Hoewel ze christenen stevig de les kon lezen, was dr. Amanda Kluveld innerlijk diep overtuigd van het bestaan van God. Het verlangen om Hem te kennen, werd steeds intenser. Komend voorjaar hoopt ze belijdenis van haar geloof af te leggen. ”Maar ik betwijfel of ik ooit hardop zal durven bidden.”
Voor het interview begint, verzucht ze: „Help me alsjeblieft een beetje, want hier ben ik niet goed in.” Die bekentenis typeert Amanda Kluveld, universitair hoofddocent aan de faculteit voor cultuur- en maatschappijwetenschappen van de Universiteit Maastricht. Terwijl ze zeer welbespraakt is als ze het christelijke gedachtegoed verdedigt, bezorgt een persoonlijk gesprek haar de nodige stress.
Haar grootvaders, gereformeerde boerenknechten uit Zeeland, trokken naar Indië, waar ze dienden in het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger. Ze huwden er vrouwen van Celebes. De oosterse genen blijken sterk. Niet alleen uiterlijk, ook innerlijk voelt de historica zich een Indische. „Met het ouder worden zelfs steeds meer. Misschien omdat mijn diep demente moeder terugvalt in gedrag dat anders is dan dat van de mensen om haar heen. Haar cultuur heeft ze op mij overgedragen. Ik heb er moeite mee om toch het woord te nemen als dat me wordt ontzegd in een debat. Dat is soms wel een vereiste wanneer je mee wilt doen in deze mediasamenleving, maar het voelt voor mij onnatuurlijk.”
Desondanks kan ze op onverwachte momenten ongemeen scherp uit de hoek komen. „Ik probeer me heel lang te bedwingen, tot het echt niet meer lukt. Dan zeg ik in duidelijke taal hoe ik erover denk. Dat heb ik van de Nederlandse tak van de familie. Ook mijn beide grootvaders konden ineens ontploffen.”