„Een vrouw hoort thuis, bij de kinderen”, zegt de een. „Nee zeg, ze mag haar talenten ook buitenshuis gebruiken”, zegt de ander. Wat vaak vergeten wordt, is hoezeer de keuze van een vrouw afhangt van de omstandigheden. Vier vrouwen aan het woord over hun carrière. „We moeten vooral niet over elkaar oordelen.”
"Ik had iets te veel baantjes"
Marieke Blotenburg (54), Wekerom, kok, bakster, werkzaam in een woonwinkel
„Officieel ben ik kraamverzorgende. Daarvoor heb ik na de middelbare school een opleiding gedaan. Ik vergeet nooit dat iemand toen tegen mij zei: „Je bent een meisje, ga je dan echt op je achttiende nog drie jaar naar school?” Maar ik ben blij dat ik het gedaan heb. We waren negen jaar getrouwd toen onze enige zoon werd geboren. In die negen jaar dat we met z’n tweeën waren, heb ik heerlijk van mijn beroep genoten.
Ook toen onze zoon, Jan Douwe, werd geboren, wist ik dat ik niet alleen maar thuis wilde blijven. Ik ben niet iemand om zes dagen in de week huisvrouw te zijn, echt niet. Daar word ik geen leukere vrouw en moeder van. Mijn schoonmoeder had twaalf kinderen, die had geen tijd voor iets anders. Maar onze situatie was anders.
Toen Jan Douwe op de lagere school zat, ben ik een dag in de week bij de Espeterhoeve in Barneveld gaan werken. Onze zoon ging dan uit school naar een vriendin die zelf ook kinderen heeft of naar mijn ouders. Bij mijn ouders kon hij met zijn nichtje en neefjes spelen, wat we belangrijk voor hem vonden, omdat hij enig kind is.
Toen hij naar de middelbare school ging, ben ik twee of drie dagen gaan werken. En nu hij studeert, lopen mijn dagen steeds voller.
Op maandag kook ik voor het woonzorgcentrum hier in het dorp. Het was de bedoeling dat ik dat voor een halfjaar zou doen, maar inmiddels doe ik het al zeven jaar. Het zijn zulke schatjes daar. Die kijken de hele week ernaar uit om op maandag een heerlijke maaltijd te krijgen. Ik kan het niet over mijn hart verkrijgen om daarmee te stoppen.
Op dinsdag en woensdag werk ik inmiddels op de kop af 25 jaar bij de Espeterhoeve. Sinds juni werk ik op donderdag en vrijdag bij een patisserie in Veenendaal. De eigenaar was juist een eigen zaak begonnen en had mijn deelname aan het programma ”Heel Holland bakt” gezien. Zo is het balletje gaan rollen.
Op zaterdag en zondag ben ik vrij, al werk ik ook nog als kok voor Bethanië in Ede. Dat doe ik zo min mogelijk, want daar heb ik eigenlijk geen tijd voor. Maar pas was een andere kok ziek, en dan word ik toch ingevlogen.
Ook ben ik een keer per jaar kok op een schip van de Voor Elkaar Vakantieweken, georganiseerd door de Hervormde Vrouwenbond. Ik zorg dan voor een stukje logistiek, de menu’s en werk in de keuken samen met nog een kok en een vrijwilliger.
Verder doe ik af en toe een bruiloft of een taartbuffet, of ik kook voor een predikant die net bij ons beroepen is.” Met een lach: „Niet dat het helpt, de zevende heeft het beroep onlangs aangenomen.
Mijn moeder zegt al mijn hele leven dat ik veel te veel doe. Maar soms pak ik iets op en dan blijken daar nog veel meer taken aan vast te zitten dan ik gedacht had. Dat overkomt me gewoon. Tegelijkertijd haal ik er heel veel voldoening uit om te kunnen helpen in woon- en zorgcentra en op zo’n vakantieschip. Ik heb de gave gekregen om te kunnen koken, en dan is het mooi dat ik er wat mee kan doen.
Het laatste halfjaar waren het wel wat te veel baantjes. Dus hebben mijn man en ik in de kerstvakantie de conclusie getrokken dat ik het wat rustiger aan moet doen. Hij doet, samen met mijn zoon, in huis gelukkig ontzettend veel, anders had ik al die taken niet op me kunnen nemen. Maar hij helpt me ook bij het aangeven van mijn grenzen. Voor mij is dat wel even slikken, ik wil het liever niet horen als hij vindt dat ik te veel doe, of dat het eigenlijk te rommelig wordt in huis. Het liefst wil ik iedereen te vriend houden. Maar in een huwelijk reflecteer je op elkaar, daar moet je voor open staan. En mijn gezin is het belangrijkste, dat staat bovenaan.”
