„Ik heb op het Wartburg College gezeten, locatie De Swaef in Rotterdam. Daar deed ik metaaltechniek. Ik was het enige meisje in mijn jaar dat hiervoor koos. Het was wel even wennen om in een klas met zo’n vijftien jongens te zitten. Maar op den duur heb je dat niet eens meer door. Na de middelbare school heb ik eerst een tweejarige opleiding constructiebankwerker gedaan aan het Hoornbeeck College in Rotterdam, niveau 2. Vervolgens heb ik twee jaar de opleiding mechatronicamonteur gedaan, niveau 3. Ik heb niet altijd interesse gehad in techniek. Vroeger wilde ik kraamzuster worden. Maar toen ik tijdens een bedrijvenbezoek op de middelbare school mocht lassen, was ik verkocht. Ik werd erdoor overrompeld hoe vet ik dat vond. Gelijk heb ik tegen mijn moeder gezegd: Dit wil ik. Ze was wat nuchterder dan ik en zei: Denk er eerst even over na. Toch heb ik besloten hiermee door te gaan. Puur uit interesse. Want verder doet niemand bij ons in de familie iets met metaaltechniek. Ik ben nu junior machinebouwer bij Flier Systems in Barendrecht. Daar ben ik als stagiaire begonnen en ik ben er blijven hangen. Wat ik mooi vind aan mijn werk, is dat je van een paar onderdelen een draaiende machine kunt maken. Hoe vet is dat? Mijn werk is heel gevarieerd. De ene keer sta ik de hele dag met een laskap op mijn hoofd, de andere dag ben ik aan het monteren. De machines die we bij Flier Systems maken, gaan de hele wereld over. We maken voor de tuinbouwindustrie mechanisatie- en automatiseringssystemen, onder andere sorteermachines en pootmachines. Of ik ooit gek aangekeken word omdat ik daar als vrouw werk? Nee, dat valt wel mee. Ik weet dat ze bij mijn sollicitatie even moesten overleggen of het wel verstandig was om een meisje binnen dit bedrijf te laten werken. Maar ik heb een ”ja” gekregen, en ben daarna nooit meer weggegaan. Ik snap die aarzelingen wel. Daar had ik op school ook mee te maken. De mensen die nooit eerder bij Flier Systems geweest zijn, kijken vaak nog twee keer om als ze mij zien staan. Maar dat vind ik eigenlijk wel leuk. Ik zou dat ook hebben bij een man in een vrouwenomgeving. Ik ben daar de enige vrouw op de werkvloer die in vaste dienst is, maar op kantoor zitten ook vrouwen. En we hebben nu een stagiaire. Ik vind het makkelijker om met mannen te werken dan met vrouwen. Ik ben het type van: niet zeuren maar doorgaan. Kom op jongens, schouders eronder. Om eerlijk te zijn ben ik blij dat ik niet met alleen meiden werk. Negatieve reacties op mijn werk krijg ik bijna nooit. De meeste mensen vinden het wel stoer dat ik dit doe. Ook mijn familie vindt het prima. Mijn ouders zeiden: Als jij er gelukkig van wordt, moet je het doen. Ik voel me hier inderdaad helemaal op mijn plek. Ik ben nog lang niet op mijn werk uitgekeken. En zou ik wel iets anders willen: in mijn branche is nog zo veel te doen; ik ben voorlopig niet uitgeleerd. Ik hoop wel dat er meer meiden durven te kiezen voor een technische opleiding. Op reformatorische scholen is dat toch nog een beetje een taboe. Maar vrouwen kunnen mannen goed aanvullen. De meeste vrouwen werken bijvoorbeeld vaak net iets secuurder. Ik kan een technisch vak iedereen aanraden. Het is het allerleukste wat er is. En je kunt er zo veel kanten mee op.” Lees het hele artikel in Terdege (nr. 10, 1 februari 2022). In dit artikel vertellen ook Annet Rebel (39), Sanne Klijnsmit (23) en Lisanne Kesselaar (25) over hun werk in de techniek. beeld: Tineke van der Eems