Schieten met hagel: EMDR bij jonge kinderen

EMDR helpt kleine kinderen met trauma's

Julian (1)

Wat kun je voor je kleintje doen als blijkt dat het bijvoorbeeld door een operatie een trauma heeft opgelopen? EMDR-therapie. Zelfs bij hele kleine kinderen kan dit al veel effect hebben. Hoewel het onderzoek ernaar nog in de kinderschoenen staat.

Ze zaten met de handen in het haar, drie jaar geleden. Alies en Lambert (achternaam bekend bij de redactie) maakten zich zorgen over Lars (nu 4,5). Hun zoontje werd met 31 weken prematuur geboren. Meteen na de bevalling bleek hij te kampen met medische problemen rondom zijn darmen en anus. Al jong werd hij geopereerd. Van toen af aan ging het eigenlijk nooit helemaal lekker met het mannetje. Doordat hij vaak sondevoeding kreeg, ontwikkelde hij eet- en groeiproblemen. Hij kwam in een vicieuze cirkel terecht. Want doordat hij niet herstelde, groeide hij niet en doordat hij niet groeide, herstelde hij niet. Zijn moeder: „Als er iets was, werd het meteen spannend. Was hij bijvoorbeeld verkouden, dan begon hij te spugen en lag hij meestal binnen 24 uur in het ziekenhuis.”

De medisch specialisten vermoeden dat hij een trauma heeft. Alies: „Ze zeiden: „Willen jullie geen EMDR overwegen?” Dat doen ze. Alies: „Hij heeft tot zijn tweede een sonde gehad omdat hij nauwelijks at, maar na de eerste EMDR-sessie kwam hij thuis en at voor het eerst een compleet bord leeg. Mijn man en ik keken elkaar aan. Is dit een grap? Maar bij de volgende sessies zagen we niet direct verdere verbetering.”

Mogelijk gooit het feit dat Lars door een operatie opnieuw aan de sondevoeding moet roet in het eten. „Dat was niet handig. Hij groeit nu nog steeds moeizaam. Zijn jongere broertje is zwaarder dan hij. Soms denken we: zullen we de EMDR-sessie herhalen?”

Herkenning

Jiska Weijermans kent de positieve effecten van EMDR-therapie bij kleine kinderen uit haar eigen praktijk. Weijermans is voorzitter van Vereniging EMDR Nederland en zelf ook therapeut. Ze behandelt geregeld kinderen onder de vier jaar. „Vaak komen hun ouders bij mij na een medisch trauma.”

Omdat een klein kind zelf nog niet kan vertellen wat het scheelt, is de informatie van de ouders erg belangrijk. Samen met hen bekijkt de therapeut of EMDR een goede stap kan zijn. „Ik zal geen EMDR inzetten als ik niet duidelijk genoeg een relatie zie tussen de klacht en een nare gebeurtenis.”

Bij EMDR aan jonge kinderen wordt de zo genoemde verhalenmethode gebruikt. Ouders maken voor de EMDR-sessie een heel eenvoudig verhaal van de gebeurtenis en lezen dat tijdens de sessie voor aan hun kind. In het verhaal staat de beleving van het kind centraal. Onderwijl geeft de therapeut of een van de ouders ter afleiding zachte tikjes op de schouders, handen of bovenbenen van de peuter, zodat de herinnering die angst oproept verwerkt kan worden.

Bij een volwassene die EMDR krijgt, wordt heel specifiek een herinnering geselecteerd die de klacht aanstuurt. „Schieten met scherp”, noemt Weijermans dat. „Maar met kleintjes weet je niet welke herinnering je precies moet pakken, want ze kunnen nog niet praten. EMDR is dan meer een schot hagel, waarbij je hoopt dat je het herinneringsnetwerk activeert.”

Wat er gebeurt als een kind onnodig EMDR krijgt aangeboden? Meestal niets, zegt Weijermans. „Maar ik heb nog niet meegemaakt dat EMDR bij een jong kind onnodig werd toegepast. Juist omdat we heel kritisch zijn in de toepassing op jonge kinderen.”

In het slechtste geval kun je een kind een secundair trauma geven. Bijvoorbeeld als ouders in hun verhaal nieuwe, voor het kind kwetsende informatie zetten, waardoor de herinnering juist meer beladen wordt. „Uiteraard zijn wij als EMDR-therapeuten hier heel kritisch op en ondersteunen we ouders in het schrijven van het verhaal.”

