Wat een enorme zegen dat er al tachtig jaar vrede mag zijn in onze landen! We hebben niet hoeven te schuilen voor bommen. Geen moeite hoeven te doen om aan eten te komen. Wat waardeer ik dat alles veel te weinig! De maand mei. Daar is hij weer. Voor de tweede keer, na die keer dat het voor John bevrijdingsdag werd. Dat was op 25 mei. Bevrijd van zichzelf. Bevrijd van zijn hoofdpijn. Bevrijd van een hart dat altijd naar de zonde neigt. Bevrijd van deze boze wereld. John was er in mijn ogen zo klaar voor. Ik vond hem zo ver gevorderd op de weg van heiligmaking. Iets om jaloers op te zijn. Wat mis ik zijn voorbeeld. En wat voel ik me ontzettend verdrietig dat hij geen voorbeeld meer kan zijn voor onze lieve meiden. Hij is er niet meer. Dat realiseer ik me meer en meer. Hij is er echt niet meer en hij komt ook echt nooit meer. Wat doet dat zeer! Te zeer om helemaal door te laten dringen. En toch is daar die hoop van het weerzien. Niet voor te stellen dat er al bijna twee jaren voorbij gegaan zijn. Grace werd vijf op de dag dat John naar het ziekenhuis moest. De dag erna was de operatie. Een week later zijn heengaan. Nu is ze al bijna zeven. En al twee jaar zonder haar lieve vader. Mercy was twintig maanden toen John overleed. „Ik wil ook sterven. Ik wil bij papa zijn”, zei ze pas. Gisteren zei ze opeens toen ik een riem om deed: „Hé, die is van papa!” Ik stond er versteld van. Had ze onthouden dat John een riem droeg? Ze geniet, net als Grace, erg van het spelen met Playmobil. Vorige week zei ze tijdens haar spel: „Hij was een man. Hij was een manpreker. Net als papa. Hij was een man. En hij preekte.” Het klonk zo schattig. Bijna dagelijks zegt Mercy in haar spel: „De papa was gestorven. Ze hadden geen vader meer.” „Mercy, je moet echt eens ophouden met die doodverhalen”, zei Grace pas. „Altijd speel je maar over dood.” „Hoe zou dat komen?” vroeg ik Grace. „Omdat papa gestorven is?” antwoordde Grace. „Ja dat klopt”, zei ik. „Maar ze kan nu wel een keer ophouden altijd over dood te spelen”, vond grote zus vastberaden. Of mama het ook met die theorie eens is? Nee dus. Ik ben blij dat Mercy in haar spel dingen een plekje geeft. Het lijkt wel alsof papa altijd in haar gedachten komt als ze speelt met de poppetjes. En… de dood. „De moeder ligt dood op de grond. Je hebt nog wel een vader”, speelde ze pas. Er gaat heel wat door dat kleine hoofdje heen. Ik vraag me af of Grace zich voor zichzelf voorgenomen heeft om niet meer over deze onderwerpen te spelen. Ook haar hoorde ik namelijk vaak spelen over iemand die gestorven is. Toen John net overleden was, speelde ze een begrafenis na. Altijd gaat er weer een steek door me heen als ik hen zo hoor spelen. Ik weet het, ze zouden niet over deze onderwerpen gespeeld hebben als hun lieve papa hier nog geweest was. En toch … hun spel is de werkelijkheid. Hoe blind kunnen we zijn voor die werkelijkheid? Het is altijd bij een ander. Altijd. Totdat… Gelukkig kunnen Grace en Mercy toch nog wel echt blij zijn. „Als ik speel, word ik afgeleid. Dan denk ik even niet aan papa”, zei Grace vaak kort na John’s overlijden. Hoe zal het zijn als deze spelfase voorbij is? Als ze ouder worden en meer en meer realiseren dat andere kinderen een vader hebben, maar zij niet? Daar kan ik me zorgen over maken, maar ik weet het ook, dat het veel beter is om al die zorgen aan Zijn voeten te leggen. Wat een rijke beloften zijn er voor de vaderlozen. Meer in Gods Woord. Dichter bij Hem. _Bedenkt de dingen, die boven zijn, niet die op de aarde zijn._Zo moeten we leven. Totdat ook voor ons die bevrijdingsdag aan mag breken. En ondertussen mogen we hier ook onze Eben Haëzers oprichten. Tot hiertoe heeft de Heere geholpen! Hij zal het ook verder doen, want dat heeft Hij Zelf beloofd. _Daniëlle Campbell-Vogelaar bleef met haar dochtertjes Grace en Mercy achter, toen haar man, de Schotse dominee John Campbell, na een operatie in 2023 overleed._