Dick van Meeuwen: nieuwe partijvoorzitter SGP - Terdege

Dick van Meeuwen: We hebben nog steeds veel voorrechten

DickvanMeeuwen-ceesvdwal_8

Voor het eerst in de geschiedenis van de SGP is er sprake van een gekozen voorzitter. ‘Nieuwkomer’ Dick van Meeuwen (66) uit Sliedrecht ziet ernaar uit zich in te zetten voor de partij waarvoor hij jarenlang als raadslid actief was. „Ik wil me, ook na mijn pensionering, graag nuttig maken voor de achterban.”

Het is de maandag na het digitale partijcongres, op zaterdag vanuit Tilburg. De kersverse voorzitter van de staatkundig gereformeerden heeft net zijn eerste telefoontje met fractievoorzitter Kees van der Staaij achter de rug. Afgesproken is dat ze wekelijks contact hebben. Zeker met het oog op de naderende verkiezingen voor de Tweede Kamer in maart geen overbodige luxe.

Van een volle agenda met spreekbeurten en kennismakingsbezoeken met partijafdelingen is nu echter geen sprake. Corona houdt ook de voorzitter voor een groot deel aan huis gekluisterd. „Op dit moment gebeurt alles digitaal. Waar mogelijk zal ik meewerken.” „Via het digitale vergaderprogramma Teams”, licht echtgenote Hermien toe.

Vergaderen vindt Van Meeuwen niet erg, elkaar niet ontmoeten wel. „Je zou me een vergadertijger kunnen noemen. Dat neemt niet weg dat ik het liefst mensen rechtstreeks spreek. Ik zal echt blij zijn als we elkaar weer een hand kunnen geven. Dat is per slot van rekening een teken van vertrouwen.”

Met het voorzitterschap stapt hij met één voet in het wereldje van de Haagse politiek. Aan het veelvuldige gebruik van de sociale media binnen de Haagse stolp moet hij nog wennen. „Velen reageren daar doorlopend via Twitter, een medium waarmee ik tot op heden niet zo veel had. Wellicht moet daarin verandering komen.”

Hij gebruikt het moment om de SGP-fractie te complimenteren. „Met de vrijdagavonduitzendingen zijn ze goed bezig. Ook gebeurt er veel door jongeren. De SGP is beslist geen oudemannenpartij. Dat heb ik in een gesprek met een andere journalist, die me vorige week het tegendeel voorhield, meermaals benadrukt.”

Samenwerking

Van Meeuwen, per 1 januari gepensioneerd als bestuurder van het Hoornbeeck College en het Van Lodenstein College, blikt tevreden terug op de procedure voor het partijvoorzitterschap. Die had voor het eerst na 103 jaar plaats via een sollicitatieprocedure en met behulp van een extern adviesbureau. Daartoe was besloten nadat de vorige voorzitter anderhalf jaar geleden opstapte na een slepende discussie over al dan niet terecht ontvangen wachtgeld.

Bij het maken van de nieuwe start, staan voor Van Meeuwen transparantie en profilering van de partij op de Bijbelse beginselen voorop. „Bepaalde zaken zijn nu eenmaal onopgeefbaar.” Om die reden nam hij al snel nadat bekend werd dat de partij hem zou voordragen, stelling tegen een innige band met PVV en Forum voor Democratie. De SGP-voorman weet dat er partij genoten zijn die kiezen voor nauwere samenwerking met deze populistische partijen, maar afspraken met de CU en –in mindere mate– met het CDA liggen volgens hem meer voor de hand.

„Natuurlijk kun je niemand bij voorbaat uitsluiten, maar op cruciale dossiers staan deze partijen dichter bij je dan fracties die in het geheel niet uitgaan van de Bijbelse beginselen.”

Zijn voorkeur is mede beïnvloed door een jarenlange goede samenwerking tussen SGP en CU in zijn woonplaats. „Natuurlijk kwam het soms voor dat we het niet eens werden. Dan gaven we elkaar de vrijheid om verschillend te stemmen. Dat gaf veel ontspanning. Eigenheid mag nooit ten koste gaan van samenwerking.”