Hoe het kan dat EMDR ook bij baby’s en heel kleine kinderen werkt, is nog niet helemaal helder. „Is het nou echt zo dat het kind, dat soms nog niets van taal snapt, tijdens de sessie een traumatische herinnering verwerkt? Of is het zo dat het kind kalmte krijgt doordat er ook bij de ouders verwerking optreedt?”

Toch heeft de therapie een positief effect. „Misschien omdat herinneringen meer lichamelijk liggen opgeslagen bij kinderen en de verhalenmethode goed aansluit bij hun lichamelijke beleving. Ik snap hoe wonderlijk dit klinkt. Ik ben zelf ook nog steeds verbaasd over de effecten van EMDR bij heel jonge kinderen.”

Onderzoek

Onderzoek naar EMDR bij kleintjes staat nog in de kinderschoenen. Pas onlangs is het allereerste wetenschappelijke onderzoek naar EMDR bij kinderen onder de vier jaar afgerond door de Nederlandse Carlijn de Roos, pionier op dit terrein. Haar voorlopige conclusie lijkt de klinische resultaten te bevestigen: Er zijn inderdaad wetenschappelijke onderbouwde aanwijzingen voor de effectiviteit van EMDR bij deze heel jonge doelgroep. Weijermans: „Maar het blijft een lastig onderzoeksgebied. Want hoe meet je de effecten? Dat moet je via de ouders doen. Er zijn geen vragenlijsten voor zo’n kleintje.”

Toch maakt dat EMDR beslist geen vage therapie. „Er is al veel onderzoek gedaan naar de werkzaamheid ervan bij volwassenen en kinderen vanaf 4 jaar. Daardoor is het (inter)nationaal een eerste keus richtlijnbehandeling.” Daarnaast zijn er voor kleine kinderen gewoon geen alternatieven. „Je kunt moeilijk met cognitieve gedragstherapie komen aanzetten.”

Wat is EMDR?

Eye Movement Desensitization and Reprocessing, afgekort tot EMDR, is een therapie voor mensen die last blijven houden van de gevolgen van een schokkende ervaring als een ongeval, geweld of een operatie. EMDR werd meer dan 30 jaar geleden beschreven door de Amerikaanse psychologe Francine Shapiro. Tijdens een EMDR-sessie wordt de cliënt gevraagd aan de schokkende gebeurtenis terug te denken. Tegelijkertijd geeft de therapeut een afleidende taak. De cliënt moet bijvoorbeeld de bewegende hand van de therapeut met de ogen volgen, of een lichtbalk. Erkende EMDR-therapeuten voor de doelgroep kind en jeugd zijn aangesloten bij de Vereniging EMDR Nederland (VEN) en vindbaar via de website watisemdr.nl. De VEN bewaakt de kwaliteit van de toepassing van EMDR in Nederland.

Bron: emdr.nl

Soms werkt het niet

Ilona Roukens: “Wij hebben ruim tien jaar geleden EMDR geprobeerd met onze dochter, die nu dertien is. Ze heeft als jong kind ’s nachts epileptische aanvallen gehad en bleef daarna slecht slapen en veel huilen. Ze sliep nooit langer dan anderhalf uur achter elkaar. In het Sophia Kinderziekenhuis in Rotterdam werden gewezen op de mogelijkheid van EMDR. Dat vonden we prima, omdat we hoopten dat de behandeling haar zou helpen. Toch heeft die geen verschil gemaakt, ook niet in negatieve zin. Onze dochter reageerde er gewoon niet echt op. Waarschijnlijk is haar probleem toch vooral medisch van aard. Ze heeft allerlei soorten medicatie gehad en ook een speciaal, heel heftig dieet gevolgd, gericht op epilepsie. Nu heeft ze hoegenaamd geen last meer van het slechte slapen.”

PTSS na operatie

Moeder Anneloes Nentjes (32) uit Kapelle: „Toen onze Julius (3) werd geboren, zat aan een kant van zijn hoofd de kroonnaad dicht. Daardoor had hij een wat driehoekig hoofd en ontbrak zijn rechteroogkas. Ook veroorzaakte het complicaties bij zijn geboorte. Hij had klaplongetjes en bloed in zijn longen. De artsen gaven hem zuurstof via zijn neus. Toen hij groter werd, mochten we daarom nooit zijn neus snuiten of tandenpoetsen. Verder was hij echt het liefste kind ter wereld. Hij was een goedzak van een baby.

Vanwege de gesloten kroonnaad moest hij met elf maanden geopereerd worden. Die operatie duurde zes uur. Zijn voorhoofdje is er helemaal uit geweest. De artsen hebben een deel in stukjes gesneden, gaatjes gemaakt, vastgehecht en op de groei teruggezet. Ook hebben ze van de rechterkant van zijn afgevlakte voorhoofdje een mooie oogkas gemaakt.

