Aan de buitenkant een vrolijke, pittige dame. Aan de binnenkant schuilden eenzaamheid en angst. Pas op 39-jarige leeftijd kwam Marlies van Grol (42) erachter dat ze hoogbegaafd is. Nu kan ze weer van dingen genieten.
„Ik ging altijd met buikpijn naar school. Al heel jong hield ik me bezig met vragen zoals: wat als ik sterf? Als 4-jarige hoorde ik over een hersenbloeding en ik vroeg: Kan dat ook bij mij? Nou, dat gebeurt haast nooit, was het antwoord. Maar het kon dus wel, dacht ik. Ik zag bij alles wat er mis kon gaan. Een auto kon zomaar uit de bocht vliegen. Je kon van de trap vallen en je nek breken. Ik dacht dat mijn angsten normaal waren, al voelde ik me vanbinnen wel eenzaam. Onbevangen en onbezorgd ben ik nooit geweest.”
Kameleon
„Ik had veel sociale contacten, maar toch ervoer ik weinig verbinding. Daarom paste ik me telkens aan de situatie en de persoon aan. Net een kameleon. Zo overleefde ik, maar ik raakte ongemerkt mezelf kwijt. Toen ik later voor de klas stond, had ik een verkeerd beeld van hoogbegaafden: als een kind heel intelligent was en moeite had met contacten, was het waarschijnlijk hoogbegaafd. Er werden en worden veel verkeerde diagnoses gesteld wat dat betreft.”
Meer dan slim
„Als hoogbegaafde ben je niet alleen intelligent. Je denkt anders, je hebt levensvragen. Je bent ook hoogreligieus, hoogseksueel en hooggevoelig. Daarom zegt een gewone IQ-test niet alles. Een hoogbegaafd kind met faalangst denkt te veel na over de vraagstelling en maakt de test ”te langzaam”. Of een kind is verbaal sterk, maar rekent nog op zijn handen en vindt automatiseren moeilijk. Het kan ook zijn dat een leerling afwijkend gedrag vertoont
of onderpresteert. In mijn geval voerde ik veel te volwassen gesprekken met de leerkracht en was mijn probleem helemaal niet zichtbaar in de klas, omdat ik me zo aanpaste.”
Doordraaien
„Mijn grootste angst was om op een dag door te draaien. Dan zouden ze me ophalen en dan zou blijken dat er iets met me mis was. Maar wie was ik dan? Zou ik mijn identiteit niet in Christus moeten vinden? Waarom had ik daar niet genoeg aan? En hoe kon ik die identiteit vinden? Hoe zit het met genade? Het ‘klopte’ niet. Ik wilde het kunnen analyseren en beredeneren. Maar dan is het geen geloof meer. Ik ben God dankbaar dat Hij mij gevonden heeft; Hem te willen begrijpen heb ik los kunnen laten.”
Erkenning
„Omdat mijn angsten me vaak belemmerden, bleef ik hulp zoeken. Toch waren adviezen vaak gericht op symptoombestrijding. Uiteindelijk werkte dat niet, want ik kwam niet bij de kern. Een bericht op sociale media over hoogbegaafdheid riep veel op. Zo kwam ik bij coach Dineke van Kooten. Om te bewijzen dat ik vooral niet hoogbegaafd was. Maar voor het eerst ontmoette ik iemand die mij echt zag, mij begreep; iemand die me kon uitleggen waarom ik tegen dingen aan liep. Vanaf dat moment kreeg ik veel meer rust en kon ik meer gaan genieten.”
Rouwen
„Ik heb moeten rouwen om wat is geweest. Dingen die ik heb gemist, die ik niet heb ontwikkeld. Ik ben dankbaar dat ik er uiteindelijk achter ben gekomen hoe ik in elkaar zit. Na een verjaardag was ik altijd versleten, nu begrijp ik waarom. Ik zie veel, vang allerlei signalen op en voor mij is dan de uitdaging om niet overal iets mee te doen. Ik moet daar dus niet te lang blijven. Dat ik snel analyseer, is heel handig in mijn werk als coach. Onbegrepen gedrag en problemen doorzie ik snel, zeker als het om hoogbegaafdheid gaat. Wel moet ik er alert op blijven dat ik niet te snel ga. De ander is misschien nog niet zo ver. Ik zie het als een zegen dat ik mijn kwaliteiten nu eindelijk kan inzetten.”
beeld: Tineke van der Eems