Elke maand vinden tientallen zwangere vrouwen en hun partners de weg naar de kraamafdeling van Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis in Dirksland. Daar worden ze met liefde geholpen door Linda Hamelink en haar collega’s.
Het is nog rustig. Maar dat kan zomaar veranderen, waarschuwt Linda Hamelink als ze de afdeling op loopt. Er valt namelijk geen peil te trekken op het aantal bevallingen die zich gaan voordoen. Is de kraamafdeling ’s morgens nog leeg, aan het einde van de dag kan-ie zomaar stampvol zitten.
In de gang staat een bord dat laat zien hoeveel baby’s er per dag geboren zijn over een periode van een jaar. Roze en blauwe stickertjes geven het geslacht van de baby’s aan. Wat opvalt zijn twee dagen in de zomervakantie die zo boordevol stickertjes zitten dat er vrijwel geen meer bij passen. Linda lacht. „Die dagen herinner ik me nog wel, ja.”
Vandaag liggen er drie vrouwen op de kraamafdeling. Een vrouw die gisteren bevallen is, een vrouw die na de bevalling koorts heeft gekregen en dus nog in het ziekenhuis ligt ter controle en een vrouw bij wie vanwege medische redenen een ballon is geplaatst. De hoop is dat de ballon de weeën op gang brengt.
Dat aantal is uitstekend te doen voor Linda en haar collega’s. Hoewel doorlopend haar telefoon rinkelt, kan ze even de tijd nemen voor een kopje koffie en een praatje.
Gezinsgericht
Ze werkt al 28 jaar op de verlos- en kraamafdeling van het ziekenhuis als O&G verpleegkundige, ofwel kraamverpleegkundige, vertelt ze. In die tijd heeft ze alles wat er op het gebied van bevallen voorkomt al wel een keer meegemaakt. Maar het werk vindt ze nog steeds leuk. „Het is heel afwisselend. Geen twee dagen zijn hetzelfde, dat houdt het boeiend.”
Wel is er veel veranderd in de tijd dat ze hier werkt. „In 1993 hadden we babykamers, waarop de pasgeborenen werden gelegd. Nu hebben we kraamsuites waar vader, moeder en baby kunnen blijven. We zijn meer gezinsgericht gaan werken.”
Was je vroeger als professional een expert in het ziekenhuis, nu nemen zwangeren niet zomaar meer iets van haar aan, vertelt ze. „Mensen zijn mondiger geworden en hebben meer eisen. De tijd is anders geworden.”
Uniek in haar lange diensttijd als verpleegkundige zijn ook de afgelopen twee jaar, waarin het coronavirus haar dwong om afstand te bewaren tot haar patiënten. „We moesten mondkapjes dragen. Werden ouders verdacht van Covid, dan moesten we in pak assisteren bij een bevalling. Van de acht kraamsuites die we hadden, was er één bestemd voor een eventuele opname van een patiënt met corona.”
De O&G verpleegkundigen werden soms ook breder ingezet. En op de kraamafdeling werden soms operaties verricht die door corona elders in het ziekenhuis niet konden plaatsvinden.
Een gekke tijd. „Maar gelukkig is het werk nu weer grotendeels als voorheen.”
Lees het hele artikel in Terdege (nr. 4, 10 november 2021).
beeld: Renate Bleijenberg-van Leeuwen
Lees verder
