Terugblik van Hanneke Mauritz - Terdege

Terugblik van Hanneke Mauritz

Vrijwilliger_Hanneke_Mauritz__bij_vluchtelingenkamp_Moria_op_Lesbos_-_Foto_Niek_Stam-0023

Hanneke Mauritz (32) uit Opheusden is sinds 2017 vrijwilligster onder vluchtelingen op het Griekse eiland Lesbos en was dit jaar contactpersoon rond de Terdege luieractie.

„Sinds de luieractie is er hier weinig veranderd. Ik doe nog steeds hetzelfde werk in het kamp. Ik ben onder meer verantwoordelijk voor het rooster en transport van de vrijwilligers. Ook de situatie in het kamp is sinds februari niet verbeterd, eerder verslechterd.

Er wonen nu zo’n 7500 vluchtelingen in Moria, dat is iets minder dan van de zomer, toen er op het hoogtepunt ruim 9000 vluchtelingen waren. Maar het kamp blijft overbevolkt, want er is slechts capaciteit voor ongeveer 3000 mensen. Dat betekent dat duizenden mensen in de olijfgaarden rondom het kamp wonen.

Onlangs heeft een Griekse gouverneur geëist dat het kamp binnen dertig dagen gesloten zou moeten worden. Maar het is nog steeds open. Wel worden er wat meer vluchtelingen doorgesluisd naar het vasteland en zijn er Grieken die hier afval ophalen. Maar qua hygiëne is er weinig veranderd. Er is nog steeds maar één toilet beschikbaar per zeventig vluchtelingen, en één badkamer voor tachtig personen.

De riolering is niet berekend op zo veel mensen, waardoor het rioolwater gewoon naar buiten stroomt. Ook is er nog steeds overal gebrek aan, te beginnen bij een goed onderkomen.

De vluchtelingen die van de zomer geplaatst zijn, wonen in tentjes die totaal ongeschikt zijn voor het winterweer. Half november is het hier begonnen met regenen. We proberen de tenten van pallets te voorzien, zodat ze niet direct op de natte grond staan, maar dat helpt onvoldoende. Bij een heftige regenbui scheurt het tentzeil. De tentstokken zijn van plastic, dus die kunnen geen gewicht aan.

Verder is bijvoorbeeld elektriciteit een probleem. Zeker buiten het kamp. De mensen in de olijfgaarden hebben zelf voor elektriciteitstoevoer gezorgd door kabels houtje-touwtje aan elkaar te knopen. Dat is, zeker met de regen, supergevaarlijk.

In het kamp zitten de vluchtelingen hutjemutje op elkaar. Elke vierkante centimeter wordt gebruikt. Dat zorgt voor de nodige ruzies.

Ook is er onvoldoende onderwijs voor kinderen. En de psychische zorg is gevaarlijk gebrekkig. Mensen krijgen geen of onvoldoende hulp en medicatie bij traumatische ervaringen. De Griekse artsen die hier werkten hebben ontslag genomen, omdat ze de werkdruk niet aankonden. Hulpverleningsorganisatie Artsen zonder Grenzen kan geen nieuwe patiënten meer aannemen. Dus lopen hier mensen rond die psychotisch zijn, maar daar geen hulp voor krijgen. Er zijn mensen die proberen zelfmoord te plegen. Dat lukt meestal niet, omdat er zo veel vluchtelingen in het kamp zijn dat het haast onmogelijk is om dit ongezien te doen.

Als je lange tijd in zo’n situatie je werk moet doen, kan dat ontmoedigend zijn. Als vrijwilligers kunnen we niet voorzien in de basisbehoeften: een rustige en veilige plek waar mensen hun leven kunnen opbouwen. Wel kunnen we wat van onze tijd geven, er voor hen zijn en hen zien. Ik ben ervan overtuigd dat als wij er niet zouden zijn, het lijden hier nog groter zou zijn.

Bovendien kunnen we met initiatieven toch iets bijdragen. Denk aan de luieractie. Wat dat betreft kan ik niet genoeg benadrukken hoe blij ik ben met betrokkenheid uit Nederland, ook met de luieractie. Ik ben hier in Lesbos best een beetje trots op ons volk.

Of ik het nog trek om hier te werken? Jawel, ik heb een passie voor mijn werk. Ook heb ik er bewust voor gekozen om veel organisatorische zaken te doen en niet dagelijks letterlijk en figuurlijk met mijn enkels in de modder te staan. Zo is het vol te houden.”

Auteur

Jacomijn Ariakhah

Volg ons lifestyle platform op instagram.