Wat je denkt, heeft invloed op je gevoel en gedrag. Breng je jezelf of een ander op andere gedachten, dan kan er veel veranderen. Ben je bijvoorbeeld bang? Dan ervaar je dankzij positieve gedachten meer rust.
Bent u ooit bang geweest om naar school te gaan? En hoe reageerde uw moeder? Ze zei: „Stel je niet aan, er is geen reden om bang te zijn.” Ze sprak u dus aan op uw gevoel. Hielp het? Nee, niet echt.
U werd er misschien nog banger van, doordat u zich ook begon te schamen voor uw volgens uw moeder aanstellerige angst. Zei uw moeder niks over uw angst en duwde ze u gewoon de deur uit: „Vooruit, lopen, je vriendin staat buiten al op je te wachten”? Dan pakte ze uw gedrag aan. Hielp het? Een beetje, even. Het is best lastig om het angstige gevoel van een ander positief te beïnvloeden.
In de Griekse oudheid zei een filosoof al dat niet de gebeurtenissen ons gevoel oproepen, maar onze gedachten bij de gebeurtenissen. Dat klopt. U was bang om naar school te gaan en uw vriendin was niet bang. Het was dezelfde school en dezelfde juf. Blijkbaar riepen de school en de juf bij u andere gedachten op dan bij uw vriendin. En dát bepaalde uw gevoel en ook uw gedrag. U wilde niet meer naar school gaan, maar uw vriendin huppelde ernaartoe.
RET-therapie
De cognitieve gedragstherapie is op dit inzicht gebaseerd. Meestal wordt deze in de vorm van de rationeel-emotieve therapie (RET) aangeboden aan veel mensen die bij een psychotherapeut aankloppen. In gewone taal wordt deze therapie het G-denken genoemd. Ik geef een voorbeeld. U bent een beetje bang voor honden.
Het verschil wordt dus gemaakt door de negatieve of positieve gedachte bij de hond. Zijn baasje kan u daarbij helpen. Als die zegt: „Hij wil alleen maar spelen”, kunt u die positieve gedachte overnemen. Het wordt natuurlijk ingewikkelder (maar het blijft hetzelfde mechanisme) als u zich daar vroeger een keer in vergist hebt. U dacht dat de hond wilde spelen, maar hij hapte toe. Ook dan kunt u nog positief denken, bijvoorbeeld: Dit is een andere hond. Hij ziet er lief uit.
De RET wordt ingezet bij alle mogelijke psychisch spanningen. Maar ze werkt ook in het gewone leven. Als u maar doorhebt: mijn gedachten (ratio) roepen mijn gevoel op (emotie). U ziet een blauwe plek op uw been. U denkt: Nee, hè ik ben misschien ernstig ziek. U krijgt al een doemscenario. Na vijf minuten vermant u zichzelf en denkt: Mijn lichaam is niet van plastic. Ik zal me wel ergens ongemerkt gestoten hebben. Als het over een paar weken niet weg is, kan ik altijd nog naar de dokter gaan. En u wordt weer rustig.
Een arts doet trouwens voor een belangrijk deel hetzelfde. U gaat naar de dokter voor een behandeling. Maar in veel gevallen gaat u ook om –hoopt u– gerustgesteld te worden. „Niks aan de hand, meneer.” Uw gedachten bij uw mogelijke probleem worden zelfs al positiever als u een zalfje meekrijgt. Dit zal wel helpen, mooi zo.
Pastoraat
Ook in de kerk is – zonder dat wij dat in de gaten hebben– de RET veel gebruikt. In preken. De dominee zegt: „Er gebeuren verschrikkelijke dingen in onze wereld.” Hij weet dat dat mensen zo aan het denken kan zetten, dat ze heel bezorgd worden. Vervolgens plaatst hij zelf dan al een positieve gedachte: „Maar u mag altijd onthouden: de Heere regeert.” Vervolgens zakken bij veel mensen de onrustige gedachten weg. Hoe zit dat dan met het gedrag? Bezorgde mensen gaan bijvoorbeeld het nieuws vermijden. Als je weet dat God regeert, durf je ook de confrontatie aan met slecht nieuws.
In het pastoraat is ook vaak de RET aan de orde. Een ouderling komt bij een verdrietige persoon op bezoek. Er is maanden geleden iets vreselijks gebeurd – de gebeurtenis. Die persoon schaamt zich voor het aanhoudende verdriet – het gevoel. Die persoon praat er daarom ook niet meer over – het gedrag. Dan zegt de ouderling: „Maar de Heere Jezus huilde toch ook, toen Lazarus gestorven was? En Hij was toch ook bang, in Gethsémané? U hoeft zich niet te schamen voor uw gevoel. U mag dat uiten, al duurt het verdriet al maanden.” Daarmee probeert hij de verdrietige man of vrouw op andere gedachten te brengen, zodat er ook een ander gevoel komt, en ander gedrag. Dan zal die persoon ontdekken dat als zij of hij het verdriet eerlijk blijft tonen, mensen dat niet erg vinden – het gevolg.
Zijn preken en pastorale gesprekken dan ineens psychotherapeutische praatjes geworden? Nee, zeker niet. De RET biedt een model om te laten zien hoe innerlijke processen verlopen daar waar gedachten, gevoelens en gedrag elkaar raken. Daar zijn we allemaal mee bezig, in de opvoeding, in het onderwijs, in therapie, in de kerk en ook als we reflecteren over onszelf. Paulus heeft dit al door als hij de Romeinen en de Efeziërs oproept om veranderd te worden door de vernieuwing van de gezindheid/ het gemoed/ het denken (Rom. 12:2, Ef. 4:23). Als dat verandert (niet meer denken als de heidenen, Ef. 4:17), veranderen niet alleen de gedachten, maar ook het gevoel en het gedrag (de levenswandel) en zijn de gevolgen groot. God komt dan in ons leven aan Zijn eer.
Negatief | Positief | |
---|---|---|
Gebeurtenis | Er komt een hond op u af | Er komt een hond op u af |
Gedachte | Hij gaat me bijten | Hij wil spelen |
Gevoel | Angst | Rust |
Gedrag | Weglopen | Aaien |
Gevolg | De volgende keer net zo bang | De volgende keer minder bang |
Nico van der Voet (1958) woont in Veenendaal, is gehuwd, heeft vier kinderen en een kleinkind. Hij studeerde theologie in Utrecht en is docent hbo theologie aan de Christelijke Hogeschool Ede, waar hij ook als studentenpastor werkt.
Beeld: Tineke van der Eems