Ds. A. Versluis, als Gods wegen duister zijn - Terdege

Ds. A. Versluis, als Gods wegen duister zijn

Versluis

Ondanks zijn jeugdige leeftijd kent het leven van dr. A. Versluis al ingrijpende krommingen. Het stelde hem voor vragen waarop hij het antwoord niet weet. Wel is hij ervan overtuigd dat er geen vergissing in het spel is. ”Zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn? Die ook Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft. Daar kom ik altijd weer terecht.”

De overeenkomst tussen ds. A. Versluis (38) en zijn vader is treffend. Niet alleen uiterlijk hadden ze veel gemeen, ook innerlijk wisten ze zich aan elkaar verbonden. De christelijke gereformeerde predikant van Ouderkerk aan de Amstel had in zijn vader een geestelijke raadsman. In de zomer van 2000 verloor hij hem, op dramatische wijze. Piet Versluis, jeugdwerkadviseur bij het LCJ, keerde niet terug van een bergwandeling in het Oostenrijkse Oetztal. „Het gezin was voor twee weken naar Oostenrijk vertrokken. Ik kwam alleen de tweede week, omdat ik daarna nog met vrienden op vakantie zou gaan. De week in Oostenrijk had ik deels bestemd voor studie. Ik was bezig met het schrijven van een scriptie over Job, een boek dat ons confronteert met het raadselachtige van de Godsregering.”

Op een morgen vertrok zijn vader al vroeg van huis voor een bergwandeling. „Dat deed hij vaker. Meestal was hij rond de middag weer terug, daarna gingen we met z’n allen eropuit.”

Zoektocht

Aan het begin van de middag liet Versluis per telefoon weten dat de tocht langer duurde dan hij had verwacht. ’s Middags om halfzes had hij voor het laatst contact met zijn echtgenote. De gezinsleden maakten zich niet direct grote zorgen. Versluis was een ervaren bergwandelaar en allerminst roekeloos. „Het Oetztal is een gebied met steile bergen. Als je daar goed je enkel verzwikt, kom je niet meer beneden. Mensen van de bergreddingsdienst moeten elke zomer wel een aantal keren de bergen in om iemand op te halen. Het komt maar zelden voor dat ze iemand niet vinden.”

De dag erna nam de angst toe; in de loop van de week groeide het besef dat zijn vader waarschijnlijk was omgekomen. „Dan hoop je dat hij in ieder geval wordt gevonden.” De christelijke gereformeerde predikant weet niet goed of hij daar nu nog blij mee zou zijn. „Aan de ene kant wel. Mogelijk wordt dan duidelijk wat er is gebeurd. En je vader krijgt na al die jaren toch nog een graf. Tegelijk schrik je ervoor terug. Het zou alle emoties weer naar boven halen. Je kunt moeilijk inschatten wat dat met je doet.”

Nu zijn er de kostbare herinneringen die meegaan. „Ik was een jaar of 14 toen hij me vertelde hoe hij de Heere had leren kennen. Dat heeft grote indruk op me gemaakt. Later waren er de gesprekken over de roeping tot het predikantschap waarmee ik liep. Tijdens de theologiestudie kwamen er andere vragen op me af, zoals: hoe verhoud ik me tot de lijn waarin in ben opgevoed? Daar hebben we veel over gesproken. Mijn vader kon goed luisteren en had altijd een geestelijk antwoord.”

Geen noodlot

De dramatische gebeurtenis in de zomer van 2000 deed het geloofsleven van de theologiestudent destijds schudden. „Het is mooi als je zondag 10 van de Heidelbergse Catechismus uit je hoofd kunt opzeggen, maar op zo’n moment komen de dingen op scherp te staan. Waarom overkomt ons dit? Tegelijk was het een periode waarin we als gezin bijzonder de nabijheid van de Heere hebben ervaren. Hij sprak heel duidelijk door de Bijbelgedeelten die we lazen. Ook dat vergeet je nooit meer. De vragen verdwenen niet, maar ze kwamen in een ander licht te staan”

Zeventien jaar later constateert Versluis dat het verlies van zijn vader zijn verdere leven heeft gestempeld. „Het kostte tijd om emotioneel weer in balans te komen. Bovendien ben ik de oudste van zes kinderen. Dat stelt je voor de vraag wat van je wordt verwacht. En dan zijn er de vragen over de Godsregering. Ik kan nog steeds niet over Gods voorzienigheid preken zonder dat ik aan de verdwijning van mijn vader denk.”