We werden gebeld toen de ingreep achter de rug was. Hij lag op de ic en was heel zielig aan het huilen. Toen we hem mochten oppakken, merkten we dat hij strak stond van de spanning. Hij wilde niet zitten en stond maar op zijn teentjes. Ook had hij een enorme eetdrang. Het was onze oude Julius niet.

Ons werd verteld dat we die nacht niet bij hem op de ic mochten slapen. Maar we zouden direct gebeld worden als hij zou gaan huilen. Dat is alleen niet gebeurd. Hij heeft bijna de hele nacht gehuild zonder dat wij voor hem konden zorgen.

Na twee dagen mochten de drains eruit. Daardoor zette zijn gezicht enorm op en kon hij een paar dagen niet kijken. Toen dat weer wel kon, kochten we een mooie heliumballon voor hem. Maar daar reageerde hij niet op. Net alsof hij niet meer blij kon zijn.

Zodra we naar huis mochten, dachten we dat alles weer normaal zou worden. Maar toen begon de ellende pas. Hij liep telkens weg, was wakker van 11 uur tot 3 of 4 uur ’s nachts. En hij had last van enorme woedeaanvallen. Dan stond hij in zijn bedje te schreeuwen en naar ons te wijzen. Als we hem oppakten, stompte hij ons en als we weggingen, schreeuwde hij. De woede kwam vanuit zijn tenen. En wij mochten hem niet troosten, knuffelen of vasthouden. Er was geen land met hem te bezeilen. Je voelt je dan zo machteloos.

Toen hij op een gegeven moment in drie nachten tijd maar anderhalf uur had geslapen, hebben we het Eramus Medisch Centrum gebeld. Dat stelde een lichamelijk en psychologisch onderzoek in. Daar kwam slaapapneu uit, en een posttraumatische stressstoornis (PTSS).

Eind april kreeg hij zijn eerste EMDR-sessie. We moesten van de psycholoog gedetailleerd zijn verhaal op papier zetten, van de moeilijke geboorte tot de operatie. Ik las dit tijdens de sessie voor, terwijl mijn man Christiaan achter hem zat en tikjes op zijn benen gaf. Ook lieten we foto’s zien en moesten we bijvoorbeeld de zuurstofslangen nabootsen door twee vingers onder zijn neusje te houden. Al vertellend raakten we zijn litteken aan, dat van oor tot oor loopt.

Elke keer als we bij een pijnlijk punt kwamen, reageerde hij daar heel heftig op. Hij zweette enorm, rende rond, ging op de grond liggen, schreeuwde: „Nee, nee, nee, stop” en wees naar ons. We hadden tweeënhalf A4’tje om voor te lezen, maar kwamen in anderhalf uur tijd maar aan de helft toe.

Toen we naar huis reden, durfden we niet te hopen dat dit hem zou helpen. Maar die nacht heeft hij voor het eerst de hele nacht doorgeslapen. We konden het zelf niet geloven.

Er waren meer veranderingen. We mochten ineens zijn neus afvegen en zijn haren knippen. En na de tweede sessie zocht hij weer verbinding met ons. We mochten hem knuffelen, liefde geven, bij ons in bed nemen en vertroetelen. We zagen ineens een heel ander kind. De onrust was uit zijn lijfje. Echt ongelooflijk. Hij speelde nooit en kan nu uren lief spelen. We konden nooit weg met hem, nu kunnen we overal naartoe. In plaats van me op de fiets te stompen in mijn rug, slaat hij nu zijn armen om me heen. Dat geeft zoveel dankbaarheid.

Nog steeds is hij een ondernemend jochie dat graag wegloopt. Maar hij gaat zo vooruit. Hij liep een halfjaar achter in zijn ontwikkeling, maar begint dat nu in te halen. Wel is hij erg alert voor een kind en reageert hij nog steeds meteen als er iemand de deur uit gaat.

Het is maar goed dat we van tevoren niet wisten hoe moeilijk de tijd na de operatie zou worden. We zijn God dankbaar dat Hij de EMDR heeft willen zegenen zodat Julius alles kon verwerken.”

Drie keer EMDR

Moeder Joanne van Dam (25) uit Dodewaard: „Anna (bijna 4) is geboren met een erfelijke ziekte. Het heeft een halfjaar geduurd voordat we wisten wat ze precies had. Haar ziekte is namelijk heel zeldzaam, ze is pas de twaalfde ter wereld die dit heeft. Ons werd verteld dat ze een heel lage levensverwachting had, omdat ze geen afweercellen ontwikkelde.

