Rina Molenaar: In moeilijke situaties leven mensen vaak met de blik omhoog

Rina Molenaar: In hopeloze situaties leven mensen vaak met de blik omhoog

Rina Molenaar- directeur Woord en Daad- RenateB _14_site

Rina Molenaar (49) reist de hele wereld rond, maar geniet net zo intens van een zonsondergang aan de Dordtse Kil als van avondrood in Afrika. Ze heeft als directeur-bestuurder van Woord en Daad oog voor de arme weduwe in Colombia, maar spreekt net zo geïnteresseerd met de minister van Onderwijs in Burkina Faso. „Hopeloze leefomstandigheden raken mij altijd weer.”

Rina maakt het huis vol. „Met haar persoonlijkheid, ‘kwali-tijd’ en aandacht.” Zo omschrijft haar jongere broer Reinald, eindredacteur Visie bij de Evangelische Omroep, zijn zus. „Gelukkig heeft ze het afgeleerd om me ”broertje” te noemen.”

Als kind „en nu nog steeds uiteraard” keek hij altijd uit naar haar komst. „Een weekendtas bij de kapstok, een leren rugzak vol boeken ernaast – Rina was weer thuis! Wij ‘jonkies’ konden dan rekenen op eindeloos veel verhaaltjes, liedjes, lekkers en gezelligheid. Doordeweeks student in Gouda, in het weekend achter de toonbank bij de groenteboer in onze woonplaats én weer helemaal de grote zus tegen wie je –ik zeg het niet graag, maar voor deze ene keer dan– enorm op kijkt.”

Huurauto

RD-redacteur Mariska Dijkstra heeft enkele jaren bij Woord en Daad gewerkt. In die periode –en ook in de jaren daarna– bedwongen Mariska en Rina heel wat keren de Mont Ventoux in Frankrijk, voor Sport for Others, het jaarlijkse sportevenement van Woord en Daad. Een terugweg vergeet Mariska nooit meer. „We kregen autopech. Na een lange dag wachten bij een garage, ergens tussen de lavendelvelden in Zuid-Frankrijk, tuften we in één nacht in een huurauto naar huis, waarna zij gewoon direct aan het werk ging. Omdat je anderen toch niet kunt laten wachten.”

Volgens Mariska komt Rina graag snel tot de kern. „In duidelijke taal. Ze is gericht op resultaat, maar ook, misschien nog wel meer, op het tot hun recht laten komen van de mensen om haar heen. Ze is bewogen met mensen in nood, maar geen hulpverlener om maar hulpverlener te zijn. Liever geeft ze mensen zélf de tools in handen om verder te komen. Ze is directeur, maar diep in haar hart ook gewoon iemand die wil dóén. Met haar voeten in de modder, zeg maar. Misschien is haar moestuin daarom haar grote hobby.”

Rina, ik heb me laten vertellen dat je graag in je moestuin werkt.

„Ja, dat klopt. Ik vind het heerlijk om op zaterdag in mijn moestuin bezig te zijn. Tegelijk sta ik nooit helemaal uit. Er hoeft maar iets te gebeuren in de wereld en dan laat ik mijn schep of schoffel vallen. Ik kan niet anders dan door de bril van bestuurder van Woord en Daad het nieuws zien of de krant lezen.”

Terug in de tijd. Je bent in 1973 geboren in Jaarsveld. welke jeugdherinneringen springen er voor je uit?

„Ik ben de tweede van negen kinderen. Dat maakte dat ik altijd broers en zussen had op wie ik terug kon vallen, een warm nest. Iedereen kwam bij ons binnenvallen. Mijn moeder had manager bij het Leger des Heils kunnen zijn. Haar keuken was de zoete inval. Er stond een rookstoel en daar plofte iedereen in. Buurvrouw Truus, een excentrieke dame, maar ook Sharon uit India. Zij nam Indiaas eten voor ons mee. Ondertussen stond m’n moeder te koken of de was op te vouwen.

School was voor mijn ouders echt maatwerk; ze keken per kind wat bij ons paste en stimuleerden ons allemaal je talenten zo goed mogelijk te gebruiken. We hebben alle negen uiteindelijk een verschillend beroep gekozen. In de vakanties waren we altijd samen. De groten en de kleintjes. De kleine dingen waren leuk. Mijn moeder hield van dieren. Er liep regelmatig een leplam in de tuin rond. Zat je een paar maanden later met een groot schaap op de schommel. Ook stond er een tent in de tuin. Er kon veel, al brandde de pap bij ons ook heus weleens aan. Maar dat hoort erbij.

Mijn vader is predikant. Daardoor waren er thuis twee werelden, die samen een eenheid vormden. Die van m’n moeder in haar keuken en die van m’n vader in zijn studeerkamer, waar de noden en zorgen uit de gemeente binnenkwamen. Mijn vader was betrokken bij een aantal stichtingen, zoals Hulp Oost-Europa, Woord en Daad en de Gereformeerde Zendingsbond. Daardoor logeerden er thuis regelmatig gasten uit Oost-Europa en Afrika. Die mensen deelden met ons wat er in hun leven gebeurde. Dat gaf ons al jong een betrokkenheid op de hele wereld.”

Voor welke studie koos je?

„Ik wilde altijd juf worden. Maar na de mavo koos ik toch voor mdgo-aw. Ik ging de gehandicaptenzorg in. Ik heb een jaar op Bartiméushage gewerkt, een instelling voor kinderen en jongvolwassenen die blind of slechtziend en verstandelijk beperkt zijn. Maar ik was een mager sprietje en kreeg last van mijn rug. In die tijd raakte ook mijn verkering uit. Toen heb ik mijn hart gevolgd en alsnog met ontzettend veel plezier de pabo gedaan.

In het vierde jaar liep ik zes weken stage in India voor Woord en Daad. Die reis was overweldigend. Ik voel nog die smoezelige handen van al die straatkinderen op mijn arm. De directeur van de partnerorganisatie van Word en Deed India waarschuwde ons: „Geef geen geld, dat is maar een tijdelijke oplossing.” Toen ging ik voor het eerst nadenken over hoe je op een goede manier hulp kunt verlenen. Want zomaar uitdelen werkt niet. Duurzame hulp is veel belangrijker. Dat leerde ik tijdens die stage in het klein. En dat is tot op de dag van vandaag nog steeds een thema.”

Lees het hele interview met Rina Molenaar in Terdege (nr. 14, 28 maart 2023).

beeld: Renate Bleijenberg-van Leeuwen

Lees verder

Lees het hele artikel in Terdege. Nog geen abonnee?

Terdege-portfolio-nummer-12

Auteur

Gisette van Dalen-Heemskerk

Volg ons lifestyle platform op instagram.