Op hetzelfde moment is er dan ook de herinnering aan de door ds. A.K. Wallet geleide herdenkingsdienst. „Hij sprak over de tekst: „Zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn? Die ook zijn eigen Zoon niet gespaard heeft.” Daar kom ik altijd weer terecht. Dat Bijbelgedeelte is niet het antwoord op alle vragen, maar wel het punt waar ik rust vind. Al begrijp ik veel niet, de God Die Zijn eigen Zoon heeft gegeven kan ik niet van kwaad verdenken. In het zenden van Zijn Zoon liet Hij zien wie Hij ten diepste is: barmhartig en genadig. Gods voorzienigheid heeft niets van doen met het noodlot. Ondanks alle vragen heb ik de troost van de belijdenis uit zondag 10 ervaren. Dat zag ik nog sterker bij mijn moeder. Haar vaste vertrouwen gaf ook ons als kinderen houvast. Bovendien ervoeren we met elkaar Gods zorg in alle praktische zaken. De belijdenis over Gods Vaderhand voor allen die het van Hem verwachten is geen theorie. Zo is het écht. Hij is krachtig bevonden een hulp in benauwdheden.”

Alle macht

Als predikant maakt Versluis van de voorzienigheid geen stokpaardje. „Komt het onderwerp aan de orde, dan merk ik wel dat ik heel diep en persoonlijk door de vragen rond de Godsregering ben heengegaan. Ik ben nog beduchter geworden voor goedkope frasen, zoals de bekende uitspraak dat het je niet door mensen wordt aangedaan. Dat was voor mij geen antwoord, daar beginnen veel vragen juist. Waarom doet Gód dit? Daar kun je ook als predikant maar niet even het antwoord op geven. Zeker niet als sprake is van een misdrijf. Denk aan de moord op Anne Faber. Dan moet je je als familie ook nog eens tot een dader verhouden.”

Vanuit het geheel van de Bijbel staat voor dr. Versluis in ieder geval vast dát God regeert. „Op dagen die wij als zorgeloos ervaren maar niet minder wanneer ons leven ondersteboven gaat. Het loopt Hem geen moment uit de hand. „Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde”, zegt de Heere Jezus. Alle machten heeft Hij overwonnen. Heel leerzaam vind ik het slot van Job. Job krijgt geen antwoord op alle vragen die hij heeft gesteld, maar in de ontmoeting met God Zelf ziet hij iets van Gods majesteit. Daar moet hij het mee doen, en dat is voor hem ook genoeg.”

De christelijke gereformeerde predikant is beducht voor het al te concreet duiden van Gods handelen in het wereldgebeuren, de nationale geschiedenis en de persoonlijke levensgeschiedenis van mensen. „Dat krijgt snel iets willekeurigs en goedkoops als je het voor een ander invult. Het doet ook geen recht aan het feit dat Gods wegen en gedachten hoger zijn dan de onze. Aan de andere kant valt op dat onze gereformeerde vaderen het wel vrijmoedig deden. Een ramp was een oordeel van God over deze of die zonde van het volk. Christenen in andere culturen doen het nog steeds.

Plaatsen wij God niet te veel buiten het dagelijkse leven? Ik denk dat we bij schokkende gebeurtenissen in ieder geval de vraag moeten stellen wat God ons ermee te zeggen heeft.”

Houvast

In 2013 werd ds. Versluis ernstig ziek. Hij had al langer colitis ulcerosa. Het opspelen van de chronische darmziekte leidde ertoe dat zijn complete dikke darm werd verwijderd. „In die periode werd ik zo in beslag genomen door mijn lichaam dat ik aan de geestelijke dingen niet toekwam. Dan besef je hoezeer je van genade moet leven. Als je het van je eigen geloof moet hebben, ben je echt slecht af. De inzet van onze catechismus heeft voor mij nog meer betekenis gekregen. Mijn troost is niet dat ik God vasthoud, maar dat Hij mij vasthoudt. Ik ben het eigendom van mijn getrouwe Zaligmaker.”

Hij waagt zich niet aan het beantwoorden van de vraag wat God hem met deze ziekteperiode wilde zeggen. „Ik weet wel wat ik ervan heb geleerd. De belangrijkste les was voor mij hoe zwak en kwetsbaar we als mens zijn. Zowel lichamelijk als geestelijk. En dat het genade is als je weer nieuwe kracht krijgt en volledig herstelt. Ik ben de alledaagse dingen daardoor meer gaan waarderen. Elke nieuwe dag is een dag die de Heere ons geeft.”

Zowel op de kansel als in het pastoraat is hij terughoudend in het naar voren brengen van wat hij zelf heeft meegemaakt. „In al de jaren van mijn predikantschap heb ik dat geen vijf keer gedaan. Het gaat niet om mijn verhaal. Mensen moeten door het Woord houvast krijgen aan God en wat Hij heeft gedaan. Dan kom ik weer bij de tekst die in de herdenkingsdienst voor mijn vader centraal stond. God Die Zijn eigen zoon niet gespaard heeft. Daar kun je mee leven en sterven.”

Beeld: Henk Visscher

Auteur

Huib de Vries

Volg ons lifestyle platform op instagram.