Het zal duidelijk zijn dat de Heere Jezus niet vroeg om gedoopt te worden om daarmee Zijn bekering uit te drukken. Zo kwamen inderdaad de velen Joden (Matt. 3:6). Daarom weigerde Johannes eerst nogal heftig, met: „Mij is nodig van u gedoopt te worden, en komt U tot mij?” Want Johannes wist heel goed dat Jezus geen zonden had te belijden. Daarom leek het niet alleen onnodig, __ maar zelfs onbetamelijk om Hem te dopen. Kalm maar beslist sprak de Heere Jezus Johannes tegen. Je moet dat niet zien als een terechtwijzing. Het was onderwijs. De Heere Jezus zei tegen Johannes dat het juist was, want: Ik moet „alle gerechtigheid vervullen.” Wat betekent dat? Zie Jezus niet als een individuele Persoon. Hij begint hier Zijn werk als Middelaar. Na dertig jaar voorbereidend werk is de tijd gekomen dat de Heiland Zijn hemelse dienst gaat beginnen. Hij gaat van nu af aan het Evangelie prediken. Toch was dat niet de eigenlijke reden van Zijn doop. Het was meer in verband met Zijn tweede ambt dat Hij gedoopt werd. Hij is immers ook de Priester! Hij zal voor Zijn volk de ”gerechtigheid” zijn die het nodig heeft om, verzoend met God, voor eeuwig in Zijn Vaderhuis te mogen wonen. Zie het als Zijn stap in Zijn taak als Priester. >Jezus was niet alleen Priester; Hij was ook het Offer Maar Hij was niet alleen priester; Hij was ook het offer! In Zijn doop beeldde Jezus uit dat één was met Zijn volk. Zoals in 2 Korinthe 5:21 staat: „Want dien, die geen zonde gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem.” Dit rijke hart van het Evangelie is uitgebeeld in Jezus’ doop. Hij had het voor Zichzelf niet nodig. Maar Zijn volk wel. Wat een rijke prediking voor zondaren. Hij kwam niet alleen om zondaren ”genade om niet” aan te bieden. Nee, Hij nam de plaats van de zondaar in, zodat Hij de genade aan ons, zondaren, kan aanbieden. Johannes begreep dat eerst ook niet. Voor hem werd het een onvergetelijk moment. Zou zijn hand getrild hebben toen hij Jezus doopte? Wat zal hij verwonderd geweest zijn toen de Vader vanuit de hemel Zijn goedkeuring sprak! En toen hij de Geest van God zag nederdalen op de Heere Jezus, zal al zijn twijfel over wat hij deed, weggevaagd zijn. God had dit immers aan hem bekendgemaakt (Joh. 1:33). Na de doop van Jezus zal de prediking van Johannes verrijkt zijn geweest. Met een ander inzicht zal hij het gepredikt hebben: „Zie, het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt.” Het gebeuren zal ook de betekenis van de doop verrijkt hebben. Uiteindelijk is de christelijke doop immers meer een heenwijzing naar het bloed van de Heere Jezus dan naar onze bekering van de zonde. _Ds. A.T. Vergunst, Carterton (Nieuw-Zeeland)_