Naast al het andere ambtelijke werk leidt ds. A.T. Huijser met grote regelmaat een huwelijksdienst. Meestal met bruidsparen uit zijn eigen gemeente, een aantal keren met bruidsparen uit consulentgemeenten. Voorafgaand aan de dienst vindt het huwelijksgesprek plaats. De predikant van de gereformeerde gemeente te Sliedrecht doet dat aan de hand van de drie doelen van het huwelijk, zoals geformuleerd in het huwelijksformulier. „Als gemeenteleden me laten weten dat ze het voornemen hebben om te trouwen, krijgen ze een brief toegestuurd met wat algemene informatie rond de huwelijksdienst en het boekje van ds. G.J. van Aalst over het huwelijksformulier. Met het verzoek om dat samen door te lezen vóór het huwelijksgesprek, waarvoor ik minstens een uur uittrek.” Binnen de classis Dordrecht wordt er daarnaast jaarlijks huwelijkscatechese gegeven, waarvoor meerdere avonden worden uitgetrokken. „Ik adviseer bruidsparen altijd daar gebruik van te maken. Negen van de tien melden zich ook daadwerkelijk aan. Deze catechese is zowel voor aanstaande bruidsparen als voor jonggehuwden. Ik vind dat een mooi initiatief.” Welke betekenis kent u toe aan de huwelijksdienst? „Deze dienst, waarin Gods zegen over het huwelijk wordt afgesmeekt, dient naar mijn idee het hoogtepunt van de dag te zijn. Ik ben altijd blij als ik merk dat dat ook door het bruidspaar zo wordt beleefd. De meeste paren kennen meer waarde toe aan de kerkelijke huwelijksbevestiging dan aan de burgerlijke huwelijkssluiting.” Terecht? „Ik kan het wel begrijpen. De burgerlijke huwelijkssluiting is vaak een wat kale aangelegenheid waarin het geestelijke element wordt gemist. Vanaf de huwelijksvoltrekking ben je voor de wet elkaars man en vrouw, dus er gebeurt ook in dat gemeentehuis echt iets, maar de gang naar Gods huis heeft een meerwaarde. Onder de ouderen in Sliedrecht trof ik nogal wat mensen aan die niet kerkelijk zijn overgetrouwd, vanuit de gedachte dat je daarvoor bekeerd moet zijn. Dat verbaasde me. De inzet van het huwelijksformulier is geestelijk gezien inderdaad hoog, maar dat mag geen reden zijn om af te zien van het vragen van een zegen over het huwelijk in Gods huis.” Wat is de juiste benaming voor een huwelijksdienst? „Ik spreek altijd over een bevestigingsdienst. Die bevestigt een huwelijk dat gesloten ís. Dat zie je terug in de vraag die wordt gesteld. „Bekent gij hier voor God en deze Zijn heilige gemeente, dat gij genomen hebt en neemt…” Voor Gods aangezicht wordt het jawoord dat ten overstaan van de burgerlijke overheid is uitgesproken, nog eens herhaald. De term ”inzegeningsdienst” wijs ik af. Dat is een typisch roomse benaming. Ik zegen niemand in, we smeken voor het bruidspaar Gods zegen af.” Hoe beoordeelt u het als de huwelijksvoltrekking de dag voor de huwelijksdienst en het huwelijksfeest plaatsvindt? „Je kunt er geen principiële bezwaren tegen hebben, maar persoonlijk vind ik het een vreemde constructie. De gang naar het gemeentehuis en die naar Gods huis zou ik niet uit elkaar trekken.” Welke ruimte laat u aan het bruidspaar voor de invulling van de huwelijksdienst? „Soms krijg ik de vraag om bepaalde psalmen te laten zingen. In negen van de tien gevallen honoreer ik dat verzoek, maar dat is het enige. Voor het overige beschouw ik de invulling van de dienst als mijn verantwoordelijkheid. Waar dat niet gebeurt, zie je dat het bruidspaar soms allerlei elementen invoegt waarmee ik als predikant niet gelukkig zou zijn. Laat ook in een huwelijksdienst de soberheid van de