Je stelt belangrijke vragen. Graag ga ik erop in, maar voordat ik dat doe, mag ik jou wellicht ook een vraag stellen: Wil je er ook met je eigen dominee of ouderling over spreken? Hij is toch wel de eerst aangewezene om er bij het licht van het Woord met je over te spreken, denk ik. Je vragen zijn voor mij herkenbaar. Toen ik zo oud was als jij, ging de vraag naar vrede met God mij bezetten. Kon ik ooit bekeerd worden? Zou de Heere dat wat Hij Zijn kinderen gaf, een teer leven met Hem, ook mij willen geven? En zou Hij ook mij ervan willen vergewissen dat Christus Zijn dierbaar bloed niet alleen voor anderen, maar ook voor mij had geofferd? In die zoektocht heeft de Heere boeken van mannen als Thomas Boston, Andrew Gray en Ralph en Ebenezer Erskine rijk willen zegenen. Ik kan ze je van harte aanraden. Ik hoorde dat het werk van Ralph en Ebenezer Erskine binnenkort in hedendaags Nederlands uitkomt. Schaf het meteen aan, zou ik zeggen. Je krijgt er geen spijt van. De Erskines maken verschil tussen zekerheid van het geloof én zekerheid van het gevoel (ervaring, beleving, ondervinding). Zekerheid van het geloof geeft de Heilige Geest als Hij geloof in je hart schept. Hoe gering dat geloof ook is, het heeft altijd zekerheid in zich. De Heilige Geest gebruikt het Evangelie als Hij geloof in het hart schept. Niet de wet. De wet schrijft je voor wat jij moet doen (bidden, God dienen en liefhebben), maar laat je tegelijk zien dat je er niets van terechtbrengt. De wet veroordeelt je. >Zekerheid van het geloof is niet: dat je er zeker van bent dat je gelooft Het Evangelie wijst ons op de Heere Jezus en Zijn werk. Het schildert Hem voor ogen als de Gekruisigde. Hij heeft alles volbracht wat de wet van ons eist. Hij hangt aan het kruis met Zijn armen uitgespreid – als een teken dat zondaren, wie zij ook zijn, bij Hem welkom zijn. Dat laatste, de verkondiging dat Christus zondaren zonder onderscheid nodigt, is hét middel bij uitstek dat de Heilige Geest gebruikt om geloof in het hart te scheppen. Wat doet Hij dan? Dan maakt Hij dát voor je zeker: dat Christus niet alleen anderen roept tot Hem te komen, maar… ook jou. Dat wordt in die ogenblikken wáár voor je. Je zegt er ”amen” op. ”Amen, wonder van genade, Christus roept ook mij”. Zekerheid van het geloof is niet dat je er zeker van bent dat je gelooft. Ook niet dat je er zeker van bent dat je zonden zijn vergeven. Zekerheid van het geloof is dat je er diep in je hart van doordrongen raakt, als nooit tevoren, dat Christus Zijn oog op jou slaat en ook jou roept. Zijn roepstem doet kracht in je: je krijgt ogen om op Hem te zien en handen om naar Hem uit te strekken om Hem te ontvangen. Als de Heilige Geest je tot geloof brengt, ontsteekt Hij in je hart licht en laat Hij dat licht op Christus vallen. Je richt je op Christus, Die van buiten je, in het Evangelie, tot je komt. Je gaat naar Hem uit. Tegelijk kun je dat wat de Heilige Geest in je doet, bij jezelf waarnemen. Het gaat niet buiten jezelf om. Je bent er zelf bij. Je gaat in mindere of meerdere mate geloven dat je gelooft. Dat is wat we wel noemen de zekerheid van het gevoel. Zij vloeit uit de zekerheid van het geloof voort. _Ds. B.L.P. Tramper, Waarder_