Met je gezin wonen op een eiland, ver van school, winkels en werk. Rob en Suzanne van der Made en hun drie kinderen varen dagelijks naar de overkant: in zon en regen, bij storm en vrieskou. Ze drinken uit hun eigen bron. „We genieten van de rust en de natuur.”
Exact om halfdrie arriveert Suzanne (44) met Lola (11) en Cato (9) bij de aanlegsteiger aan het Gat van de Bloemplaat, in de Biesbosch. Ze heeft haar dochters opgehaald bij de Sigmondschool in Werkendam, 7 kilometer verderop. Het is nog heel even wachten op haar man Rob. Hij is boswachter en onderweg vanuit het kantoor van Staatsbosbeheer. Hun 12-jarige zoon Storm komt later. Hij zit sinds september op de middelbare school in Sleeuwijk en heeft zijn eigen bootje, waarmee hij ’s ochtends om kwart over zeven afsteekt.
Vanaf de steiger van Staatsbosbeheer is het tien minuten varen naar hun huis in polder De Dood. Ooit waren griendbazen de bewoners van het uit 1926 daterende huis aan de Ruigt, een 130 meter brede kreek. In 1960 kwam het in handen van Staatsbosbeheer.
De griendwerkers vormden, samen met vissers, rietsnijders en boeren, de oorspronkelijke bevolking van de Biesbosch. Tegenwoordig is de menselijke bewoning is op twee boeren na uit het nationale park verdwenen. Rob en Suzanne van der Made zijn met hun drie kinderen een van weinige gezinnen met jonge kinderen in het natuurgebied.
Privé-ijsbaan
Met de kleine boot gaat het op huis aan. Aan het haventje ligt tussen de open motorboten een kajuitboot van Staatsbosbeheer. Die gebruikt het gezin in de winter.
In 2009 verruilden Rob en Suzanne hun eengezinswoning in Roosendaal voor hun huidige woonhuis in de natuur. Dankzij een verrassende carrièrewending van Rob. Na het grafisch lyceum was hij zes jaar actief als vormgever. Daarna was de natuurliefhebber het binnenzitten beu. „Ik ben alsnog begonnen aan een deeltijdopleiding bos- en natuurbeheer.” Via een stage belandde hij in de Biesbosch. Bij zijn benoeming tot boswachter kreeg hij de dienstwoning aangeboden. „Ik was de eerste jongere in een vergrijzend team. Er waren geen andere gegadigden voor dit huis.”
Zijn echtgenote wilde er „dolgraag” wonen. De maatschappelijk werkster voelde zich direct aangetrokken tot de rust en de ruimte. „Je kunt hier zelf bepalen wat je doet. Dat is echt heerlijk. In de zomermaanden duiken we in ons eigen zwembad en in de winter hebben we bij voldoende vorst een privé-ijsbaan.”
Lees het hele artikel in Terdege (nr. 3, 25 oktober 2022).
beeld: Renate Bleijenberg-van Leeuwen