Zielen voor de eeuwigheid - Terdege

Zielen voor de eeuwigheid

Verdouw-1-dagkr-A

Kleuters, pubers, jongeren. Hun leefwereld boeit N. Verdouw, oud-onderwijsman in Gouda. ”Ze zijn vaak open en eerlijk. En wat me vooral weegt: Ze hebben een ziel voor de eeuwigheid”.

Verdouw woont al meer dan dertig jaar aan de rand van Gouda. Vanuit zijn bungalowtje heeft hij vrij uitzicht over het natuurgebied Goudse Hout. De Reeuwijkse Plassen liggen in de buurt. „Ik houd van deze landelijkheid. De natuur kan ons rijke lessen leren.”

In 2017 nam Verdouw afscheid als directeur van de Graaf Jan van Nassauschool in Gouda, een basisschool die uitgaat van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Verdouw was bijna 66, mocht met pensioen, maar het afscheid viel hem eerst nog niet zo mee. „Ik heb altijd geleefd tussen kinderen en jongeren, heb genoten van hun spontaniteit. Als ik door degangen van de school liep, was ik al gauw even met hen in gesprek. Ik moest er echt aan wennen dat dat op-eens voorbij was. Ik kon dat vreemde gevoel van eenzaamheid niet zomaar wegdrukken. Mij overviel prompt een soort heimwee, zeg maar.”

Eind 2009 vroeg de redactie van De Wachter Sions (kerkblad van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland) Verdouw een jongerenrubriek te beginnen. „Ons kerkverband heeft geen jongerenblad, zoals de Gereformeerde Gemeenten Daniël hebben. Vandaar dat een jongerenrubriek in De Wachter Sions geen overbodige luxe was.”

Sinds 2012 brengt uitgeverij Gebr. Koster (Barneveld) een serie boekjes uit waarin de artikelen van Verdouw worden gebundeld: ”Jongeren nú. In het spanningsveld tussen kerk en wereld”. Om de twee jaar verschijnt een deeltje. In april verschijnt deel 4.

IN GESPREK

Verdouw is graag met jongeren in gesprek. Samen met zijn vrouw heeft hij acht kinderen (van wie er inmiddels zes getrouwd zijn) en 22 kleinkinderen. „Je kunt met jongeren zulke mooie gesprekken hebben. Vragenderwijs lok ik ze weleens uit hun tent, zo van: Joh, waar hebben jullie het over, waar denk je aan?

Als onderwijsman kun je wel tégen jongeren praten, botweg zeggen hoe je zelf tegen de dingen aankijkt, maar dan stopt het gesprek en is de discussie voorbij. Ik hoor zo graag hoe ze zelf in het leven staan. Met elkaar moeten we onze identiteitsgebonden standpunten leren beargumenteren. Als we zeggen dat we niet bij een crematie aanwezig mogen zijn, moeten we dat met argumenten onderbouwen.”

Klagen over de jeugd van tegenwoordig is aan Verdouw niet besteed. „We doen al gauw te negatief over de jonge generatie. Natuurlijk zijn er jongelui die het hun ouders erg moeilijk maken, die zich niet willen voegen naar de regels van het gezin, die in de kerk niet willen luisteren, maar die waren er vroeger ook. Ik weet natuurlijk ook wel dat velen zich laten opslokken door de sociale media en geboeid zijn door de waan van de dag. Op zulke momenten kunnen ze zich volledig afsluiten van de wereld om hen heen, maar dat is vaak alleen maar de buitenkant. Vanbinnen zitten ze vaak vol met vragen, vragen die om een antwoord roepen.

Ik ontmoet veel jongeren die echt bezig zijn met datgene wat de Heere van hen vraagt, die zich bekommeren om hun persoonlijk zielenheil, die ernst maken met de dingen die ertoe doen op hun reis naar de eeuwigheid. Ik spreek weleens jongeren die jaloers zijn op het geluk van Gods volk, die ernaar uitzien om ook Zelf de Verlosser in hun leven te mogen leren kennen. Laten we niet klagen over de jeugd van tegenwoordig.”

EEN KOUD HART

De jongerenrubriek in De Wachter Sions vult Verdouw met uiteenlopende onderwerpen over het kerkelijk of maatschappelijk leven. Daarbij moet wel altijd de Bijbel centraal staan, zegt hij. „Jongeren mailen me weleens met voorstellen voor onderwerpen. Vaak zijn dat thema’s waar ze zelf mee worstelen. Pas kreeg ik een brief van een jongen die zei: „Meneer Verdouw, mijn hart is vaak zo koud, ook onder het bidden. Wat moet ik doen om zalig te worden?” Hoorde je zulke vragen ook maar meer van ouderen, denk ik dan weleens.” Maar wie ben ik, als je geroepen bent zulke vragen te beantwoorden?