Dick van Meeuwen verliet ruim 31 jaar geleden Rotterdam om zich in Sliedrecht te vestigen, waar hij onderwijzer aan de Calvijnschool werd. Daar ontmoette hij Hermien, die eveneens voor de klas stond. Na zijn doctoraalstudie stapte hij over naar scholengemeenschap Guido de Brès, waar hij docent geschiedenis en maatschappijleer werd.

Een bewust keus?

„Ja, daarom ben ik in Leiden gaan studeren. Ik vind de overdracht van kennis aan jongeren heel mooi. Op de Guido belandde ik in een commissie die zich bezon op het strategisch beleid. Een eerste stap richting het bestuurlijke denken.”

Dat smaakte naar meer?

„Ik stond graag voor de klas en heb in later jaren vaak gastlessen gegeven om de praktijk te proeven, om van tijd tot tijd met m’n voeten in de modder te staan. Maar daarnaast trok de bestuurlijke lijn me sterk aan. Ik werd adjunctdirecteur op het Marnix College en later locatiedirecteur. Het einde van mijn studietijd in Leiden viel samen met het openvallen van een plek in de gemeenteraad voor de SGP. Ik was 34 jaar en rolde er vanzelf in, niet wetend dat ik dat 23 jaar zou gaan doen.

Er ontstond ruimte voor het politieke werk. Achteraf heb ik daar Gods leiding in gezien. Ik werd al spoedig fractievoorzitter en heb daarnaast bestuurlijke ervaring opgedaan in het samenwerkingsverband van de Drechtsteden, het hoogheemraadschap en het ziekenhuis.”

Studie, raadslid, een steeds drukkere baan en een gezin. Wat het te behappen?

„Het kon –behalve door de kracht die ik van boven ontving– alleen dankzij de inzet van mijn vrouw. Zij vormde het stabiele thuisfront.” Zelf zag ze dat bepaald niet als een last, geeft zijn echtgenote aan. „Ik sta nog steeds een dagdeel voor de klas en heb dat bijna altijd kunnen volhouden. Alleen toen de kinderen klein waren, ben ik een tijdje gestopt. Totdat de jongste naar school ging.”

Vergaderingen slokten veel avonden op. Van Meeuwen: „Maar meestal was ik wel bij het avondeten. Recent vroeg ik de kinderen hoe zij al die jaren hebben ervaren. Ze gaven aan dat ik er was als dat nodig was en zien me gelukkig niet als een altijd afwezige vader. Op zaterdag deden we veel samen, tijdens schoolvakanties gingen we regelmatig op reis. Meestal rondom een bepaald thema, zoals de hugenoten in Frankrijk of de sporen van Johannes Hus in Tsjechië. Tja, ik blijf wel historicus. Voor jezelf blijft altijd de vraag of je je kinderen, die bij ons nu allemaal de deur uit zijn, voldoende hebt aangesproken als het om de eeuwigheid gaat. Dat gebeurt nooit genoeg en daarin voel ik me soms schuldig.”

In 2011 werd u lid van het College van Bestuur van het Hoornbeeck en de Van Lodenstein. Een grote stap?

„Ik was toen 57, het betekende inderdaad een wending in mijn carrière. Ik stond op de lijst van de SGP voor Provinciale Staten van Zuid-Holland en had gehoopt Statenlid te worden. De weg leidde echter naar Amersfoort. Die functie betekende ook het einde van mijn politieke werk in de gemeenteraad, waar ik de mogelijkheid om wethouder te worden tot twee keer toe had laten voorbijgaan omdat ik het onderwijs niet wilde verlaten. De baan in Amersfoort was voor mij uniek. Een combinatie van bestuur en onderwijs. Ik werd een soort wethouder op school.”

Onderwijsman of bestuurder, wat bent u het liefst?

Peinzend: „Eigenlijk ligt mijn hart bij beide. Dat merk ik nu ook. Zowel het onderwijs als het besturen kan ik maar moeilijk loslaten.”