Toen Anna vijftien maanden was, kreeg ze chemo’s en een stamceltransplantatie, waardoor ze weer een normale levensverwachting zou kunnen krijgen. Ze heeft daarvoor honderd dagen in het LUMC (Leids Universitair Medisch Centrum) gelegen.

Door de chemo’s ging de huid op haar billen kapot, waardoor verschonen echt vreselijk was voor haar. Ook toen ze allang weer thuis was, bleef ze huilen bij het verschonen.

Omdat ze in het ziekenhuis altijd in bed werd behandeld, voelde haar bed niet meer veilig voor haar. Dit trauma hebben ze tijdens de opname al aangepakt met EMDR, waardoor ze zowel in het ziekenhuis als thuis gelijk weer goed sliep.

Ze was nog maar anderhalf toen we bij de psycholoog zaten. Die gaf haar kleine tikjes terwijl ik Anna vasthield en mijn man Jan het verhaal voorlas. Hoe ze was als klein meisje, dat ze ziek werd, opgenomen moest worden en dat het zo vervelend was dat er in bed bloed geprikt werd en dat ze transfusies kreeg. Jan, die tegenover haar zat, wees daarbij de plaatsen op haar lichaam aan waar we het over hadden. Haar borst bijvoorbeeld, waar de pleister zat en haar neus, waar het slangetje in zat.

Tijdens het voorlezen begon Anna te huilen. Raar eigenlijk, want ze was nog zo klein en we dachten dat ze het niet zou begrijpen. Wel dus.

Na het voorlezen vertelden we haar dat we die handelingen niet meer in bed zouden doen en dat haar bed vanaf nu dus een veilige plek was om te slapen. De nacht die volgde op deze EMDR-sessie is ze heel onrustig geweest en daarna sliep ze goed door.

Ook bij de EMDR voor het verschonen merkten we gelijk verschil. Ze huilde daarna niet meer als we haar een schone luier gaven. Je merkt nog steeds dat ze het niet leuk vindt, maar ze wordt er niet meer overstuur en bang van.

Vorig jaar kreeg ze vier keer achter elkaar een hartstilstand doordat ze een vervelende bacterie kreeg toen haar weerstand nog heel laag was. Ze moest in het ziekenhuis aan de hart-longmachine liggen. Gelukkig heeft ze hier geen trauma aan overgehouden.

Wel hebben we nog een keer een EMDR-sessie gedaan voor het bloedprikken, wat ze regelmatig moet laten doen. Want ook daar reageerde ze met veel drama op. Na deze sessie gaat het prima als we naar het ziekenhuis gaan. Ze heeft een bepaalde gezonde spanning voor het bloedprikken, maar het gaat zo veel makkelijker dan daarvoor. Toen zat ze in de auto te brullen en te huilen, vond ze alle zusters eng en dacht ze dat iedereen die ze tegenkwam erop uit was om haar pijn te doen. Niemand mocht haar aanraken of naar haar kijken. Wat dat betreft zien we veel verschil.

Het gekke is dat ik voorheen nooit zo geloofde in de werking van EMDR. Ik vond het een beetje vaag, dat geknip met die vingers. En dat het zou helpen bij een heel klein kind? Dat betwijfelde ik. Maar als je ziet wat het voor Anna gedaan heeft, dan is dat boven verwachting. Echt bijzonder.

Door de stamceltransplantatie is Anna ook fysiek erg vooruitgegaan. Al blijf je merken dat ze een aangeboren aandoening heeft. Zo is er sprake van spierzwakte. Ze kan nu bijvoorbeeld alleen kleine afstanden lopen met een rollator. Ook heeft ze door de hartstilstanden in januari hersenschade opgelopen, maar we weten nog niet in hoeverre die voor blijvende schade heeft gezorgd. En er zijn nog wat andere kwalen waar ze goed mee kan leven. Maar we zien dat ze vooruitgaat.

Wij zijn dankbaar voor de begeleiding die we in het ziekenhuis gekregen hebben en dat de artsen ons telkens wezen op de mogelijkheid van EMDR.”

Geboren met schisis

Moeder Nelleke Olieman (32), Driebruggen: „Onze jongste dochter Nora (3) is geboren met een schisis. Ze is twee keer geopereerd. De eerste operatie kreeg ze met vier maanden, de tweede met elf maanden. Nadien was ze hyperalert. Ik kon niet van haar weglopen. Als ze in de box lag en ik ging even uit het zicht, begon ze gelijk te huilen.

