„Hier zet men koffie en over”. Het is een bekend en grappig voorbeeld van hoe het niet moet. In een zin dan, omdat het zetten van koffie iets anders is dan overzetten. Passagiers overvaren in combinatie met het serveren van een kopje koffie of thee, is al heel oud. En al eeuwen maken veerpontjes deel uit van de cultuur en het Hollandse landschap. Hoewel het niet altijd meer noodzakelijk is, wordt er nog volop gebruik van gemaakt. Vier keer de pont op.
„Vorige veerman had nog een roeiboot”
„Waar is de flesopener?” Er klinken paniekerige kreten in Theehuis Zalkerveer, dat een werkplek biedt aan mensen met een verstandelijke beperking. „Waar is hij nou toch?” Het kopje thee is al geserveerd, maar de cola blijft weg. Er wordt naarstig gezocht naar de opener. Ook een begeleider is in geen velden of wegen te bekennen. Ten einde raad gaat de serveerster het flesje met een schaar te lijf. Zonder resultaat, natuurlijk. Na een tijdje vissen we het gereedschap zelf van een tafeltje op het terras. Gelukkig, cola gered.
Even daarvoor is er ook al stress. We staan bij de kassa om de bestelling op te geven, en voor een kaartje voor de overtocht. Het duurt even. Want hoe moet dat ook alweer, een retourtje met de veerpont aanslaan…? Vlakbij zit een andere medewerkster schorten te vouwen. „Wil je even meehelpen?” vraagt haar collega, als de rij bij de kassa groeit. „Nee, ik heb geen koffiedienst”, antwoordt de vrouw, en ze blijft rustig zitten. „Ik ook niet!” reageert de ander boos. De dames kijven. Later bemoeit een klant zich met het tweetal. „Ga je collega maar even helpen, joh.”
Wie wil aanwaaien bij Theehuis Zalkerveer, doet er goed aan om een hoop geduld en een grote glimlach mee te nemen. De thee –van speciaalzaak De Eenhoorn in Kampen–, de baksels –alles uit eigen keuken–, én de cola, die toch nog de fles uit kon, smaken er niet minder om. De medewerkers maken deze plek uniek.
Het terras biedt zicht op de IJssel en het voetveer, waarmee je vanaf hier naar Zalk kunt varen. Langs het theehuis slingert een dijk: vanaf Kampen, voorbij Wilsum -waar vlak langs de rivier, heel fraai, een van de oudste kerkjes van Overijssel staat- naar ’s-Heerenbroek. Voorbij het theehuis gaat hij verder richting Zwolle, waarvandaan je kunt overvaren naar Hattem.
Het blauw-witte motorbootje bij het theehuis heeft net een paar passagiers gelost. Schipper Arie staat nog even na te kletsen, de lachsalvo’s galmen tegen de dijk op. Klingeling…! Klinkt het dan. Het geluid draagt ver over het water. Aan de overkant trekt een fietser aan het touw van de scheepsbel. Hup, veerman, de plicht roept.
De oeververbinding op deze plek is al heel oud. Nadat de vorige schipper was gestopt, kwam het veer in 1996 in handen van Stichting Philadelphia Zorg, die ook het bijbehorende theehuis runt. Tegenwoordig maken vooral recreatieve wandelaars en fietsers gebruik van het veerbootje.
Het bijzondere van dit veer is de omgeving, zegt de schipper, terwijl hij de boot behendig de rivier over stuurt. Vlakbij ligt een laarzenpad, door de natuur rondom Zalk. Verder lopen er aan beide zijden van de IJssel diverse (langeafstands)routes voor fietsers en wandelaars. Hier is het ontspannen in een weids landschap. Ondertussen klinkt het geroep van een koekoek door de stilte, of het klepperen van een ooievaar.
Hoeveel mensen hij per dag overvaart, is afhankelijk van het weer, vertelt de schipper. „Nu staat het water erg hoog, door de vele regen. Als het zakt, krijg ik het drukker. Want dat betekent, dat het mooier weer is geworden. Vroeger gingen er ook kerkgangers met de pont. Ze gingen de dominee achterna. De vorige schipper was, geloof ik, baptist. Hij ging nog met een roeiboot heen en weer. Kerkgangers hoefden met hem geen godsdienstige discussie aan te gaan. Dan legde hij gewoon z’n peddels neer.”
Lees het hele artikel in Terdege (nr. 23, 30 juli 2024). Een los nummer is te bestellen in onze webshop.
In dit artikel schrijven we ook over de pontjes bij Gorinchem, Bronkhorst en Opheusden.