"Er waren geen mannelijke sollicitanten"
Corinda de Jong (44), Katwijk, schooldirectrice
„Ik werk al ruim 22 jaar op de Ds. G. Voetiusschool in Katwijk. Eerst als juf in de onderbouw. Daarna ben ik intern begeleider (ib’er) geworden. En sinds dit cursusjaar ben ik directrice.
Toen onze directeur vertrok, hebben we eerst een interim-directeur gehad. Op onze advertenties voor een nieuwe directeur kwam totaal geen reactie. Daarom kreeg ik er steeds meer directietaken bij, zoals vervanging zoeken voor zieke leerkrachten en andere praktische zaken. Dat vond ik leuk om te doen.
Zo ontstond het idee om zelf te solliciteren voor de functie van directeur. Alleen wilde ik geen vier of vijf dagen gaan werken. Door omstandigheden ben ik de kostwinner van mijn gezin, maar ik wil maximaal 28 uur werken. Ik ben naar een collega gegaan en heb gezegd: „Zou je het misschien zitten om alleen de directietaak huisvesting voor je rekening te nemen? Dan solliciteer ik voor drieënhalve dag.” Die collega stond daar direct voor open.
Na mijn sollicitatie heeft het toezichthoudend bestuur zich bezonnen op vrouwelijk leiderschap in Bijbels perspectief. Uiteindelijk ben ik benoemd als directrice, niet als directeur-bestuurder. In de praktijk is het verschil niet zo groot, maar de eindverantwoording ligt bij de mannelijke bestuurder van de coöperatie waarbij we als school zijn aangesloten. Dit was voor iedereen het beste compromis.
Het is fijn dat ik een onderwijsachtergrond heb. Ik begrijp wat leerkrachten meemaken voor de groep en kan zelf invallen als het nodig is.
Ik merk dat bij iedere werkende moeder die ik op onze school spreek dezelfde vraag speelt: hoe houd ik een goede balans tussen werk en gezin? Ik vind dat als directrice soms een lastige vraag. Aan de ene kant ben je als school gebaat bij leerkrachten die zo veel mogelijk willen werken. Aan de andere kant wil ik moeders niet vragen meer uren te maken als ze de principiële keuze maken om maximaal een of twee dagen aan de slag te gaan. Elke ouder maakt de keuze die het beste past bij zijn of haar situatie. Daar moeten we als werkgever de ruimte voor geven.
Het blijft een uitdaging om de bezetting op school rond te krijgen en vrouwen zijn daarbij van onschatbaar belang. Bij ons op school werken drie mannelijke collega’s en vijftien vrouwelijke. Stel dat alle werkende vrouwen zouden wegvallen, dan ligt het onderwijs in Nederland platgezegd op zijn gat.
Of ik getwijfeld heb om te solliciteren voor deze functie? Als je ziet dat piketpaaltjes in je leven een bepaalde kant op gaan, mag je die weg ook bewandelen. Zeker omdat er geen enkel mannelijk alternatief voor mijn functie was.
Mijn kinderen hebben de eerste prioriteit, die staan altijd op één. Dat lukt ook met 3,5 dag werken. Gelukkig krijg ik veel hulp van mijn ouders en andere familieleden. Het is wel zo dat ik geen grote hobby’s kan hebben. En ook kan ik geen structureel vrijwilligerswerk op me nemen.
Het blijft een uitdaging om een goede balans te vinden. Dat merk ik ook aan de andere werkende moeders om me heen. Je voelt je weleens falen. Bijvoorbeeld als de kinderen ziek zijn. Het is belangrijk om ons te realiseren dat we als vrouwen niet alles voor 100 procent kunnen doen. Dat we soms steken moet laten vallen.
Tegelijkertijd heeft het ook voordelen om als vrouw leiding te geven. Ik geef denk ik op een zorgzame en praktische manier invulling aan het directeurschap. Mannelijke directeuren zullen weer wat zakelijker en daadkrachtiger zijn.
Tijdens de sollicitatieprocedure hebben mijn collega’s me enorm gesteund. Ook wordt mijn directeurschap vanuit het bestuur breed gedragen. Verder heb ik van de ouders veel bemoedigingen en cadeautjes gekregen. Dat gaf de drive om het na de zomervakantie op te pakken.
Ik denk dat er in de toekomst meer vrouwelijke directeuren in het onderwijs zullen komen. Mannelijke leerkrachten worden vaak opgeroepen schoolleider te worden. Ik begrijp dat, maar tegelijkertijd vind ik juist dat mannen heel waardevol zijn als leerkracht. De meesters die we hebben, moeten we koesteren. Ze hebben een voorbeeldfunctie voor de jongens. En door de vervrouwelijking van het onderwijs zijn er steeds minder van dat soort mannelijke voorbeelden.”
Lees nog twee verhalen, van Rianne Wisse (huisarts) en Elze Houmes (thuisblijfmoeder), in Terdege 10 (30 januari).