Garnalenvisser Maurice Sinke over zijn onzekere toekomst

Garnalenvisser Maurice Sinke over zijn onzekere toekomst

20260mauricesinke-6

Hij kent niet anders dan het vissersleven. Maar het is de vraag of Maurice Sinke (34) uit Yerseke als garnalenvisser een toekomst heeft. Door alle Europese regelgeving is 2023 voor hem en zijn familie opnieuw een uiterst onzeker jaar.

Mijn opa was de eerste in onze familie die op garnalen ging vissen. Al jong ging mijn vader met hem mee en later kocht hij zijn eigen kotter. Mijn broers en ik wilden niets liever dan ook naar zee. Al vanaf ons vijfde jaar gingen we in de schoolvakanties mee vissen. Dat deden we zo graag, dat we niet konden wachten tot het opnieuw vakantie was en we weer aan boord konden gaan. We ‘hielpen’ niet alleen mijn vader, maar ook mijn opa, toen hij nog een kotter had.

Waren we op maandag en dinsdag vrij omdat de leerkrachten studiedagen hadden, dan was het geen vraag wat we gingen doen. Vissen natuurlijk. Vaak kwamen we dan pas op woensdagochtend vroeg terug, gingen aan wal, kleedden ons om en waren natuurlijk te laat op school. Opa gaf dan zijn telefoonnummer mee op een briefje en zei tegen ons: „Als ze er op school een probleem mee hebben dat je te laat bent, mogen ze mij bellen.” Maar dat deden ze vrijwel nooit.

Vissen zit ons in het bloed. Niemand heeft ons ooit gedwongen de kotter op te gaan. Mijn vader zei altijd: „Je moet niks.” Al vond hij het stiekem maar al te mooi om te zien hoeveel passie we als kinderen al hadden voor de visserij en hoeveel plezier het werk ons deed. Als mijn vader thuiskwam, ging het vroeger alleen maar over de visserij. En nog steeds, als we elkaar zien. We praten graag over ons werk. Het verbindt ons als familie. En omdat we hetzelfde werk doen, hebben we maar een half woord nodig om elkaar te begrijpen.

Afscheid

Vissen beheerst bijna mijn hele leven. Alleen in het weekend ben ik thuis bij mijn vrouw Carmen en onze twee dochters, Ava (3) en Loé (1). Maar ook thuis herinnert veel me aan de zee. We wonen in Yerseke, een Zeeuws dorp waar bijna alles met water en vis te maken heeft.

Op zondagavond, als ik de kindjes op bed heb gelegd en afscheid heb genomen, ga ik mijn tas inpakken. Dan zit de onrust al een beetje in mijn lijf, omdat ik weer lekker kan gaan vissen.

Rond halfelf ga ik altijd nog even naar bed. Totdat om halfeen de wekker gaat. Dan spring ik eruit, laad ik de boodschappen in die ik zaterdag al gehaald heb voor een week op zee en rijd ik naar Vlissingen, waar onze kotter in de haven ligt.

Tegen de tijd dat ik daar ben, heeft mijn broer Antoine alle motoren en apparatuur al opgestart. We brengen samen de boodschappen aan boord en varen naar de sluis. Als we daar voorbij zijn, leggen we nog even aan omdat we moeten wachten op mijn jongste broer Niels. Hij woont op Urk en komt naar Vlissingen rijden om bij ons aan boord te gaan.

Als Niels er is, meestal rond een uur of twee, varen we met onze kotter YE 238 Geertruida naar buiten, de Westerschelde op. Na een klein uurtje varen gaan de netten overboord en kan het vissen op de Noordzee beginnen.

Een van ons gaat de kooi in. We liggen om de beurt vier uur in onze kooi. Dat betekent dat we acht uur op zijn en vier uur af. Soms wijken we daarvan af, bijvoorbeeld als er een net kapot is of een ander probleem. Dan is het alle hens aan dek om het euvel zo snel mogelijk te verhelpen.

Lees het hele artikel in Terdege (nr. 20-21, 20 juni 2023).

beeld: Dirk-Jan Gjeltema

Lees verder

Terdege-portfolio-najaarsnummer-2024

Auteur

Redactie Terdege

Volg ons lifestyle platform op instagram.