiaardier in Ridderkerk. Donkersloot en zijn vrouw Lydia hebben twee zoons en twee dochters.
Wanneer raakte u voor het eerst een orgel aan?
„Toen ik twee was, stond ik al in de kinderstoel bij het orgel van mijn ouders en probeerde ik van alles uit. Mijn leven is nooit zonder een orgel geweest. Ik herken dat in onze jongste zoon Felix van drie. Nadat hij een puzzel heeft gemaakt, gaat hij naar mijn studeerkamer en kruipt hij achter het orgel, de piano of de beiaard. Soms neem ik hem mee naar een beiaardbespeling.” Lachend: „Dan neemt hij geen genoegen met een minuutje speeltijd.”
Klonk er in uw kinderjaren veel muziek?
„Mijn vader was dirigent van enkele koren en speelde jarenlang in de christelijke gereformeerde kerk van onze woonplaats Barendrecht. Ik vond het interessant wat hij deed, met name het begeleiden van de samenzang. Hij nam mij mee naar concerten van onder anderen Jan Bonefaas en Klaas Jan Mulder.
Rond mijn zesde ging ik op orgelles. Ik heb veel te danken aan mijn eerste leraar, Arie van den Berg uit Barendrecht. Hij liet mij kennismaken met een breed repertoire. Ik was vooral opgegroeid met de Hollandse koraalkunst en leerde nu onder meer muziek van Hendrik Andriessen en César Franck kennen.”
U was een gemotiveerde leerling?
„Als kind speelde ik alles uit mijn hoofd en dat is heel wat anders dan noten moeten spelen vanuit een boekje. Er zijn momenten geweest dat ik me afvroeg of ik orgelspelen nog leuk vond. Maar in mijn middelbareschooltijd op de Guido de Brès in Rotterdam werd ik steeds fanatieker. Mede omdat ik tijdens de weekopening mocht spelen en pauzeconcertjes kon geven. In die tijd deed ik een paar keer mee aan een orgelconcours in Elburg. Ik geloof dat ik er een keer of drie gewonnen heb.”
Lees het interview in Terdege (nr. 6/7, 12 december 2023).
beeld: Renate Bleijenberg-van Leeuwen