eredienst overeind blijven en de Woordbediening in het middelpunt staan.” Hoe wezenlijk is voor u de aanwezigheid van de gemeente? „Heel wezenlijk. Dat maakt de praktijk teleurstellend. Het bruidspaar legt de huwelijksbeloften af voor God en Zijn heilige gemeente, zoals het formulier zegt, maar die heilige gemeente is vaak nauwelijks vertegenwoordigd. Ik heb daar in het kerkblad meer dan eens de vinger bij gelegd, maar dat had niet het gewenste resultaat. Er wordt in onze gemeente wel veel meegeluisterd, onder anderen door jonge moeders die vanwege kinderen die uit school komen de kerkdienst niet kunnen bijwonen.” Pleit dat ervoor om de dienst ’s avonds te houden? „Dat spreekt mij zeer aan. Ik hecht er ook aan dat de dienst in het eigen kerkgebouw plaatsvindt. Dat is bij ons de regel. Je vergroot daarmee de betrokkenheid van de plaatselijke gemeente en het voorkomt dat je als predikant met enkele ambtsdragers een eind moet rijden, waardoor de huwelijksdienst vrijwel een dag opslokt. We wijken alleen van de regel af als het bruidspaar de hele dag op één locatie doorbrengt, bijvoorbeeld Kasteel Amerongen met nabijgelegen partycentrum en kerk.” Is dat niet wat inconsequent? „Inderdaad; ik doe het met tegenzin. De praktijk is dat je dan een dienst leidt met enkel daggasten, wat familieleden en vrienden. Van de gemeente is er, afgezien van de aanwezige ambtsdragers, niemand.” Kun je dan nog spreken van een huwelijksdienst? „Het blijft een officiële eredienst, maar in het licht van de huwelijksvragen die worden gesteld, ben ik geneigd met nee te antwoorden. De betrokkenheid van de gemeente is nihil. Het is een praktijk die geleidelijk is gegroeid en waarin we als predikanten zijn meegegaan, om het bruidspaar ter wille te zijn, maar persoonlijk zou ik de uitzondering op de regel nog liever vandaag dan morgen afschaffen. Als je de bevestiging van je huwelijk voor Gods aangezicht in het midden van de gemeente werkelijk het hoogtepunt van de trouwdag vindt, moet dat ook het beginpunt zijn bij het organiseren van de dag. Dus niet eerst de feestlocatie bepalen en daar een kerk bij zoeken, maar een goede locatie zoeken in de nabijheid van de eigen kerk.” Verdient dit ook bij kerkenraden doordenking? „Ik vind van wel. Het houden van de huwelijksdienst in een kerkgebouw naar keuze is sluipenderwijs het kerkelijk leven binnengekomen. Iemand kwam ermee, de kerkenraad stemde erin toe, als er één schaap over de dam is volgen er meer. Vervolgens beland je in een patroon waaraan geen goede doordenking ten grondslag ligt.” Oorspronkelijk vond de bevestiging van het huwelijk plaats op de eerste zondag na de huwelijkssluiting. „Dat wijs ik niet af, maar zelf zou ik er nooit voor kiezen. In een afzonderlijke huwelijksdienst kun je prediking en liturgie helemaal op het huwelijk afstemmen. Dat lijkt me van grote betekenis, zeker in een tijd waarin het huwelijk onder druk staat.” Neemt door de secularisatie de betekenis van de in de kerk afgelegde beloften toe? „Absoluut. De overheid is Gods dienares, maar het gaat spannen als haar denken en handelen haaks op Gods geboden staat. Het zou niet verkeerd zijn als er kerkbreed een herbezinning plaatsvond op de positie van kerk en overheid met betrekking tot het huwelijk. In Amerika is de predikant bij huwelijkssluitingen ook ambtenaar van de burgerlijke stand. Gezien de doorgaande secularisatie van de overheid zou ik dat ook voor ons land de ideale situatie vinden, al zie ik het niet snel gebeuren.” beeld: Cees van der Wal