WAT IS, SAMENGEVAT, DE BOODSCHAP DIE U JONGEREN WILT MEEGEVEN?

„Wat ik tegen hen zeggen wil, is dit: Jullie leven in een complexe wereld, in een wereld die vol verleidingen is. Probeer bij je leven in deze wereld de Bijbel als leidraad te houden. En wat zou het een wonder zijn als je dat niet alleen in uitwendige zin, maar ook inwendig mag doen: leven naar het Woord, met je ganse hart leven tot Gods eer.”

Verdouw wil op dit punt, zegt hij, graag het Bijbelse evenwicht vasthouden. „We moeten elkaar oproepen om de Heere te zoeken, nu het nog het heden der genade is. Daarin ligt voor ieder van ons een grote verantwoordelijkheid. De eis ligt er: „Bekeert u, bekeert u.” Of: „Mijn zoon, geef Mij uw hart.” Dat is dus onze Bijbelse plicht. Het is wel een heilige kunst. En we moeten ook blijven zeggen dat we bekeerd moeten wórden, dat God ons bekeren moet, wil het wel zijn voor de eeuwigheid. Het Woord zegt ons: Tenzij dat we wederom geboren worden, kunnen we het Koninkrijk van God niet zien.”

TWEE KLIPPEN

Jongeren kunnen op dit punt vastvaren op twee klippen, stelt Verdouw vast. „Aan de ene kant ben ik bang voor onverschilligheid en lijdelijkheid en voor een wettisch leven waarin we ons alleen maar druk maken om een paar uiterlijkheden. Daar waren de farizeeërs ook al zo goed in. Aan de andere kant ben ik ook bang voor een bepaald soort godsdienstigheid waarmee jongeren zelf wat worden, zodat ze gaan zeggen: „Dit of dat heb ik toch niet van mezelf; dat moet toch wel van de Heere zijn”, waarmee een bekering dreigt te ontstaan waar God niet van weet. Ik ben benauwd voor mensen die in hun geestelijk leven gearriveerd denken te zijn.”

God is liefde. Dat mag worden gezegd. Maar Verdouw wil graag meer zeggen: „Als we zeggen dat God liefde is, is dat waar. Maar we moeten ook blijven zeggen dat God buiten Christus een verterend vuur is. Laten we met twee woorden blijven spre ken. Het is de dood in Adam en het leven in Christus.

Het gaat erom dat we samen niet afwijken ter rechter- of ter linkerzijde. We moeten de goede weg aanhouden, ook in onze godsdienst, ook in onze levenswandel. In de Bijbel staan veel indringende opwekkingen om de Heere te zoeken en om ons te bekeren, om de genademiddelen te gebruiken met alles wat in ons is. Zulke teksten mogen we niet uit de Bijbel wegsnijden. Aan de andere kant is het ook waar dat de Heere aan ons niets verplicht is. Wat we nodig hebben, is een nieuw hart en het zaligmakend geloof dat God zonder ons in ons werkt. Laten we de ernst van de zondeval en de ellendestaat van de mens niet vergeten. Tegen die achtergrond van armoede en duisternis schittert de rijkdom en het licht van vrije genade. Wat we nodig hebben, is ontdekkend licht om de waarheid zuiver te verstaan.”

VAN KIND TOT KIND

In zijn artikelen en boeken wil Verdouw niet boven jongeren gaan staan. „Ik wil liever naast hen staan en mezelf er helemaal bij betrekken. Want hun vragen zijn vaak ook onze vragen. Daarom vind ik het ook niet erg om mij op zo’n moment als opvoeder kwetsbaar op te stellen.”

In de Bijbel wordt veel aandacht besteed aan kinderen en jongeren, weet Verdouw. „Er staat geschre- ven dat zolang zon en maan aan de hemel staan, zolang zal Zijn Naam van kind tot kind worden voortgeplant. Met een streep onder: van kind tot kind. Dat is wat! Laten wij als ouderen deze dingen niet ver- zwijgen voor onze kinderen.”

Auteur

Jan van 't Hul

Volg ons lifestyle platform op instagram.