De jas van redder past mij goed - Terdege

De jas van redder past mij goed

Vooijs-TERD_GFX8307

Het eerste portret in een serie van vijf, in aansluiting op het artikel over de KNRM in Terdege van 30 oktober is van Jaco Vooijs (47). Hij is proces operator bij Katwijk Chemie en is plaatsvervangend schipper bij de KNRM, station Katwijk aan Zee.

"Voor mij, als telg uit een visserijgeslacht, lag het voor de hand dat ik de visserij in zou gaan. Als kind ging ik al mee naar de visafslag, daarna mocht ik in de vakanties mee aan boord en later werd ik machinist op het schip van mijn vader. Het vissen en de zee zitten in mijn bloed. Onzekerheid rond de visquota en uiteindelijk het saneren van onze viskotter met daarbij de ziekte en zorgen rondom een van onze kinderen, noopten mij om aan de wal te gaan. Ik wilde meer thuis zijn om mijn vrouw te kunnen bijstaan in de zorg voor onze kinderen. Het was een stap die we samen welbewust en terecht hebben gezet. Uiteindelijk is het met onze kinderen gelukkig goed afgelopen.

Al die jaren heb ik het varen wel gemist. Mijn vrouw wist dat als geen ander en zij was het die mij stimuleerde om in te gaan op een uitnodiging van KNRM Katwijk. De reddingsbootbemanning zocht een nieuwe machinist en ik wilde graag terug naar zee. Ik kon die mannen helpen met mijn jarenlange kennis en ervaring en via de KNRM kon ik weer doen wat ik het liefst doe: op zee zijn en verbonden zijn aan het varensleven.

Varen bij de KNRM is vrijwilligerswerk. Voor mij was dat een nieuw fenomeen, want een visser zit de hele week op zee en kan in het weekend bijkomen en genieten van zijn gezin. Tijd voor vrijwilligerswerk was er nooit. Eenmaal aan wal werd ik al snel zondagsschoolmeester. Ook dat is prachtig en dankbaar werk, maar de jas van redder past mij ook heel goed.

Overigens denk ik dat ons reddingswerk twee gezichten heeft. Aan de ene kant voel je je net een jochie in een geweldig mooie speelgoedwinkel. In ons boothuis ligt dat ‘monster’ met bijna 1000 paardenkrachten. Wij mogen daarmee varen. Maar tegelijkertijd kan reddingswerk hard en aangrijpend zijn. Ik herinner me mijn eerste confrontatie met een dodelijk slachtoffer nog heel goed. Dat hakte er wel in. Net als het feit dat we een aantal jaar geleden twee reanimaties vlak na elkaar hadden.

Ook met slechte afloop. Op die momenten hebben we elkaar als bemanning hard nodig. Want de houding van de ouderwetse vissersman, ”peukie en dóór”, volstaat dan niet meer. Dan praten we met elkaar. Of we zeggen soms helemaal niets, maar zijn gewoon bij elkaar om zoiets te verwerken.

Dit is mijn hobby. Zeker. Maar het is meer dan dat. Ik zie het ook als mijn taak. Een veeleisende taak met dankbaarheid als beloning. Zoals van die surfer die we 3 kilometer uit de kust uit zee haalden. In zijn ogen was opluchting, blijdschap en dankbaarheid te zien. Voor mij is dat genoeg. Of beter gezegd: genoegdoening voor constante paraatheid en eindeloos oefenen.”

Volg ons lifestyle platform op instagram.