U voelt zich nog geen senior

Lachend: „Zeker niet. Zolang ik me fit voel, wil ik graag nuttig bezig zijn voor de achterban. In de aanloop naar mijn pensionering heb ik daarover ook nagedacht.”

Betekent dit dat u het voorzitterschap zocht?

Beslist: „Nee. Zo ambitieus ben ik niet. Ik kreeg toen de vacature eraan kwam, wel van verschillende kanten de vraag of dit niet iets voor mij zou zijn. Na rijp beraad heb ik gesolliciteerd. Een verantwoordelijke en mooie functie die ongedacht op mijn weg is gekomen, maar ik besef des te meer dat ik wijsheid van de Heere nodig heb.”

De SGP zocht een onkreukbare voorzitter. Heeft uw benoeming gevolgen voor uw nevenfuncties?

„Ik heb aangegeven te willen stoppen als lid van de raad van commissarissen van de Erdee Media Groep. Dat geldt ook voor mijn bestuurslidmaatschap van het Bijbels Beraad man/vrouw. Voor je het weet, heb je toch te maken met belangenverstrengeling.”

U wordt een vergadertijger en een bruggenbouwer genoemd. Hoe ziet u zichzelf?

„De benaming bruggenbouwer komt van anderen, die heb ik niet bedacht. Ik zoek wel graag de verbinding. Ik wil altijd precies weten wat er speelt en houd ervan om tussen de mensen bezig zijn. Niet om hen te controleren, maar om te initiëren en te stimuleren.”

Vanuit zijn woonkamer kijkt hij uit op de diepe achtertuin van de woning. Hij mag er op mooie dagen graag in bezig zijn. „Ik doe het zware werk, Hermien zorgt voor de bloemen.” Ook in het huishouden blijft Van Meeuwen niet achter. Hermien: „Dick neemt het stofzuigen voor zijn rekening, doet vaak de boodschappen en zeemt de ramen. Hij vindt het wassen van zijn auto net zo leuk als het lappen van de ramen.” Beiden houden ze van lezen, fietsen en wandelen. Orgelspelen is de belangrijkste hobby van de SGP-voorzitter. „Op m’n 16e werd ik organist in de christelijke gereformeerde kerk in Rotterdam-West. Hier in Sliedrecht ben ik al die jaren organist in de Beth-Elkerk.”

Bij zijn laatste leraar, Arie J. Keijzer, organist van de Grote Kerk in Dordrecht, speelde hij Bach, Mendelssohn, Franck. „Dat lukt me nu niet meer. Ik oefen nog steeds, maar ik had onvoldoende tijd om dat niveau te handhaven. Als me de tijd gegeven wordt, zou ik graag weer les nemen.”

Nog even naar het onderwijs. Er wordt veel gediscussieerd over de toekomst van de reformatorische scholen. Somber?

„Nee, ik ben beslist geen pessimist. We leven in een situatie waarin we nog steeds veel voorrechten hebben. De druk op de christelijke scholen neemt wel toe, dat zie je in de discussies over de identiteitsverklaring en de gesprekken binnen het CDA over de vrijheid van onderwijs. Ik hoop dat ouders mede daardoor beseffen hoe bijzonder het is dat er nog Bijbelgetrouw onderwijs kan worden gegeven. Ik krijg wat dat betreft soms hoopvolle signalen. Een open toelatingsbeleid hoeft niet het einde van de reformatorische school in te luiden. Vroeger hadden we Scholen met de Bijbel. Het dwingt ons om met het personeel te kijken naar onze Bijbelse fundamenten. Het gaat, zoals ds. Golverdingen dat zo mooi zei, om de vorming van onze kinderen en de vreze des Heeren. We kunnen van hen geen christenen maken, maar hen wel voorleven en er alles aan doen om hun Bijbels onderwijs te geven. Hoge cijfers komen dan op de tweede plaats. Het belangrijkste is hen voor te bereiden om in de samenleving als jonge apologeten te kunnen staan.”

beeld: Cees van der Wal

Auteur

Ad Ermstrang

Volg ons lifestyle platform op instagram.