„Ik ben een dorpelwachter van onze kerk”

„Ik ben een dorpelwachter van onze kerk”

Nelleke Boekee - 19250-3 site

Ze zijn er altijd, maar treden nooit op de voorgrond. Toch zou een kerk zonder koster snel verloederen. Zes kosters aan het woord over hun werk rondom het Woord. „De zondag is het mooiste wat er is.”

Wie: Jonathan Bouman (21), hulpkoster in de hersteld hervormde gemeente in Wijk en Aalburg

„Ik ben nu drie jaar hulpkoster. In het begin ging ik alleen de hoofdkoster weleens helpen. Dat vond ik erg leuk en daarom ben ik hulpkoster geworden. Ik ben er nu elke dienst bij als hulpkoster. En ook als er doordeweeks een dienst is, bijvoorbeeld met bid- en dankdag. Ik vind het mooi werk om te doen. Samen met koster Van Vuren groet ik de mensen die binnenkomen, met goedemorgen of goedenavond. De meeste mensen kennen mij wel en zeggen dan „Goedemorgen Jonathan” terug. Soms zeggen ze: „Je ziet er mooi uit.” „Ik vind het ook mooi”, zeg ik dan.

Verder doe ik wat de hoofdkoster zegt dat ik moet doen. Ik sluit de ramen als dat nodig is, kijk de wc na om te zien of er niemand meer is, zet stoelen recht en leeg prullenbakken. Ook leg ik soms het kleedje over de Bijbel op de preekstoel, zodat er geen stof op komt. En als er nieuwe mensen komen die willen weten waar ze kunnen zitten, wijs ik altijd een plek aan in de kerk. Dat laatste vind ik het leukst om te doen. En het schoonmaken van de kerk vind ik ook wel mooi werk. In coronatijd moesten de mensen telkens bank voor bank de kerk uit, zodat ze niet te dicht bij elkaar zouden komen. Toen was het mijn taak om aan te wijzen in welke bank de mensen op mochten staan en weg mochten lopen. Dat was erg mooi werk. Ik was toen een beetje de baas in de kerk.” Hij houdt zijn hoofd even schuin om naar zijn zus te luisteren, die naast hem zit. „Ik moet van mijn zus zeggen dat ik houd van grote taken en verantwoordelijkheid. En van waarheid. Verder zet ik vaak de stoelen klaar voor de zondagsschool. Dat doe ik meestal op zondagmiddag, als de kleine kinderen en de oppas uit de zaal zijn.

Ik vind het leuk om in de kerk te werken. In psalm 84:5 gaat het over de dorpelwachter. Wacht, ik heb het opgeschreven, ik zal het even voorlezen: „’k Waar liever in mijns Bondsgods woning een dorpelwachter, dan gewend aan d’ ijdle vreugd’ in ’s bozen tent.”” Blij: „Ik ben de dorpelwachter van onze kerk in Wijk en Aalburg.” Ik vind het sowieso mooi om in de kerk te zijn. De dominees kunnen goed preken, ze hebben slimheid. Dominees zijn eerbiedig en heel goed voor de mensen. We hebben geen eigen dominee, dus we krijgen altijd verschillende predikanten. Mijn vader ziet er trouwens ook altijd heel mooi uit op zondag. En hij loopt heel eerbiedig. Dat doe ik ook zo, net als hij, precies hetzelfde. Ik ben nu 21 en ik hoop dat ik onze koster nog lang mag blijven helpen.”

In Terdege (nr. 26, 13 september 2022) vertellen ook Dirk-Jan Hop, Rolf Wassink, Leni Mijs, Paulus van Slooten, Wim Waasdorp en Hilbert Spaanderman over hun werk als koster of hulpkoster.

Lees verder

Lees het hele artikel in Terdege. Nog geen abonnee?

Terdege-portfolio-nummer-12

Auteur

Jacomijn Ariakhah

Volg ons lifestyle platform op instagram.