„Welkom in mijn nederige paleisje”, lacht Gerlinde Westerink. Net buiten Nunspeet, aan een slingerende landweg, ligt haar liefelijke stulp met de naam ”Het ouwe tolhuus”.
In de tuin lokt het zithoekje om te genieten van haar stuk van het erf. De buurman en verhuurder komt juist de lege container terugbrengen. „Zorg dat je hem weer vol krijgt.” Service van de zaak, noemt Gerlinde het.
De tuin staat in volle bloei: witte petunia’s groeien weelderig in melkbus 101, lang geleden in gebruik bij Gerlindes opa op de boerderij. In een mand ernaast kleurt de hebe paars.
Rode baksteen
Op de voorgevel van de gedeelde woning prijkt het bordje ”Het ouwe tolhuus”. Aan de Oude Zeeweg heeft echter nooit een tolhuis gestaan, weet de bewoonster. Toen het tolhuis in Nunspeet aan het begin van de vorige eeuw afgebroken werd, gebruikte de bouwer de rode bakstenen daarvan voor het huis waar Gerlinde nu in woont. Zeker weten doet Gerlinde het niet, maar waarschijnlijk was dat rond 1910.
Ergens tussen 1910 en nu is ook het adres nog eens veranderd. „Mijn oma noemt dit altijd nog Zeeweg 87, omdat ze het huisje als kind zo gekend heeft, het was de plek waar de oma van mijn opa woonde. Maar het adres van nu is Oude Zeeweg 7, omdat de Zeeweg in tweeën gedeeld is. Er kwam een nieuwbouwwijk tussen, waarna het ene deel Oude Zeeweg en het andere deel Zeeweg genoemd is.”
Lees het volledige artikel in Terdege (nr. 1, 30 september 2020)