Ik begrijp de vraag en het is inderdaad een feit dat in onze gezindte de broek voor de vrouw steeds meer geaccepteerd wordt. Misschien is het nuttig om nog eens rustig na te denken over wat de achtergrond van de afspraak is geweest. Eerst zou ik enkele opmerkelijke feitjes willen doorgeven die ik onlangs onder ogen kreeg. In 1954 weigerde een rechter te Verviers (België) een vrouw als getuige te horen, omdat zij in een lange broek verscheen. Zij had, meende hij, geen respect voor de rechtbank. Een advocaat betoogde een kwartier lang, dat een lange broek reeds lang niet meer uitsluitend als een kledingstuk voor mannen werd beschouwd. Hij wees er voorts op dat de getuige rechtstreeks uit de fabriek waar zij werkte, naar de rechtbank was gekomen en dus geen bijzondere zorg aan haar toilet had kunnen besteden. De advocaat had geen succes. De rechter bleef onwrikbaar. Het kerkje St. Philippus in Athene is van een zeer orthodoxe gemeente, streng in de levensstijl. Wanneer vrouwen er met een korte of lange broek binnenkomen, wordt hen beleefd gevraagd het gebouw te verlaten. De koster verwijst dan naar Deuteronium 22 vers 5, waar staat dat het dragen van een mannenkleed een gruwel is. De oudtestamentische ceremoniën zijn volgens hem weliswaar afgeschaft, maar de regels betreffende de verhouding man en vrouw zijn blijvend, liggen in de schepping verankerd, zegt hij. Bovendien is het Oude Testament toch ook een deel van de Bijbel, zo merkt hij op. Volgens koster Yannopoulos heeft het uitwissen van het onderscheid tussen man en vrouw op het gebied van kleding een funest gevolg voor het geloof. Het tast ook de vrijheid van de kerk als kerk aan. „We zeggen tegen toeristen: Dit is ons huis, hier zijn wij de baas. Een kerk is geen museum. Als vrouwen hier met een lange of korte broek aan rondlopen, doen zij een aanslag op onze kerk en geven zij andere aanwezigen niet een aanmoediging om te geloven.” De zaak tegen de Sudanese journaliste Lubna Hussein is onlangs aangehouden. De rechter wil meer informatie over de beroepsstatus van Hussein, voordat de zaak wordt voortgezet. De vrouw werd 3 juli opgepakt omdat zij in het openbaar een lange broek droeg. Het dragen van een broek door vrouwen wordt in het streng islamitische Sudan als onzedig beschouwd. Op overtreding staat lijfstraf. Hussein werkte ten tijde van haar aanhouding voor de VN-missie in Sudan. Zij was op grond daarvan voor de Sudanese wet onschendbaar, maar zij diende vorige week haar ontslag in, omdat zij de zaak wilde laten voorkomen om de kledingwet en de willekeur waarmee die ten uitvoer wordt gelegd aan de kaak te kunnen stellen. De Noord-Koreaanse dictator Kim Jong Il wil dat zijn onderdanen zich netter kleden. Dat is recent bekend gemaakt. Vrouwen in steden mogen geen broek en korte rokken meer dragen. Daarnaast moet het mannenhaar kortgeknipt zijn en mogen vrouwen alleen lang haar (in een staart) hebben. Dat heeft een Zuid-Koreaanse maatschappelijke organisatie laten weten. Nu hoor ik je denken: Wat heb ik met deze voorbeelden te maken? We leven niet meer in 1954. Ik hoef mijn leven toch niet te laten beïnvloeden door een koster in Athene, laat staan dat ik iets te maken wil hebben met wat in streng islamitische landen gebruikelijk is of met een dictator uit Noord-Korea. Ik begrijp je, maar wat ik met deze voorbeelden wil laten zien is dat door de eeuwen heen en in vrijwel alle culturen de broek gezien werd als een kleed voor de man, en de rok als een typerend voor de vrouw. Dat wil ik met je delen als startpunt voor ons gesprek over kledingregels. Een volgende keer denken we hierover verder na.