_Vorige keer: Lindy is alleen thuis als midden in de nacht de hond aanslaat. Op het erf blijkt een wit busje te staan…_ In paniek vliegt Lindy naar boven. Ze stormt haar kamer binnen, grist haar telefoon van het nachtkastje, duwt de deur dicht en leunt ertegenaan. De telefoon drukt ze tegen haar bonzende hart. Beneden gaat Beer nog steeds tekeer. Wie er ook op de stoep staat; diegene zal niet direct binnenstappen, zolang de enorme hond zo agressief blaft. Een nieuwe gedachte knijpt haar keel dicht: wat als die lui daar buiten een wapen bij zich hebben? Daar kan geen leonberger tegenop! Oh, waarom hebben ze hier toch de stomme gewoonte om nooit iets op slot te doen! Hoe heeft ze kunnen denken dat dat wel kon… Ze moet de ”Polizei” bellen – metéén. Terwijl ze haar telefoon inschakelt, luistert ze scherp. Het geblaf neemt af. Voetstappen klinken er niet. Ze hoort ook geen stemmen. En geen deuren. Stel dat het busje weggereden is, dan komt de politie voor niks. En er is iets geks, realiseert ze zich opeens. Ze weet plotseling bijna zeker dat ze in een flits een been uit dat busje heeft zien komen. Een mannenbeen, dat wel –ze huivert– maar dat was gehuld in een ”Lederhosen” en een wollen kniekous... Bibberend denkt ze na. Welke crimineel gaat er nou gekleed in Oostenrijkse dracht op pad? Maar als het geen crimineel is, wie haalt het dán in zijn hoofd om in het holst van de nacht hier het erf op te rijden? Ze verstijft. Nu hoort ze wel degelijk een deur! En het geluid van de dansende poten van Beer op de vloer. Beer is blij! Er moet een bekende binnengekomen zijn. Het duizelt Lindy. Papa, mama en Laura zijn onderweg naar Nederland; Heidy is op kamp en Jos woont in Graz. Toch herkent ze de brommende, geruststellende stem die het volgende ogenblik van beneden klinkt uit duizenden als die van… Jos! Ze rukt de deur open, stampt de overloop op en leunt over de balustrade. In de hal staat inderdaad haar grote broer uit Graz. Hij haalt Beer aan en kijkt dan naar boven: „Hoi!” „Ho-oi?! Wat doe jij hier!” roept Lindy woedend. Jos haalt zijn schouders op, terwijl hij Beer over z’n kop aait. „Feestje van Christopher en Annalena hier in Klagenfurt. Kon de bus lenen van Davids broer.” Hij gebaart naar zijn feestelijke outfit. „En dan kom je gewoon zonder iets te zeggen midden in de nacht hiernaartoe?!” Lindy ontploft bijna. Verbaasd kijkt Jos omhoog. „Ja, tuurlijk. Wat denk jij dan? Dat ik om kwart over één ’s nachts nog naar Graz terugrijd, terwijl ik hier ook een bed heb?” Hij snapt duidelijk niet wat het probleem is en Lindy is te kwaad om het uit te leggen. Voordat ze in bed stapt, stuurt ze een appje naar haar moeder, die ergens in het grensgebied tussen Oostenrijk en Duitsland heerlijk in een hotel ligt. „Kunt u pléase Jos de toegang tot dit huis ontzeggen?!”