Na de tweede operatie kwamen er ook eetproblemen bij. Door de schisis was eten lastig en de operatie heeft dat probleem nog groter gemaakt. Vooral psychisch, want haar gehemelte was na de operatie dicht en mooi genezen.

Door de eetproblemen kreeg ze een groeiachterstand en ging ze ook motorisch achterlopen. Ze had nauwelijks weerstand en werd om de haverklap ziek. Ik kon haar niets voeren. Ik mocht zelfs geen lepel in haar mond stoppen, ze wilde daar zelf de controle over houden.

In het ziekenhuis werden we gewezen op de mogelijkheid van EMDR. Maar dat hebben we in eerste instantie afgewezen, omdat ons dat een beetje intens leek.

Ze kreeg ook een taalachterstand, waarschijnlijk een taalontwikkelingsstoornis. Daarvoor zit ze bij een speciale peutergroep. De leidsters daar merkten haar hyperalertheid op. Ze vertrouwde maar één leidster. Die mocht niet bij haar weglopen, want dan raakte ze meteen in paniek.

Afgelopen voorjaar zijn we daarom doorverwezen naar een psychologenpraktijk. Daar hebben we toch twee EMDR-sessies laten doen.

Je houdt het bijna voor onmogelijk in hoeverre die haar veranderd hebben. Ik kan nu bijvoorbeeld weer gewoon naar de wc lopen zonder dat ze bang wordt. Laatst was ik buiten de was aan het ophangen, terwijl zij binnen aan het spelen was. Dat was voorheen ondenkbaar. Hoe intens ze dan ook zat te spelen, ze had het altijd door als ik wegliep.

Anderen zeggen ook dat ze meer begint te communiceren. Niet per se met meer woorden, maar ze is opener naar mensen toe. Ze kijkt hen aan, terwijl ze dat eerst niet deed. Ook krijgt ze er steeds meer vertrouwen in dat het geen pijn doet als ze eet.

Verder is haar nachtrust verbeterd. Doordat ze altijd zo hyperalert en paniekerig was, werd ze ook ’s nachts vaak wakker. Nu is de paniek weg en slaapt ze beter.

Tijdens de EMDR-sessie moesten we haar verhaal aan haar voorlezen. We begonnen bij de twintigwekenecho, vanaf het moment dat we ontdekten dat ze een schisis had. De psycholoog zei namelijk dat een kind het al in de buik meekrijgt als ouders zorgen of moeilijkheden hebben.

We moesten haar verhaal opschrijven vanuit haar ogen, en vooral vanuit haar gevoel. En, ook belangrijk: erbij vertellen dat iets écht pijn deed. Je wilt voor je kind al snel verzachtende woorden gebruiken, maar het is juist belangrijk dat ze de waarheid hoort.

Nog zoiets: we moesten vertellen dat wij als ouders het ook niet fijn vonden om haar pijn te doen, bijvoorbeeld toen we haar moesten voeden met een spuitje. Dat maakt dat ze weer vertrouwen krijgt in de mensen om haar heen.

Bij het voorlezen hebben we ook foto’s laten zien. We merkten dat ze vooral heel onrustig werd als het over de twee operaties ging. Dan duwde ze de foto’s weg en wilde ze weglopen.

Na de eerste sessie was ze heel onrustig en aanhankelijk. Dat ebde na drie dagen wat weg. Na de tweede sessie merkte ik dat ik het over haar operatie kon hebben en dat de spanning er bij haar vanaf was. Heel bijzonder. Je moet zoiets echt meemaken om het te begrijpen.

Had ik geweten dat EMDR zo effectief kan zijn bij kleine kinderen, dan hadden we het veel eerder gedaan. Dat had haar en ons veel gedoe bespaard.

Ook in het gezin merken we dat de rust terugkeert. Ik was altijd veel met Nora bezig, doordat ze me claimde. De oudsten van 9, 7 en 6 heb ik daardoor te weinig aandacht kunnen geven. Nu kan ik er weer voor iedereen zijn.

Ik ken niemand in mijn omgeving die bekend is met EMDR. Daarom wil ik er graag aandacht voor vragen. Het lijkt zweverig, maar dat is het helemaal niet. En er zijn zo veel kinderen met trauma’s die ermee geholpen zouden kunnen zijn. Voor mij was het echt een eyeopener dat ook heel kleine baby’s al veel meekrijgen van wat er met hen gebeurt. En dat ze dat niet vergeten, zoals vroeger vaak troostend werd gezegd, maar dat alles ergens in hun herinnering opgeslagen ligt.”

beeld: Willemiene Smits

Auteur

Jacomijn Ariakhah

Volg ons lifestyle platform op instagram.